De kans is redelijk groot dat we in november een ‘Mater Americana’ krijgen. Of komt er toch een Amerikaanse president die net zo impulsief is als onze koning Willem III, maar dan met atoomwapens? Het duel tussen Hillary Clinton en Donald Trump is de ultieme strijd der seksen, met als inzet de wereldmacht.
Tekst: Maurits van den Toorn
Gekozen vrouwelijke staatshoofden en dito regeringsleiders zijn inmiddels niet zo heel erg bijzonder meer. Om ons tot de huidige situatie in Europa te beperken: Angela Merkel en Theresa May kent iedereen wel, maar we hebben ook Erna Solberg (premier van Noorwegen), Beata Szydło (premier van Polen) en Dalia Grybauskaitė (president van Litouwen). En vroeger was er natuurlijk Margaret Thatcher, en elders in de wereld Corazón Aquino, Indira Gandhi en Golda Meir, om alleen maar de bekendste te noemen. En Brazilië, het grootste land van Zuid-Amerika, het continent dat al sinds Evita Perron niet vies is aan vrouwen op de hoogste positie, had tot voor kort de onfortuinlijke Dilma Rousseff als president, maar die werd naar eigen zeggen het slachtoffer van een complot van rechtse boze mannen. Maar een vrouw die kans maakt om POTUS – jargon voor President of the United States – te worden is nieuw.
En dat terwijl er in de Amerikaanse geschiedenis weinig presidentskandidaten zo ongeliefd zijn geweest als Hillary Clinton. Dat zal zeker ook hebben bijgedragen aan het onverwacht grote succes van Bernie Sanders. Clinton wordt gezien als vertegenwoordiger van het establishment (‘de kliek in Washington’) en het grootkapitaal, die 300.000 dollar vroeg (en kreeg) voor een toespraak. Het wordt haar kwalijk genomen dat ze (te) ambitieus, technocratisch, afstandelijk en kil is – typisch de verwijten die een vrouw wél maar een man niet zo gauw naar zijn hoofd krijgt. Ze is als het ware te weinig moederlijk.
Eigenwijs
Wezenlijker is dat ze niet wordt vertrouwd. Alles wat ze eerder als minister van Buitenlandse Zaken verkeerd heeft gedaan wordt eindeloos uitvergroot en herkauwd. Vooral de aanval op de Amerikaanse diplomatieke vestiging in Benghazi (Libië) in 2012, waarbij vier Amerikaanse slachtoffers vielen, en het gebruik van de eigen mailserver in plaats van de beveiligde server van het State Department, worden steeds weer opgerakeld.
In beide gevallen ging het om (ernstige) inschattingsfouten en bij de kwestie rond de mailserver ook om eigenwijsheid. Dat is ernstig, maar de kwesties raakten vooral beladen door het gedoe eromheen. De standaardreactie op kritiek ligt in de sfeer van ‘dat heb ik nooit gedaan en ik ben er bovendien al mee opgehouden’: eerst ontkennen, dan bagatelliseren en naarmate er nieuwe feiten boven tafel kwamen steeds een stapje verder terug doen. Zo houd je een affaire wel in de lucht. En zelfs nadat de FBI had besloten geen strafvervolging in te stellen was het nog niet klaar, er kwam wéér een klunzige en rommelige persconferentie over de e-mailaffaire. Het doet denken aan de Watergate-affaire, waar uiteindelijk niet het delict zelf, maar de volkomen verkeerde manier van reageren Nixon de das omdeed.
Clintons gedrag wekt geen betrouwbare indruk – zie je wel, ze liegt alweer! – en elke affaire versterkt haar toch al gesloten houding. Als Hillary het in november inderdaad tot president-elect schopt, zal ze een veel krampachtiger en gesloten POTUS worden dan de relaxt en open overkomende Obama.
Boeman
Over tegenstander Donald Trump hoor je nooit het verwijt dat hij te weinig een vaderfiguur zou zijn. Nu is hij ook wel de laatste bij wie je aan het begrip ‘pater familias’ denkt. De zakenman en miljonair is eerder een boeman waar de kinderen bang voor zijn.
