Een junk op de troon

‘Is HM wel helemaal normaal?’, vroegen de ministers van Wilhelmina’s oorlogskabinet in Londen zich af. De vorstin bleek verslaafd aan pervitine, een amfetamine die ook in zwang was bij de Duitse SS en Wehrmacht. Historicus Gerard Aalders over de consequenties van absoluut regeren onder invloed van speed.

 

Tekst Gerard Aalders

 

Onlangs verscheen een boek van de historicus-jurist Marcel Verburg waarin hij onomwonden constateert dat koningin Wilhelmina aan de drugs was. Jarenlang hebben we een junk op de troon gehad. Hoezeer en hoelang ze verslaafd was is moeilijk te zeggen want het tv-programma ‘EenVandaag’, waarin Verburg zijn boek Geschiedenis van het Ministerie van Justitie 1940-1945 presenteerde, deed zijn uiterste best om het kijkvolk te sussen. In Wilhelmina’s tijd zag men drugs nog niet als drugs en ze was toch onze Moeder des Vaderlands in de bange oorlogsjaren? Daar valt van alles op af te dingen, maar dat Wilhelmina een junk werd is gezien haar opvoeding best logisch.

 

Zielig geval

Een koningsdochter groeit niet op als andere meisjes. Wilhelmina was als kind een zielig geval, hoewel het haar materieel natuurlijk nergens aan ontbrak. Waar het aan schortte was warmte, empathie en gewone medemenselijkheid. Vriendinnetjes had ze niet en de paar meisjes die met haar mochten spelen – nou ja, zo nu en dan in haar nabijheid mochten verkeren – moesten haar aanspraken met ‘mevrouw’.

Haar moeder, koningin Emma, zeulde met dochterlief stad en land af om sympathie op te bouwen voor het Oranjehuis want die was door het onbeschofte en onbehouwen gedrag van Wilhelmina’s  vader, koning Willem III, tot een dieptepunt gedaald. Emma is er helaas in geslaagd die neerwaartse spiraal te doorbreken en om te buigen in een richting die het republikeinse volksdeel haar niet in dank heeft afgenomen.

Zodra ze meerderjarig was – voor Wilhelmina was dat al op haar achttiende verjaardag, drie jaar eerder dan haar leeftijdgenoten – besteeg ze de troon. Ook die gebeurtenis helpt je op termijn wellicht aan de drugs, want als je als tiener al staatshoofd wordt – terwijl je eigenlijk nog gewoon op de middelbare school hoort te zitten – raak je het zicht op de werkelijkheid kwijt. Op zo’n dag denkt zo’n kind-staatshoofd wellicht dat het hallucineert, maar het was allemaal echt.

De kranten dampten bij haar inhuldiging van pure Oranjeliefde en een minister was het spoor helemaal bijster toen hij schreef over de ‘waardige en tegelijk natuurlijke wijze’ waarop Wilhelmina haar arm had opgeheven om trouw te zweren. ‘Geen actrice had het haar kunnen verbeteren, zoo bevallig en tegelijk ongekunsteld was hare beweging.’

Probeer in zulke omstandigheden maar eens van de drugs af te blijven. Je steekt je arm omhoog en een minister valt subiet in zwijm van ademloze bewondering.

 

Mateloos gedweep

Ze had trouwens acht jaar de tijd gehad om dat armpje te leren heffen en het tekstje te oefenen dat ze in de Nieuwe Kerk uitsprak. Met die tekst is ook al zo mateloos gedweept, hoewel het kind/koninginnetje niets bijzonders had te melden. Integendeel. Maar volgens haar biograaf deed ze dat wel ‘kristalhelder en zonder enige hapering’. Dat is fijn, maar ach, het was ook maar een minispeech van nog geen 250 woorden; zeg maar een driekwart A-4tje.

Opvallend genoeg heeft Wilhelmina zichzelf qua gedrag lang in de hand weten te houden, wat een ijzeren wilskracht moet hebben geëist. Ze had altijd een sterk overtrokken beeld van zichzelf en was ten diepste overtuigd van haar eigen grootheid en importantie. Tegenspraak duldde ze niet en vermoedelijk zwolg ze als een Donald Trump in de adoratie van het juichende publiek.

Toen de oorlog uitbrak had ze op allerlei mogelijke manieren kunnen reageren. Ze nam echter het verkeerde besluit en koos voor het hazenpad. De orangistische geschiedschrijving heeft bovenmenselijke pogingen gedaan haar vlucht als een heldendaad af te schilderen; als een bewijs van haar diepgaande inzicht in de loop der dingen.

Die vermeende diepgaande, intellectuele, vergezichten hadden haar er van overtuigd dat de oorlog maar kort zou duren: hooguit een jaar. Dan kon ze weer terug. Maar het duurde vijf keer zo lang en de frustraties hoopten zich op. Ergens is het toen fout gegaan en heeft ze naar de pervitine gegrepen, een drug die vergelijkbaar is met speed of amfetamine.

wilhelmina joep nieuw

Absolute monarchie

Wilhelmina vertoonde in Londen opvallend gedrag en ze gedroeg zich meer als een viswijf dan een koningin. Haar ministers maakte ze uit voor rotte vis en bij iedere aanleiding schold ze de heren stijf. Volgens Hare Majesteit waren de ministers van haar operetteregering – het valt moeilijk anders te benoemen – een zootje slapjanussen. Geen knip voor de neus waard. Het punt was vooral dat niemand haar ideeën over ‘Vernieuwing’ wilde accepteren. Dat strekt de ministers tot eer, want wat Wilhelmina ‘Vernieuwing’ durfde noemen, was niets minder dan een terugkeer naar de duistere Middeleeuwen. De macht van het parlement wilde ze drastisch beperken en die van haarzelf oprekken. Wilhelmina droomde van een absolute monarchie.

Dat archaïsche idee had zich onwrikbaar in haar hoofd vastgezet. Dankzij (of wellicht ondanks) de pervitine? Wie tegen ‘Vernieuwing’ was, was tegen háár en kon maar beter direct opkrassen. Bij haar ministers rees de vraag: ‘Is Hare Majesteit wel helemaal normaal?’

Jazeker. Wilhelmina gedroeg zich zoals ze zich eigenlijk altijd al had willen gedragen. Alleen had ze zich altijd beheerst, maar die eigenschap verdween onder invloed van haar druggebruik. Een kernmerk van pervitine is namelijk dat het je normale gedrag versterkt.

In potentie, zo moet de conclusie luiden, was Wilhelmina’s viswijverige, onbeschofte gedrag dus altijd al onder de oppervlakte aanwezig. Pas toen ze pervitine ging gebruiken, openbaarde zich haar ware karakter en verschilde ze nog maar nauwelijks van haar vader, Willem III.