‘De neus van Cleopatra! Als hij korter was geweest, was het aanschijn van de aarde anders geweest’, noteerde Blaise Pascal in nummer 162 van zijn Gedachten. De koningin van Egypte, Cyprus, Kreta, een deel van Libië en stukken van Syrië en Klein-Azië ging de geschiedenis in als exotische mannenverslinder bij uitstek. Was zij inderdaad het schoolvoorbeeld van een dominante vorstin?
Tekst Anton van Hooff
Cleopatra (69-30 vC), Grieks voor ‘van roemrijke vader’, stamde uit de dynastie waarvan alle vorsten naar de stichter Ptolemaios heetten. Ptolemaios I had zich bij het uiteenvallen van het wereldrijk dat Alexander de Grote in luttele jaren had veroverd (334-323) meester gemaakt van het rijke Egypte en omringende gebieden. Tienduizenden Grieken emigreerden naar deze Nieuwe Wereld. Deze kolonisten vormden politiek en cultureel de bovenlaag. Tot de komst van de Arabieren in 640, een millennium lang, was Grieks hier de overheersende taal.
De Grieks-Macedonische Ptolemeeën moesten zich echter ook in de ogen van de miljoenen inheemse bewoners legitimeren. Daartoe beschermden zij de gevestigde culten. Daarvan getuigt bijvoorbeeld de bekende Steen van Rosetta, die in Egyptische hiëroglyfen en in het Grieks de gunsten opsomt die Ptolemaios V aan tempels had verleend. Als dank werden beelden van ‘de eeuwiglevende koning Ptolemaios, de Verschenen Weldoende Godheid’ in iedere tempel op een prominente plaats in de gedaante van een farao opgesteld.
Gesloten familie
Ook volgens de aloude traditie hielden de Ptolemeeën de familie gesloten: huwelijken tussen volle broers en zussen waren geen uitzondering. Deze inteelt kan verklaren waarom de Ptolemeïsche neus in de loop van de tijd steeds markanter werd, zoals bij de Habsburgers de kinnebakken in de loop van de eeuwen steeds wanstaltiger werden.
In 69 geboren werd Cleopatra in 51 de medeheerser en misschien wel de gemalin van haar broer Ptolemaios XIII, toen tien jaar oud. Hij was nominaal de koning, maar zij trad een tijdlang in officiële teksten als enige soeverein op. De hofkliek rond Ptolemaios XIII maakte echter een einde aan haar machtsusurpatie. Ten slotte (49/48) vluchtte ze naar Askelon in Palestina. Daar werd een reeks munten geslagen met haar portret, inclusief haar prominente neus. Met een bijeengeraapt leger viel ze Egypte binnen, net op het moment dat Egypte werd meegesleurd in de grote Romeinse geschiedenis.
Caesars buit
In de grote burgeroorlog had Caesar op 9 augustus in Midden-Griekenland Pompeius verslagen. Deze hoopte nog in Egypte een basis te vinden om de strijd tegen de dictator voort te zetten. Op 28 september verscheen hij met zijn flottielje voor de kust van Sinaï waar de legers van Ptolemaios XIII en Cleopatra tegenover elkaar stonden. Namens Ptolemaios kwam een boot hem ophalen. Tijdens de vaart werd hij verraderlijk afgemaakt. Zijn hoofd werd afgehakt en naar de koning gebracht.
Een paar dagen later kwam Caesar in Alexandrië aan. Triomfantelijk werd hem Pompeius’ hoofd gepresenteerd, maar hij reageerde niet met de verwachte voldoening. Hij wendde zijn blik af en liet een traan.
Brutaal nam Caesar met de kleine legermacht die hij bij zich had, zijn intrek in het paleiscomplex van de Ptolemeeën. De Alexandrijnen, van oudsher beruchte relschoppers, belaagden Romeinse soldaten die zich in de metropool waagden. Terwijl Ptolemaios’ troepen in de Sinaï bleven, kwam de koning zelf naar Alexandrië. Daar kreeg hij van Caesar te horen dat hij en zijn zus hun troepen moesten ontbinden en hun geschil door hem laten beslechten.
