In de Onttroonrede 2020 nam de koning definitief afscheid van de Staten-Generaal en bleek de kroonprinses zich uit schaamte voor haar ton staatssteun voor 24 dagen meerderjarigheid te hebben gekandideerd voor het lijstduwerschap van de Partij voor de Republiek.
Leden van de Staten-Generaal,
Ik zit hier een beetje ongemakkelijk, want u had van mij natuurlijk verwacht dat ik in deze troonrede zoals gebruikelijk een dikke veer in het achterste van de regering zou steken en geruststellende woorden zou uitspreken over de crisis die ons land bedreigt en hoe het ondanks alles hier toch uiteindelijk één grote Dik-Voor-Mekaar Show is. Een dergelijke rede lag inderdaad al voor mij klaar om hier op deze plek door mij voorgelezen te worden. Maar na ampel beraad heb ik besloten die speech te laten voor wat die is en voor deze ene keer eens recht uit mijn hart tot U te spreken. Dat alleen zou normaal gesproken direct goed zijn voor een constitutionele crisis van kingsize formaat, vanwege die ministeriële verantwoordelijkheid, maar ik verzeker u, dat is vandaag wel de minste zorg die U heeft. Ik hou het namelijk voor gezien met dat koningschap, en wel nu, met ingang van vandaag.
Op weg in de auto naar deze zaal, eindelijk eens niet in die potsierlijke Gouden Koets of die al even afzichtelijke Glazen Koets, jubelde mijn hart bij het vooruitzicht dat ik na het uitspreken van deze speech deze zaal als een vrij man zal verlaten en dat ook mijn kinderen vrij zullen zijn van de last van het koningschap. Ook mijn vrouw steunt mij volledig in mijn besluit voortaan door het leven te gaan als ambteloos burger en zij heeft al de eerste stappen gezet op weg naar het zelfstandig ondernemerschap waarvan zij nu al jaren heeft gedroomd. Zij zal hier in Den Haag haar eigen tango-dansschool openen – Tango Máxima, als u mij toestaat een beetje sluikreclame te maken – en wij verwachten er beiden heel veel van.
Wat ik zelf precies ga doen na vandaag is mij nog niet helemaal duidelijk. Graag was ik bondscoach van het Nederlands dameshockeyteam geworden, maar misschien is dat te hoog gegrepen en lig ik na vandaag ook niet meer zo goed bij de leiding van de Koninklijke Nederlandse Hockeybond, die uiteindelijk ook naar een andere naam zal moeten omzien.
Wellicht is het nuttig als ik u een beetje uitleg wat me tot deze abdicatie heeft gebracht. Laat ik beginnen te zeggen dat het proces in mijn hoofd al geruime tijd aan de gang was. In het begin heb ik er alles aan gedaan om er wat van te maken, want ja, je wordt als kroonprins toch je hele leven klaargestoomd voor deze job en je wilt de mensen ook niet teleurstellen. Maar na verloop van tijd schoot er bij mij de twijfel toch in en de laatste tijd kon ik me alleen nog met de grootste mogelijke tegenzin naar mijn werkpaleis begeven. Toen kwam Corona, het kroonvirus, en werd alles me opeens kristalhelder.
Zo werd het me duidelijk dat het eigenlijk toch helemaal van de pot gerukt was dat in een tijd dat de Nederlandse jeugd massaal werkeloos is geworden en iedereen tot 27 jaar oud 4 weken moet wachten om überhaupt in aanmerking te komen voor een schamele uitkering waar je niet eens de huur van kunt betalen, mijn oudste dochter het komende jaar al voor helemaal niets een dikke ton belastingvrij van de Staat zou krijgen toegeschoven om dat ze dat jaar welgeteld 24 dagen 18 jaar oud is en dus op de loonlijst van het Rijk staat. Ook Amalia schaamt zich eigenlijk plus size over deze toestand en het doet mij deugd hier u hier op deze plaats te kunnen vertellen dat ook zij, net als haar zusjes, voor de troon bedankt en inmiddels heeft gesolliciteerd naar de functie van lijstduwer van de Partij voor de Republiek.
Ook zelf neem ik bij deze afscheid van alle financiële privileges die de Grondwet, die na vandaag trouwens met spoed zal moet worden herschreven, mij verschaft. Dat scheelt de staatskas zeker 350 miljoen euro op jaarbasis, en geloof mij, die zult u de komende jaren heel goed kunnen gebruiken. Misschien kunt u van dat geld nog een paar duizend vluchtelingenkinderen uit het brandende Lesbos opvangen, want eerlijk gezegd schaamde ik mij als uw koning de ogen uit mijn kop toen ik u in regering en parlement bezig zag met afpingelen om uw bijdrage aan de hulp bij het kolossale menselijke drama dat zich daar op dat eiland afspeelt zo beperkt mogelijk te houden. Zuinigheid is een vaderlandse deugd, zo heb ik mij laten vertellen, maar als die omslaat in gierigheid en harteloosheid, is het een tamelijk weerzinwekkend gezicht.
Zelf heb ik ieder geval die twee miljoen euro kostende motorboot die ik op uw kosten heb mogen aanschaffen bij mijn Griekse buitenhuis inmiddels koers laten zetten naar Lesbos om zoveel mogelijk kinderen uit die hel, die het resultaat is van het ondoordachte idee om een groot hek te zetten rond de buitengrenzen van de EU, te redden en onvervaard over te brengen naar een van de paleizen die u mij ter beschikking heeft gesteld. Daarna moet u maar verder kijken, ik hoef die paleizen niet terug, en die Kroondomeinen, die u eigenlijk zou moeten teruggeven als onze monarchie ten einde kwam, mag u ook houden. Ook al die schilderijen en kunst in die paleizen mag u naar believen nationaliseren, want neem van mij aan, we hebben in de loop der eeuwen echt genoeg aan u verdiend en dit is de tijd om eens wat voor u terug te doen.
Leden van de Staten-Generaal,
De coronacrisis stelt ons ernstig op de proef in alles wat van waarde is: gezondheid, werk, familie en vriendschappen. En we realiseren ons: juist nu wordt gezamenlijkheid en verantwoordelijkheid gevraagd. Bij elke generatie leven in deze tijd specifieke zorgen en vragen. Maar precies in de verbondenheid tussen generaties kan iedereen, jong en oud, op zijn of haar eigen plaats een bijdrage leveren om deze moeilijke periode te boven te komen. Met dit afscheid als uw koning doe ik mijn bijdrage. Onze belangrijkste zekerheid is dat Nederland economisch, sociaal en mentaal steeds veerkracht toont. De opdracht in het parlementaire jaar dat vandaag begint, is over deze crisis heen de toekomst te blijven zien en te blijven werken aan perspectief voor alle generaties. U mag zich in uw werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij roepen: Leve de Republiek!