Ook Trump wordt gehaat en gevreesd, als presidentskandidaat maar ook als zakenman. In die laatste hoedanigheid is hij trouwens helemaal niet zo succesvol als hij zelf beweert: de lijst met mislukkingen en faillissementen is ellenlang en soms omringd met de geur van fraude. Niet alleen z’n eigen bedenksels floppen regelmatig, ook bestaande bedrijven kwamen na overname soms al binnen korte tijd in de problemen. Zijn grootste ‘prestatie’ in dit opzicht was Trump Airlines: in 1988 ontstaan door voor 365 miljoen dollar de al 27 jaar redelijk succesvolle Eastern Air Shuttle over te nemen, in 1992 na een opeenvolging van verkeerde beslissingen opgedoekt.
Slechte berichten over hem zijn er ondertussen in overvloed, zoals het niet of maar gedeeltelijk betalen van mensen (zelfs zijn ghost writer kreeg maar een deel van het beloofde honorarium), een verbod op vakbondslidmaatschap in zijn hotels en het niet of pas na lang zeuren betalen van – uiteraard met veel publiciteit – toegezegde giften aan goede doelen zoals veteranenorganisaties.
De krant USA Today wist uit te vinden dat Trump en zijn bedrijven in totaal in zo’n 3500 rechtszaken verwikkeld zijn of zijn geweest, in iets meer dan de helft van gevallen als klager. Ook als we in aanmerking nemen dat Amerikanen sneller naar de rechter lopen dan Europeanen – in de Verenigde Staten zijn er 40 advocaten per 10.000 inwoners, in Nederland 10 – dan is dit een extreem hoog aantal.
Onderschat
Het raadselachtige van Trump is vooral dat hij overal mee wegkomt, elke verschutting die een normale politicus noodlottig zou zijn geworden leidt hooguit tot een tijdelijke dip in zijn populariteit. Niets aan de man van Teflon is voorspelbaar. Aanvankelijk werd hij door vriend en vijand stelselmatig onderschat. Zo plaatste de site The Huffington Post berichten over Trump eerst niet onder het kopje ‘politiek’ maar onder ‘amusement’. Ook de Republikeinse partijtop én de mededingers naar de presidentskandidatuur zagen hem als een pias voor wie het snel ‘af door de zijdeur’ zou zijn.
Kandidaten als Cruz, Rubio en Bush gingen in de maanden daarna met hun strategie de mist in. Niet de klassiek-conservatieve stokpaardjes zoals verzet tegen abortus en het homohuwelijk beroerden de kiezers, maar zorgen over de economie en immigratie. Dat palet wist Trump zo uitstekend te bespelen dat het hem, mede door het succesvol afzeiken van zijn bleekneuzige en brave tegenkandidaten, de Republikeinse nominatie opleverde. Een keiharde vechter als Ted Cruz was helemaal niet bleekneuzig of braaf, maar alles en iedereen viel weg tegen wervelwind Trump. Want wat je ook van de man vindt: hij slaagt erin de aandacht te trekken.
Allerhande commentatoren en politieke analisten die echt heel zeker wisten dat zijn gedrag presidentiëler zou worden als hij zijn Republikeinse mededingers had geëlimineerd, kwamen bedrogen uit. Het schelden en tieren tegen alles en iedereen gaat gewoon door, soms nog feller dan eerst. En iedere keer als voorspeld werd dat Trump nu écht zijn hand zou hebben overspeeld – bijvoorbeeld door het beledigen van de rechter met een Mexicaanse achtergrond die zich over de kwestie van de frauduleuze Trump University buigt – bleek het na hooguit een dipje in de polls niets uit te maken.
De reacties van Trump op de toespraak van Khizr Khan op de Democratische conventie brachten voor het eerst iets meer teweeg. De zoon van Khan kwam als militair in Irak om het leven; vader Khan hield daar een indrukwekkend verhaal over, duidelijk makend dat ook hij als moslim Amerikaanse waarden hoog houdt en een offer voor het land had gebracht. Trumps minachtende reacties – zoals gebruikelijk per tweet – vielen niet goed, vooral niet omdat hij door het zwartmaken van de familie Khan en het bagatelliseren van hun leed indirect ook minachtend deed over de krijgsmacht, en dat moet je in de Verenigde Staten echt niet doen. Het leverde hem een substantiële daling in de polls op.