Enkele weken heerste er een gespannen evenwicht in en rond het paleis.
Waszak
Toen verscheen Cleopatra. Stilletjes had zij haar leger verlaten, onopgemerkt voer ze de haven van Alexandrië binnen. Toen het donker was, leverde een vertrouwde hoveling een waszak – dus niet de tapijtrol uit de films – bij Caesar af. De lakei maakte het koord aan de bovenkant los. De zak viel op de grond en onthulde de koningin. Ze was nu eenentwintig, volgens de bronnen wel geen verblindende schoonheid, maar ze had wel de charme van een opvallend ontwikkelde, exotische vrouw. Caesar, toen tweeënvijftig, was nooit vies geweest van een vers blaadje. Slapen met een onderworpen koningin was het recht van de overwinnaar. En dit was nog wel een telg uit het roemrijke geslacht der Ptolemeeën.
Caesar verordende dat Ptolemaios XIII en Cleopatra weer samen zouden regeren. De mannen rond de toen dertienjarige koning accepteerden de vernedering niet. Ze probeerden zich meester te maken van de Romeinse schepen in de haven om zo Caesar af te snijden. Caesars mannen wisten in elk geval de schepen in brand te steken. Het vuur sloeg over op nabijgelegen gebouwen waaronder een pakhuis met perkamentrollen uit de Bibliotheek. Ptolemaios’ partij vormde een lokale militie die het paleis belegerde. Overdag leidde Caesar de verdediging, ’s avonds at en dronk hij overvloedig met zijn vrienden en vermeide zich ’s nachts met zijn koninklijke minnares.
Aan de hachelijke situatie kwam een einde toen er ten slotte versterkingen van buiten arriveerden. Ptolemaios’ leger werd verslagen; op zijn vlucht verdronk de jonge koning in de Nijl. Zo trok Cleopatra aan het langste eind. Voor de vorm werd er wel een huwelijk met het twaalfjarige broertje Ptolemaios XIV gearrangeerd.
Zwanger van Caesar
Toen namen Caesar en zij het ervan. Samen maakten ze een lange boottocht over de Nijl. Cleopatra was zwanger toen hij naar Klein-Azië vertrok om daar alweer een tegenstander neer te slaan. Het ging zo snel dat hij kon zeggen: ik kwam, zag, overwon (veni, vidi, vici).
Eind 47 kwam de vrucht van hun relatie ter wereld, Ptolemaios XV, door het volk ‘Caesartje’ genoemd, in het Grieks Kaisarion. In 44 werd ook hij in de koninklijke drie-eenheid opgenomen. Caesar erkende het kind nooit als de zijne; hij had slechts één legitieme dochter, Julia. Andere onwettige kinderen werden hem wel toegeschreven, onder wie Brutus, een van zijn moordenaars, tot wie hij zijn laatste woorden in het Grieks zou hebben gericht: ‘Ook jij, kind?’ (in het Latijn vervormd tot Tu quoque, Brute? Ook jij, Brutus?).
Marcus Antonius
De moord op Caesar vond plaats op de omineuze Maartse Iden, 15 maart 44. Cleopatra vertoefde sinds eind zomer 46 in een villa in Trastevere. Daar bezocht Caesar haar regelmatig. Waarschijnlijk was ze daar om haar positie in Egypte door Rome gegarandeerd te krijgen. Het met haar broer gedeelde koningschap werd inderdaad nog in 46 door de senaat bevestigd.
Zij bleef verre van de chaos die na Caesars dood uitbrak. Al op 16 april 44 had ze Rome verlaten, zo blijkt uit een brief van Cicero van die datum. In mei meldde hij als welkom gerucht dat de gehate koningin dood was. Toen Cleopatra eind augustus 44 terugkwam in Egypte, was haar koninklijke gemaal Ptolemaios XIV dood, vergiftigd volgens de geruchten. Zijn dood kwam Cleopatra wel goed uit; hij was vijftien of zestien en kon het kristallisatiepunt voor een oppositie worden. Nu had zij letterlijk het rijk alleen, officieel samen met haar zoontje.
