De positie van de vrouw binnen de Japanse keizerlijke familie is van ondergeschikt belang. Erfopvolging in de vrouwelijke linie is onmogelijk en de uit de burgerij afkomstige echtgenotes van kroonprins en keizer vielen ten prooi aan depressies, schrijft oud-Japan-correspondent Hans van der Lugt, die nieuw is toegetreden tot de redactie van ‘De Republikein’.
Tekst: Hans van der Lugt
Japans keizerrijk biedt geen plek aan de vrouw
De bizar complexe omstandigheden waarbinnen het Japanse keizerlijk huis functioneert staan weer in het centrum van de belangstelling door een videoboodschap van de Japanse keizer, waarin hij speculeert over de mogelijkheid om vroegtijdig zijn ambt neer te leggen.
Het is de tweede keer deze eeuw dat een persoonlijke wens van een lid van de keizerlijke familie via een boodschap een het volk naar buiten komt. In 2004 deed de kroonprins namelijk tijdens een persconferentie zijn beklag over de wijze waarop zijn vrouw, lijdend aan psychische klachten, door de hofhouding werd behandeld. Deze persoonlijke uitingen gaan tegen alle gebruiken van het moderne keizerschap in, want in modern Japan is de keizer vooral speelbal van de ambities van politieke krachten die buiten zijn macht liggen – en daarmee is het instituut juist een bedreiging voor het democratisch gehalte van Japan.
Keizer Akihito speculeerde 8 augustus over vroegtijdig aftreden of het laten overnemen van zijn publieke taken door een regent, opdat het land niet stilvalt als zijn gezondheid verslechtert. De boodschap was cryptisch geformuleerd aangezien de keizer sinds het eind van de Tweede Wereldoorlog niet geacht wordt zich te bemoeien met politieke zaken. Zijn opvolging is wettelijk geregeld en bemoeienis daarmee is niet gepast.
Ingebeitelde glimlach
Akihito kan in het buitenland op sympathie rekenen, ook weer voor deze boodschap. De man gaat immers zijn hele leven al glimlachend over straat – een glimlach die lijkt ingebeiteld. In het buitenland spreekt hij vooral excuses uit over het oorlogsverleden en de pijn die anderen is aangedaan. Zijn eigen bevolking steekt hij immer een hart onder de riem als er weer eens een aardbeving of orkaan dodelijk heeft toegeslagen en de lokale bevolking in sporthallen en schoolgebouwen schuilt.
Akihito is ‘koppig op het punt van zijn ideeën over vrede’, schreef NRC Handelsblad op 9 augustus in een hoofdartikel naar aanleiding van de videoboodschap, die behalve aan abdicatie ook relateert aan andere actuele ontwikkelingen zoals herziening van de grondwet met betrekking tot de status van het leger en van de keizer zelf.
Symbool van de staat
Maar hoe weet de krant wat Akihito’s ideeën over vrede zijn? Elf jaar lang (tot 2006) deed ik voor NRC Handelsblad vanuit Tokyo verslag gedaan Japan. Tot twee keer toe heb ik een uitzonderlijke, geheel geregisseerde persconferentie van het keizerlijk paar meegemaakt. Wat de keizer werkelijk denkt zou ik willen classificeren als het best bewaarde geheim van Japan. Ja, hij spreekt boodschappen uit over vrede, maar als ‘symbool van de staat’ , niet als privépersoon.
Juist omdat de keizer zelden of nooit een persoonlijke uitspraak doet is elke uitspraak over wat hij denkt vooral speculatie. Op de burelen van de invloedrijke conservatieve lobbygroep Nippon Kaigi (‘Japan Conferentie’) in Tokyo nam ik ooit kennis van een discussie tussen twee hoogleraren over de betekenis van de gedichten die de keizer jaarlijks rond nieuwjaar publiceert. Deze hoogleraren zochten vooral een bevestiging van hun eigen visie, namelijk dat de keizer via zijn poëzie kritiek uit op falende politici. Het was een tamelijk autistische exercitie, maar het geeft wel aan dat het in het publieke discours belangrijker is wat men in een symbool als de keizer ziet dan wat hij werkelijk zegt en denkt.
Aartsconservatief
Conservatieven in Japan leven met het idee dat de keizer eigenlijk aartsconservatief is, terwijl een buitenlandse krant als NRC zich blij maakt met het idee dat de keizer een vredelievende wereldburger is. Beide visies zijn een construct op basis van armetierig bewijs en vooral heel veel spin.
De ophef over de videoboodschap geeft al aan hoe bijzonder het is dat de keizer iets van een persoonlijke visie naar buiten laat komen. In welke andere constitutionele monarchie zou er zoveel politieke ophef zijn over zo’n simpele, praktische kwestie: een 82-jarige vorst die in indirecte termen (in de derde persoon) zegt dat het misschien verstandig is als hij, gezien zijn matige gezondheid, niet tot stervens aan toe zijn publieke taken hoeft uit te voeren?