Stijlvol
De New York Times kwam onlangs met een lijst met daarop, handig op alfabet geordend, alle beledigingen van Trump aan het adres van zo’n 250 personen en instanties. Het is niet iedereen gegeven zo stijlvol te beledigen als Gerard Reve, maar ook als je de lat wat minder hoog legt, is het van een schokkend laag niveau, het is geschreeuw van de straat. Als dit werkelijk het beste is dat een van de twee grote politieke partijen van een land met ruim 320 miljoen inwoners te bieden heeft, ziet het er niet goed uit voor de Verenigde Staten.
Je kunt Obama verwijten dat hij als Democraat niet onpartijdig is, maar wat hij zei naar aanleiding van de beledigingen aan het adres van Khan snijdt hout: ‘There comes a point where you have to say “somebody who makes those kinds of statements doesn’t have the judgment, the temperament, the understanding to occupy the most powerful position in the world”.’ Inmiddels raken ook steeds meer Republikeinen daar – een tikje laat – van overtuigd: een aantal senatoren heeft openlijk afstand genomen en vijftig (!) Republikeinse prominenten waarschuwden begin augustus in een open brief in The New York Times dat Trump ongeschikt is voor het presidentschap, sterker nog: een gevaar voor het land is. Op de valreep heeft zich zelfs nog een onafhankelijke kandidaat gemeld, een zekere Evan McMullin van wie we na 8 november 2016 nooit meer iets zullen horen.
Maar de Trump-stemmers – misschien kun je beter zeggen zijn fans – zitten er niet mee. De boze, oudere en laag opgeleide blanke mannen die het electoraat vormen waar hij het (deels) van moet hebben, vinden het mooi dat het allemaal ‘eindelijk eens wordt gezegd’, ook al is het racistisch en sexistisch. En de beledigingen waar de rest van de natie over valt? Ofwel de fans zijn het met Trump eens, ofwel ze geloven de berichten in de media niet, ofwel ze nemen helemaal geen kennis van wat de mainstream media berichten omdat ze alleen nog websites en sociale media van hun keuze als informatiebron hebben. Een ‘links’ blad als The New York Times of The Washington Post lezen ze sowieso niet meer, als ze het ooit al hebben gedaan.
De vrucht van maandenlang schelden was op de Republikeinse Conventie te zien: een menigte die uitzinnig over Hillary staat te scanderen ‘Lock her up! Lock her up!’ Met het trekken van historische parallellen moet je altijd oppassen, maar het zijn dezelfde sentimenten die in pakweg 1943 in het Berlijnse Sportpalast werden aangesproken. Sla YouTube er maar op na.
Rekensom
Inmiddels hebben nog maar een paar weken te gaan voor de verkiezingen. Wat gaat het worden? We zijn geneigd om de aanhangers van Clinton en Sanders bij elkaar op te tellen, maar de heisa aan het begin van de Democratische Conventie heeft duidelijk gemaakt dat die rekensom niet klopt. Sanders mag dan inmiddels wel zijn voormalige rivaal Hillary – vermoedelijk knarsetandend – warm aanbevelen, veel van zijn aanhangers denken er nog steeds anders over. Het gevolg is dat ze misschien helemaal niet gaan stemmen, of dat ze hun stem op heel iemand anders uitbrengen.