In de burgeroorlog die uitbrak tussen enerzijds de Caesardoders Brutus en Cassius en de Caesars wrekers Marcus Antonius en Caesars postuum aangenomen zoon, zijn neef Octavianus (de latere Augustus), opereerde ze terughoudend. Binnenlands liet ze zich verheerlijken als de nieuwe Isis en vrouwelijke Horus.
In 42 viel de beslissing, weer in Griekenland, in de slag bij Philippi: Brutus en Cassius werden verslagen en sloegen de hand aan zichzelf. De twee overwinnaars verdeelden eenvoudig het rijk, Octavianus het westen, Marcus Antonius het oosten. In 41 stak hij over naar Klein-Azië en sommeerde Cleopatra daarheen te komen. Ze maakte een hele vertoning van haar verschijning in Tarsos. De laatste etappe legde ze af op een uitbundig opgetuigd schip: purperen zeilen, boeg van goud, wierookbranders en roeiers die op het ritme van fluiten en lieren de riemen hanteerden. De koningin lag onder een luifel met goudborduursel, opgemaakt als een evenbeeld van de liefdesgodin Aphrodite. Op de mare van haar komst liep de stad uit en liet Antonius alleen achter.
Daarop volgden copieuze diners over en weer, waarbij Cleopatra de show stal. Ze was nu achtentwintig, ‘een leeftijd waarop een vrouw op haar mooist en haar intellect het grootst is’ volgens de antieke biograaf van Marcus Antonius. Beiden hadden voordeel bij een relatie: zij kreeg een nieuwe beschermheer en hij was zo de nieuwe Caesar. Binnen een jaar bracht ze een tweeling ter wereld. Antonius bevestigde het koningschap van haar en Caesars zoon en liet haar zus Arsinoë, een potentiële rivale, uit de weg ruimen.
De winter van 41/40 bracht het paar in Alexandrië door; zaken werden afgewisseld met de ontspanning van jagen, straatschenderij en weelderige feestpartijen. Hier hebben schilders en filmmakers stof voor ‘verbeelding’ gevonden.
Koningin der Koningen
Hierna zagen de twee elkaar drieënhalf jaar niet. Antonius ging naar het westen en raakte verwikkeld in allerlei conflicten met Octavianus, maar Cleopatra was voor het moment zeker van haar positie. Toen Marcus Antonius na een verzoening met Octavianus weer oostwaarts trok, nam hij Octavia, zijn nieuwe vrouw, mee. Als zus van Octavianus was zij de bezegeling van het pact tussen de generalissimi. In Athene brachten ze de winter van 39/38 door als privé-burgers, een gezinnetje met de pasgeboren dochter Antonia. Pas in 37/36 kon Antonius zich vrijmaken van de politieke besognes in en om Italië en in Antiochië verblijven. Daar bereidde hij een veldtocht tegen de Parthen; met hen had Rome nog een rekening te vereffenen. Octavia was niet bij hem. Ze was naar Italië teruggekeerd. Daar bracht ze haar tweede dochter van Antonius ter wereld.
Antonius liet Cleopatra naar Antiochië komen. Hij had haar nodig voor geld en graan voor zijn troepen. Voor het eind van de winter was Cleopatra weer zwanger. Antonius breidde haar rijk uit met Cyprus, Kreta, een deel van Libië en stukken van Syrië en Klein-Azië. Het was lang geleden dat het Ptolemeeënrijk zo’n omvang had gehad, maar echt soeverein was Cleopatra natuurlijk niet. De veldtocht tegen de Parthen liep uit op een smadelijke terugtocht. Aangekomen in Syrië liet Antonius Cleopatra naar de Libanon komen. Ze kwam en bracht de benodigde hulpgoederen voor het aangeslagen leger mee. Samen voeren ze naar Alexandrië.
