‘Nederland ligt op de knieën voor Oranje’, oordeelt Tomas Ross, succesvol auteur die veel spannende boeken over de koninklijke familie heeft geschreven. In het komende derde deel van zijn trilogie over Nederlands-Indië spelen Wilhelmina en Bernhard weer een belangrijke rol.
Tekst Gijs Korevaar
De trilogie Voor koningin en vaderland. Bernhard, de schavuit van Oranje. Het meisje uit Buenos Aires. Het verdriet van Wilhelmina. Onze vrouw in Tripoli. Tomas Ross schrijft veel en vaak over de Oranjes. De schrijver zelf haalt er de schouders over op. Kan hij er wat aan doen dat de Nederlandse politiek zo saai is? Dat er zelden flamboyante figuren boven het maaiveld van ‘Den Haag’ uitsteken?
‘Mijn fascinatie met prins Bernhard is simpel. Hij was direct of indirect betrokken vanaf zijn intrede in Nederland – dat was omstreeks 1936 – betrokken bij alle bekende affaires en schandalen in ons land’, aldus de schrijver in de sfeervolle vergaderzaal van zijn uitgever De Bezige Bij. Hij draait nog eens een extreem dunne sigaret – ‘de enige die hier mogen roken zijn Remco Campert en ik, wij zijn de enige schrijvers die nog roken’ – en doet het raam open om de lucht te verversen.
Tomas Ross is het schrijverspseudoniem van Hagenaar Willem Hogendoorn, zoon van een verzetsman uit de Tweede Wereldoorlog die daarna lid werd van de meteen in 1945 opgerichte Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), voorloper van de huidige AIVD. Het is daarom ook niet zo verwonderlijk dat spionnen, intriges en veiligheidsdiensten vaak een rol spelen in zijn verhalen. In zijn boeken neemt hij altijd echte gebeurtenissen als uitgangspunt en daar spint hij een heel verhaal omheen. Het is veelal voor zijn lezers moeilijk vast te stellen waar feiten overgaan in fictie. Zijn werk wordt omschreven als ‘faction’, de samenvoeging van feiten en fictie.
Over Bernhard raakt Tomas Ross niet snel uitgesproken. ‘Wilhelmina heeft zich wezenloos gezocht naar een goede echtgenoot voor Juliana, maar de een na de ander haakte af. Uiteindelijk werd het Bernhard zur Lippe-Biesterfeld, wetende dat hij een enorme playboy was, ook wetende van zijn lidmaatschap van de SS. Nog nooit vertoond: hij kreeg een salaris van 200.000 gulden netto. Natuurlijk netto, want de Oranjes betalen geen belasting. Prins Hendrik, de man van Wilhelmina, kreeg helemaal niks’.
Onderkoning van Indië
Voor Bernhard was het een stap omhoog wat betreft status en geld. Ross denkt echter dat de ambities van de prins-gemaal verder gingen. In de oorlogsjaren wilde hij met Wilhelmina naar Indië gaan, maar de koningin voelde daar niets voor. En dan als onderkoning van Indië? Mocht ook niet. ‘Wilhelmina hield niet van Londen en zat op een buitenplaats in de bossen. Daar zat Bernhard helemaal zonder controle, want Juliana was ver weg in Canada. Geheime agenten, het leger en allemaal mooie meiden om zich heen. Na de oorlog hoopte hij naast Juliana koning te worden. Dat ging niet door. De politieke partijen kwamen terug. Daar zijn de oude mannen weer, zou Wilhelmina hebben gezegd. Toen kwam in de jaren vijftig de affaire met gebedsgenezeres Greet Hofmans. Bernhard wilde Juliana onder curatele stellen, dan zou hij regent worden voor zijn dochter Beatrix. Die was toen veertien. Dat ging ook al niet. Dan maar het bedrijfsleven in, moet hij hebben gedacht. Tot de zaak Lockheed’.
Tomas Ross heeft over al deze zaken boeken geschreven. Over het omkoopschandaal rond Lockheed, over de reizen van de prins naar Argentinië en zijn bemoeienis met Zorreguieta en diens dochter Máxima. Het hof bleef ijzig stil. ‘Als het niet waar is, reageer dan’, zegt Tomas Ross. Een keer heeft prins Bernhard aan het eind van zijn leven een open brief in De Volkskrant geschreven waarin hij alle verhalen naar het land van de fabeltjes verwees. Ross: ‘Maar dat boek over Máxima dan? Reageer dan. Maar de koninklijke familie heeft goede adviseurs. Adviseurs waar Bernhard natuurlijk niet naar luisterde. Het is natuurlijk voor hen beter om niet te reageren, maar voor mij is dat wel jammer. Zo’n brief van prins Bernhard. Geweldige reclame voor mijn boeken’.
Onaantastbaar
En ondertussen blijft zo’n beetje heel Nederland braaf in de monarchie geloven. ‘Ze wanen zich onaantastbaar. Ik weet zeker dat mijn vader, als die nog had geleefd tijdens de Lockheed-affaire, zou hebben gezegd dat het een communistisch complot tegen Nederland was. Hij zou het niet hebben geloofd. Het Nederlandse volk ligt dagelijks op de knieën voor de Oranjes. Nog zo’n ding: bij bezoeken aan andere landen gaan de deuren sneller open als de koning erbij is. Dan krijgen de bedrijven extra opdrachten. Onzin natuurlijk’.
De mensen denken dat die monarchie echt iets van Nederland is. Maar daar denkt de auteur toch net anders over. ‘We zijn veel langer een republiek geweest dan een koninkrijk. Al de jaren van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waren we hartstikke rijk en machtig. In de tijd van de koningen van Oranje zijn we gereduceerd tot een klein landje’.
Ross heeft net het manuscript voor het derde deel van zijn trilogie over Nederlands-Indië ingeleverd bij de uitgeverij. ‘Daarom zie ik moe uit’, lacht hij. Ook in die serie speelt het koninklijk huis – Wilhelmina en Bernhard vooral – een belangrijke rol. En daarna? Weer de Oranjes in een nieuwe episode? ‘Mijn volgende project wordt Blonde Dolly. De prostituee in Den Haag die is vermoord. Hoe kan het dat zo’n vrouw zoveel geld had? Waarom is ze vermoord? Nee, daar krijg ik geen Oranje in. Dat is ook maar goed ook. Een keer geen koning of koningin. Daar ben ik wel aan toe’.