Anders dan wij wel eens denken is de keuze groot genoeg, Evan McMullin is bepaald niet de enige ‘derde kandidaat’ zoals hij in sommige media werd gepresenteerd. In totaal hebben zich 1817 mensen bij de Federal election Commission aangemeld om mee te doen als presidentskandidaat. Daaronder bevinden zich bloemrijke figuren als Dog Eating Maniacal Fish Brained Ugly Commandant Be Electe Moose Lookalike Fool That Will (Republikein) en Luther T. The Merciless Lieutenant Ridiculous Warlord Stock (partij onbekend) die het kiesbiljet niet eens halen. Dergelijke halvegaren vormen geen bedreiging, maar serieuzere third party candidates van bijvoorbeeld de Green Party of de Libertarian Party zijn weliswaar net zo kansloos, maar ze zouden in een van de swing states nét voldoende stemmen van Sanders-adepten kunnen trekken om Hillary Clinton van de overwinning af te houden. Dat is ook de strategie van McMullin ten aanzien van Trump. Het kan leiden tot direct verlies, of zoals in 2000 tot een Bush-Gore scenario (een uitslag die too close to call is en via hertellingen en gerechtelijke uitspraken moet worden bevochten; Bush won toen onder meer dankzij een scherpzinnige jurist, een zekere Ted Cruz).
De vraag is ook of het zwarte en hispano-electoraat dat Clinton heet te steunen ook werkelijk massaal gaat stemmen. Zeker bij het armere deel van deze bevolkingsgroepen is voorstelbaar dat men niet geneigd is de moeite nog te nemen om zich uit te sloven voor een politiek stelsel dat keer op keer teleurstelt en mensen links laat liggen. Wat maakt het uit of je door de kat of door de hond wordt gebeten?
Het is kortom geen kat in ’t bakkie voor Clinton en de Democraten. De mogelijkheid dat we opgescheept worden met een Amerikaanse president die net zo impulsief is – of zeg maar gewoon gek – als onze koning Willem III, maar dan met atoomwapens, is geen prettig vooruitzicht. Dan liever Hillary, hoe on-moederlijk ze ook mag zijn.
De presidentskandidaten en Nederland
Is de toekomstige president van de USA land eigenlijk een beetje bekend met Nederland? Hillary Clinton werd als minister van Buitenlandse Zaken door haar staf in ieder geval uitgebreid geïnformeerd over het ‘fascistische’ gehalte van Geert Wilders. Trump lanceerde in Rotterdam zijn eigen wodka-merk, dat natuurlijk uitmondde in een faillissement.
Vast staat dat Hillary Clinton hier zeker vijf keer is geweest. De eerste keer in 1997 als First Lady, oftewel FLOTUS, toen ze samen met de president op toer was in Europa ter viering van vijftig jaar Marshallhulp. Ze kwam een dag eerder dan Bill en hield een toespraak in Amsterdam. Het beroemdst aan dat bezoek was het al maanden van tevoren zorgvuldig geregisseerde spontane poffertjeseten in Delft.
De tweede keer was een bezoek in 2003 ter promotie van haar toen net vertaalde autobiografie Mijn Verhaal. Dat bezoek van de voormalige First Lady duurde een halve dag. Het beperkte zich tot het Amstel Hotel in Amsterdam – er was geen signeersessie voor het gewone volk – en bestond uit een lunch met figuren die net als Hillary zelf vooral ‘voormalig’ waren, zoals voormalig staatssecretaris Vermeend (PvdA), voormalig staatssecretaris Van Leeuwen (LPF) en voormalig Philips-topman Pieper.
Als Secretary of State kwam Clinton drie keer langs. Voorjaar 2009 was ze bij een internationale conferentie over Afghanistan en in januari 2010 sprak ze in de aanloop naar een Afghanistan-conferentie in Londen met de ministers Verhagen en Koenders, in het bijzonder over de positie van vrouwen daar. Grappig: dit bezoek staat niet in het overzicht van het State Department, maar Hillary heeft het zelf in een mail over ‘When I was in the Netherlands last week’. Zoveel gereisd dat de landen even door elkaar liepen wellicht? In december 2011 ontmoette ze haar Nederlandse collega Uri Rosenthal en hield ze een toespraak op de door het ministerie van BuZa georganiseerde conferentie over internetvrijheid.
Wikileaks
In principe interessanter is wat haar als Secretary of State aan feiten over ons land onder ogen is gekomen. Een rondje Wikileaks biedt inzicht.
In januari 2010 schrijft ze aan president Obama over haar ontmoeting met Verhagen en Koenders. Belangrijker is in dezelfde mail het volgende: ‘There appears to be a real difference of opinion in the Dutch coalition government about the anticipated withdrawal of their troops later this year. They are trying to square the move with the reality that development still requires security and trying to determine how they will reconfigure their continuing engagement in Afghanistan (and significant support) when they withdraw their troops from Uruzgan province – as seems likely given the vote in Parliament’.