Antonius’ falen stak schril af tegen de militaire prestaties van Octavianus in het westen. In 34 behaalde Antonius toch nog een militair succes; hij viel Armenië binnen en nam de koning gevangen. Deze moest paraderen in een soort triomftocht die in Alexandrië werd gehouden, dus niet zoals hoorde in Rome. Deze schending van de eerbiedwaardige mores was koren op de molen van de westerse propaganda die Antonius als een oosterse potentaat ging afschilderen. Antonius deed ook weinig om een slechte indruk te voorkomen. Hij arrangeerde allerlei dynastieke huwelijken in de regio. Een slechte indruk maakte de ceremonie van enkele dagen later, die als de Donaties van Alexandrië de geschiedenis zou ingaan: Antonius en Cleopatra zaten op gouden tronen, zij uitgedost als Isis. Vóór hen zaten op lagere tronen Kaisarion (13 jaar), de zesjarige tweeling en de jongste spruit, de tweejarige Ptolemaios. Cleopatra en Kaisarion werden nog eens bevestigd als heersers van Egypte en Cyprus. De andere kinderen kregen landen in het Midden-Oosten en Libië toegewezen. Zo werd Cleopatra ‘Koningin van Koningen, wier zoons Koningen zijn’.
Majesteitsmeervoud
Octavianus kreeg zo welkome munitie voor zijn propaganda: Antonius verkwanselde eigenmachtig delen van het Romeinse Rijk, in de ban als hij was van een oosterse koningin.
Ondanks haar hoogdravende titels was Cleopatra ondergeschikt aan de Romeinen. Dat blijkt uit een koninklijk besluit van 23 februari 33. Het begint met ‘wij hebben verleend’. Dat ‘wij’ staat voor haar en haar zoon. Het is dus niet het potsierlijke majesteitsmeervoud waarmee Nederlandse KB’s beginnen. De oudheid kent die pluralis maiestatis helemaal niet. Ten onrechte hebben rechtsgeleerden uit de late middeleeuwen het ‘wij’ in Romeinse edicten zo opgevat. In feite gaat het echter om besluiten van twee keizers tezamen. Cleopatra en Kaisarion/Ptolemaios XV verleenden aan een Romein en zijn erfgenamen een uitgebreide belastingsvrijdom. Het document is door een klerk in een nette ambtenarenhand uitgeschreven. Onderaan staat in een ander, snel handschrift ‘laat het gebeuren’, in het Grieks genestho, het equivalent van het Latijnse fiat. Cleopatra en haar zoon geven dus door een paraaf hun fiat. We hebben hier dus kennelijk het unieke autogram van Cleopatra zelf, zoals de Nederlandse papyroloog Peter van Minnen ontdekte.
Propagandaoorlog
Antonius en Cleopatra zouden gewedijverd hebben in het aanrichten van exclusieve en dure maaltijden. Zij snoefde dat ze hem met een diner van 2,5 miljoen denarii zou overtroeven. Tot aan het dessert was er nog niets bijzonder exquisiets geserveerd. Toen kreeg ze een schaal met azijndrank voorgezet. Ze nam een van haar parelen oorbellen af en stopte die in het vocht. Ze dronk vervolgens het brouwsel op waarin de parel was opgelost. De parel loste prompt op – natuurkundig erg onwaarschijnlijk. Berichten over zulke excessen vielen in Italië op gretige oren. In de propagandaoorlog schreef Marcus Antonius aan Octavianus een open brief in platte kameraadschappelijke stijl: ‘Wat heeft jou zo veranderd? Dat ik een koningin neuk? Ze is mijn vrouw! Ben ik daar pas mee begonnen of niet al negen jaar terug? Neuk jij soms alleen jouw Livia? Ik wens je het beste toe zodat je als je deze brief leest, al Tertulla, Terentilla, Rufilla, Salvia of Titiseia hebt geneukt of ze allemaal achter elkaar. Maakt het soms uit waar en in wie je spuit?’
Omgekeerd gebruikte Octavianus de smerigste middelen om Antonius zwart te maken. Octavianus opende zelfs Antonius’ testament dat bij de Vestaalse Maagden in bewaring was en maakte daaruit allerlei compromitterende bepalingen publiek. Hij wierp zich op als de kampioen van het onbedorven westen tegenover het decadente oosten dat Antonius had opgeslorpt. Bovendien speelde hij de rol van de gekrenkte broer die de eer van zijn verstoten zus Octavia moest wreken. Beide partijen maakten zich op voor alweer een burgeroorlog.
