Minister van Binnenlandse Zaken Kasja Ollongren pleegde politicide op het gedachtengoed van haar eigen partij door het raadgevend referendum af te schaffen. Tseard Zoethout over de regenteske reflex van de D66.
Tekst Tseard Zoethout
Je moet wel van goeden huize komen om juist datgene te willen afschaffen waaraan je partij haar bestaansrecht ontleent: meer democratie, onder meer via het raadgevend referendum. En Kasja Ollongren van D66, nu minister van Binnenlandse Zaken, komt van goeden huize: als afstammeling van een oud adellijk Fins geslacht mag ze de titel van jonkvrouw voeren. Niet dat dit heden ten dage iets uitmaakt. Het gaat om je politieke talent en dat heeft ze, als topambtenaar en rechterhand van ‘glad zeepje’ Mark Rutte (kritiek blijft maar van hem afglijden), toch wel bewezen?
Dat Ollongren zich tegenwoordig in allerlei bochten wringt om het kabinetsbeleid te verdedigen dat lijnrecht indruist tegen alles dat haar partij, historisch gezien, heeft bepleit, toont voor de zoveelste keer overtuigend aan dat we niet leven in een democratie maar in een kommacratie. Het Griekse woord komma komt overeen met ‘de partij’ of – nog beter – ‘dat wat afgeslagen is’.
Jonkvrouw drs. Ollongren staat symbool voor de stem van een deel (komma), niet van het geheel (demos of volk). Een regent die dóór het volk is gekozen maar er niet vóór het volk is. De burger wordt immers het recht ontzegd om zich middels een referendum ergens voor of tegen uit te spreken, zonder tussenkomst van ‘de partij’. Dat een eerdere referenda – bijvoorbeeld over Oekraïne, uitgeschreven door alternatief rechts zoals FvD van Thierry Bidet en ranzige clubs als Geen Stijl – op debacles voor de kabinetten Rutte uitliepen is nog geen excuus om dit bij uitstek democratische middel af te schaffen.
Evenals de VS – waar op federaal niveau geen referendum bestaat – begint ons land steeds meer eng-nationalistische trekken te krijgen die op gespannen voet met basisdemocratische waarden staan. Van de leus van de Franse revolutie – vrijheid, gelijkheid en broederschap – is weinig over. En door het gebruik van ‘alternative facts’ (fantastische taalvondst maar wel volkomen irrationeel) wordt de wetenschap bijna ten grave gedragen.
Het doet denken aan de kritiek tijdens de Radicale Verlichting in onze Gouden Eeuw, tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650 – 1672) toen de Zeven Verenigde Provinciën al over haar hoogtepunt heen waren. Kritiek van de broers De la Court, rijke lakenreders uit Leiden, die zich fel tegen de monarchie en voor de democratie uitspraken. Van de filosoof Spinoza, die betoogde dat alleen directe democratie tot de grootste welvaart leidde. En vooral van Franciscus van den Enden die, op basis van het primaat van de rede, alle mensen gelijk aan elkaar stelde, man aan vrouw, koloniaal aan slaaf! ‘Hoedt u voor de welsprekendheid van volksvertegenwoordigers, zij komen vooral voor hun eigen belangen op’, schreef hij al.
Toen werd ons land niet bestuurd door de meest capabelen, maar door regenten en hun vazallen, een tribale activiteit met nogal lachwekkende trekjes. In het Amsterdam van de 17de eeuw waren dat koopmanfamilies als De Bicker en De Graeff. In onze tijd zijn het types als Halbe Zijlstra, de superloyale VVD-politicus die in cowboy-verhalen en Russische samenzweringen gelooft (van Groot-Rusland en de ‘near abroad’ politiek in de jaren ’90 en later had hij blijkbaar nooit gehoord).
Kwalijker is dat zulke draaideurpolitici het altijd beter menen te weten en de referenda hebben afgeschaft (een rechtszaak daarover loopt nog). Nederland is daarmee het enige land in Europa geworden dat zoiets doet. Na de voormalige DDR in 1968. De enige kans die directe democratie rest, is het referendum op de sleepwet. Spreekt u allen op 21 maart uit: het is aan u om te bepalen of Nederland wel of niet tot een parlementaire dictatuur gaat uitgroeien.