Eén keer eerder was er een vergelijkbare persoonlijke ontboezeming door een lid van het keizerlijk huis. In 2004 deed kroonprins Naruhito tijdens een persconferentie zijn beklag over personen binnen de hofhouding die ‘de persoonlijkheid’ van zijn echtgenote Masako ‘negeerden’, terwijl ze zich al ’tien jaar enorm [had] ingezet om zich aan te passen aan het milieu van het keizerlijk huis’. Als gevolg van deze behandeling was Masako te moe om haar publieke taken uit te voeren en kon ze de kroonprins niet vergezellen tijdens een reis naar Europa.
Nog vreemder was de respons van het hoofd van de hofhouding. Hij zei namelijk tijdens een persconferentie (terwijl de kroonprins inmiddels in Europa was) dat hij geen idee had waar de kroonprins op doelde. Hij wilde na terugkeer van de kroonprins ‘graag persoonlijk van hem vernemen wat hij precies bedoelt’.
Lachwekkend
Bleef het bij een kroonprins en dienaar die ervoor kiezen om via persconferenties met elkaar te communiceren, dan was het niet meer dan lachwekkend. Het zijn thema en politieke constellatie die het dramatisch en zelfs zorgwekkend maken.
Masako is de tweede burgervrouw in de Japanse geschiedenis die is getrouwd met een kroonprins. De huidige keizerin Michiko, dochter van een industrieel, ging haar in de jaren vijftig na lang twijfelen voor en heeft er vervolgens zwaar onder moeten lijden met allerlei fysieke klachten.
Masako ging dezelfde weg. Opgeleid aan universiteiten als Harvard en Oxford en als diplomaat werkzaam op het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken, heeft ze haar carrière rigoureus opgeofferd voor haar huwelijk, waarin ze ‘alleen maar’ hoefde te zorgen voor een mannelijke opvolger. En dat lukte dus niet. Na acht jaar huwelijk werd in 2001 uiteindelijk een dochter geboren (volgend op een miskraam). Publiekelijke kritiek was haar deel en binnen de paleismuren werd ze dus ‘genegeerd’, ook al deed ze nog zo haar best om zich aan te passen.
Niet lang na de persconferentie van de kroonprins sprak ik een zeer nauw familielid van Masako die enkele opmerkelijke uitspraken deed over haar toestand. Kritiek op haar persoon draait vaak om het idee dat ze als diplomaat en dochter van een topambtenaar op Buitenlandse Zaken toch had kunnen weten waar ze aan was begonnen. Dit familielid zei glashard: ‘Dit had ze op geen enkele manier kunnen weten’. Ofwel, binnen de paleismuren is de subcultuur zo bizar dat zelfs een topdiplomaat, gewend aan decorum en paleisbezoeken, niet kon weten hoe het zou zijn. Ten tweede kon dit familielid op de vraag hoe het Masako op dat moment verging geen enkel antwoord geven, zo beperkt was het contact met de buitenwereld.
Vrouwelijke troonopvolger
De hofhouding was op dat moment echter nog lang niet klaar met het ‘negeren’ van Masako. Bij gebrek aan mannelijke troonopvolger (na de ene dochter zette Masako geen kinderen meer op de wereld gezet en de broer van de kroonprins had slechts twee dochters) ging de publieke opinie richting de acceptatie van een vrouwelijke troonopvolger, zoals men ook in een grijs verleden keizerinnen had. Het paleis liet het echter niet gebeuren. Ook al hadden de broer van de kroonprins en zijn vrouw al elf jaar eerder een punt gezet achter het krijgen van kinderen, plotsklaps was prinses Kiko weer zwanger in 2006. En jawel, op 6 september zag een zoon het levenslicht. Met geen enkele mogelijkheid is dit te zien als een ‘natuurlijke’ ontwikkeling.
Nu en dan mag er dus een persoonlijk geluid klinken uit het paleis in Tokyo, de ontwikkelingen rond het keizershuis hebben heel weinig van doen met de persoonlijke wensen van de leden van het huis, en des te meer met de wensen van politiek en ambtenarij. Vanuit het westen ons blindstaren op een ‘boodschap van vrede’ en enkele spaarzame momenten waarin iets persoonlijks van keizer of kroonprins doordringt is verspilde tijd.
Belangrijk is hoe het instituut als instrument door de politiek wordt gebruikt voor het vormgeven van de staat waarvan de keizer het symbool is. En dat beeld is niet positief. Japan heeft geen democratische traditie en zaken als persvrijheid en vrijheid van meningsuiting staan permanent onder druk.
Soeverein hoofd
De conservatieve machthebbers in Japan willen maar één ding: terug naar de goede oude tijd. De keizer moet bijvoorbeeld weer het ‘soevereine hoofd’ van Japan worden, net als in de vooroorlogse grondwet. De rol van het leger wordt steeds groter in Japan en ook dat moet in de grondwet worden vastgelegd door schrappen van art. 9 dat Japan eigenlijk verbiedt om een leger te hebben. Kinderen wordt intussen op school weer eerbied voor vlag en volkslied bijgebracht, terwijl nadenken over het oorlogsverleden wordt bemoeilijkt – als het al aan de orde komt.