Antonius en Cleopatra trokken met troepen en een vloot naar het westen. Op 2 september 31 kwam het bij een baai in Noordwest-Griekenland, bij Actium, tot de beslissende zeeslag. Op een kritiek moment koos Cleopatra met haar flottielje de vlucht. Antonius liet alles in de steek en ging achter haar aan. Na een paar dagen verenigden ze zich, ook in de liefde en gingen naar Alexandrië. In de zomer van 30 viel Octavianus vanuit west en oost aan. De toestand was uitzichtloos. Cleopatra trok zich terug in haar nog niet afgebouwde mausoleum en liet Antonius weten dat zij dood was. De poging tot eigendoding die Antonius deed, lukte maar half. Zwaargewond werd hij naar Cleopatra in haar mausoleum gebracht. Daar bezweek hij ten slotte.
Een adder gekoesterd?
Bij onderhandelingen, die Cleopatra nog enige perspectief boden, wisten Octavianus’ mannen zich verraderlijk van Cleopatra meester te maken; ze werd in het paleis opgesloten. Een paar dagen later zocht Octavianus haar daar op; hij liet zich niet door haar inpakken. Hij zou zijn afgeknapt op haar neus. Dit gerucht gaf Blaise Pascal nummers 162 van zijn Gedachten in: ‘De neus van Cleopatra! Als hij korter was geweest, was het aanschijn van de aarde anders geweest,’ van een klassiek geval van een ‘iffy’: wat zou er gebeurd zijn als…?
Octavianus was vastbesloten haar in Rome mee te voeren als het pronkstuk van zijn triomftocht. Dat vooruitzicht kon de koningin niet verkroppen. Op 10 augustus 30 bracht ze nog een bezoek aan Antonius’ lijk in haar mausoleum. Terug in het paleis nam ze een bad, trok haar koninklijk gewaad aan en genoot een overvloedige maaltijd, met alleen twee dienaressen als gezelschap. Tevoren had ze Octavianus een brief gestuurd, erop rekenend dat hij die pas zou krijgen als het al gedaan was.
Toen maakte ze een einde aan haar leven. Het populairst is de versie dat ze zich door giftige slangen liet bijten, en nog wel in haar borst. Maar de enige sporen die haar lichaam vertoonde waren twee gaatjes in haar arm, van giftige naalden of slangentanden? Haar twee dienaressen volgden haar in de dood, nadat ze nog wel hun koningin zo indrukwekkend mogelijk hadden opgebaard. Ze was pas 31 jaar toen ze stierf na een wel zeer bewogen leven.
Hoewel gefrustreerd liet Octavianus Cleopatra naast Antonius in het mausoleum bijzetten. Kaisarion, die Cleopatra in veiligheid had willen brengen in India, werd door zijn huisleraar uitgeleverd en naar Alexandrië gebracht. Daar werd hij op bevel van Octavianus afgemaakt: een echte zoon van Caesar zou ooit een rivaal kunnen zijn. De andere kinderen van Antonius en Cleopatra liepen wel mee in Octavianus’ triomftocht, maar hun werd geen haar gekrenkt; nota bene Octavia nam hen onder haar hoede.
Geenszins vrouwelijk
Een ‘allerminst kleinmoedige vrouw’ noemt Horatius Cleopatra op het einde van het gedicht waarin hij jubelt over de uitschakeling van het ‘fatale monster’. Ze had zich toch maar ‘geenszins vrouwelijk’ aan Octavianus’ trotse triomf onttrokken door met haar lijf het donkere slangengif te drinken. Een fiere vrouw was Cleopatra zeker altijd geweest. Met behoedzame durf had ze steeds gemanoeuvreerd. Formeel en feitelijk had ze het nooit zonder mannen kunnen stellen, onder nominale koningen Ptolemaios XIII tot en met XV, in werkelijkheid onder protectie van twee Romeinse generalissimo’s, totdat bij de derde haar neus haar fataal werd.