In november en december 2010 ontvangt ze twee uitgebreide mails van de Amerikaanse journalist Max Blumenthal, die is gespecialiseerd in het conflict tussen Israël en de Palestijnen. De eerste gaat over de kort tevoren gehouden Nexus-conferentie The Return of the Ghosts, gewijd aan over het opkomend populisme, die ‘was inspired by the rise of far-right politician Geert Wilders’. Blumenthal schetst treffend de gang van zaken in het eerste kabinet-Rutte: ‘Wilders has essentially placed the Dutch coalition government in a stranglehold. (…) While Wilders dictates at will to the government, he remains independent of it, comfortably avoiding the consequences of policies he has helped to shape.’ Het bevat verder een uitgebreid verslag van de conferentie, met kritiek van Blumenthal op de manier waarop de ‘Dutch cultural elite’ met meel in de mond praat als het over dergelijke moeilijke onderwerpen gaat. Hillary is er content mee, ze heeft het doorgestuurd met de opmerking ‘A very smart piece – as usual’.
De tweede mail van Blumenthal gaat over de reacties in veel landen op wat wordt ervaren als de dreiging van de islam. Uiteraard wordt ook hierin Wilders genoemd, voornamelijk vanwege zijn gesprek met de toenmalige Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Avigdor Lieberman. Hij wordt in het stuk ‘Europe’s most prominent anti-Muslim figure’ genoemd. Ook dit heeft de minister ongetwijfeld gelezen, want ze heeft de mail doorgezonden met de opmerking ‘Pls print for me’.
Ook de laatste twee mails uit begin 2012 hebben betrekking op Wilders. De ene is een beschrijving door de Amerikaanse ambassade in Den Haag van de gang van zaken binnen het kabinet-Rutte en de invloed van gedoger Wilders (‘There has developed a sphere of fear, self-censorship and censorship’). De andere is een memo (‘confidential’) met een document van Rob Riemen, directeur van het Nexus instituut en auteur van een boek over Wilders waarin hij onomwonden fascist wordt genoemd. Uiteraard gaat ook dit memo daarover.
Om het verhaal compleet te maken: wat heeft Trump eigenlijk met Nederland? Praktisch niets, voor zover bekend is hij hier nooit geweest. Het enige is dat de eind 2005 met veel tamtam geïntroduceerde en al snel weer geflopte Trump Vodka in Nederland werd gemaakt door distilleerderij Wanders. In de beste Trump-traditie ging de in Rotterdam gevestigde firma in 2011 op de fles.
Democraten en Republikeinen
De twee grote partijen hebben goedbeschouwd tamelijk vreemde namen, want wie zou in de Verenigde Staten nu geen democraat of republikein (willen) zijn? Een autocratisch-royalistische partij zou geen schijn van kans maken.
Het begon rond 1790 allemaal met de Federalist Party van Alexander Hamilton en John Adams die voorstander was van een sterke regering. In oppositie daartegen ontstond in 1792 de Democratic-Republican Party van Thomas Jefferson en James Madison, die juist een zwakke federale regering en sterke staten nastreefde en opkwam voor agrarische belangen, vooral de plantages in het zuiden.
Na het verdwijnen van de Federalisten rond 1812 was het enige tijd de enige politieke partij van het land. In 1828 ontstond er een conflict over het benoemen van een opvolger van president James Monroe, met als gevolg een scheuring. Het ene deel van de partij ging door als Democratic Party, het andere deel vormde in 1854 de Republican Party. Grappig is dat juist de jongere Republikeinen de aanduiding Grand Old Party oftewel GOP hebben gekregen.
Als het om presidenten gaat hebben de partijen elkaar weinig na te geven. De Democraten hebben tot nu toe inclusief Barack Obama in totaal vijftien presidenten gehad. De Republikeinen kunnen achttien presidenten op het lijstje bijschrijven, onder wie een van de grootste: Abraham Lincoln (1861-1865).