Volgende week verkrijgbaar: de kingsize decembereditie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap, met veel aandacht voor de constitutionele consequenties van de Griekse misstap van Willem-Alexander.
Emeritus hoogleraar H.U. Jessurun d’Oliveira buigt zich in een fundamenteel essay over de slaagkans van het constitutionele reddingsplan voor de monarchie dat hoogleraar Paul Bovend’Eert lanceerde op het moment dat koning afkoerste op een vertrouwensbreuk in de publieke opinie. D’Oliveira: ‘Er ontstond zowaar een anti-monarchale stemming in het land; een strovuurtje ongetwijfeld, maar niet eerder in de afgelopen vijftig jaar zag ik zo’n algemene stemmingsomslag. Zelf vond ik het ook een nuttige praktijkles over het leerstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid’. Bovend’Eert stelt voor de rol van de koning in de Grondwet op vrijwel alle essentiële te kortwieken en hem ook financieel aan banden te leggen. Zal het genoeg zijn? ‘De voorstellen geven aan dat ook in de staatsrechtswetenschap frisse winden kunnen waaien ten aanzien van de monarchie, en dat soms heersend hooggestemd lakeiendom heeft plaatsgemaakt voor kritische beschouwingen zonder veel eerbied voor de aureolen van de monarchie’.
Gerard Aalders dankt Willem-Alexander voor de gratis reclame voor zijn onverbiddelijke beststeller Oranje Zwartboek. Niettemin hebben Republikeinen nog een lange weg te gaan in Nederland, meent hij. ‘Opvallend was dat zelfs de meest fervente Oranjevereerders geen goed woord voor de reis over hadden. Iedereen moest thuisblijven vanwege die rotcorona, maar zij trokken zich nergens wat van aan. Wel meeklappen voor de zorg en zogenaamd empathie tonen, maar solidair zijn met het van alle pleziertjes verstoken volk? Ho maar. In een kneuterige videoboodschap ging het koningspaar – ‘betrokken, niet onfeilbaar’ – door het stof. Onmiddellijk daarna begon, alweer volgens het boekje, het Grote Vergoelijken. Hoe houterig en onoprecht de excuses van de koning, met Máxima verbeten zwijgend aan zijn zijde, ook overkwamen’.
Gijs Korevaar doet close reading van de lichte kritiek die ‘onderkoning’ Thom de Graaf uitoefende op het sociale mediagedrag van de royals. ‘In het tijdperk van de sociale media en veranderde opvattingen over het privédomein, blijft nagenoeg niets meer verborgen. Elke privé-handeling, elk woord van de koning of zijn naasten, kan een publieke of politieke discussie oproepen. Dat is uit een oogpunt van transparantie als gouden standaard in een democratie, vermoedelijk onvermijdelijk’.
Frank van der Elst, Cor Schouten en Hans Slot dragen bouwstenen aan voor een nieuwe Republiek der Nederlanden, onderdeel van het programma van de Partij voor de Republiek. ‘Bij de huidige regeling van de inrichting van de staat gaan we bij de ordening van de gang van zaken in Nederland uit van een top down-benadering. Het lijkt echter voor de hand te liggen om uit te gaan van de soevereiniteit van de Nederlanders als bevolking. Dus bottom up!’
Paul Damen onthult hoe Oranje schraapzucht kon leiden tot een fatale uitholling van het nationaal kunstbezit. ‘Dankzij het inhalige gehannes van de Oranjes ging een enorme schat aan schilderijen voor ons land voorgoed verloren. En ja, toegegeven: ook de Nederlandse staat heeft daar steken laten vallen. We hadden schathemeltjerijk kunnen wezen als de staat wat meer moeite had gedaan en met name de Oranjes niet hun met belastinggeld betaalde kunst in eigen beheer had gegeven’.
Els de Groen interviewt schrijfster Etchica Voorn over de betekenis van Black Lives Matter en het Nederlandse onvermogen de erfenis van de slavernij echt onder ogen te zien. ‘Duitsers krijgen het Nazi-verleden en de Holocaust met de paplepel ingegoten, maken er boeken en films over en gaan met elkaar in debat. Maar als je in Nederland slavernij ter sprake brengt, krijg je al gauw het verwijt de racismekaart te trekken. Een vreselijke zin! Of mensen houden je voor dat zwarte Afrikaanse koningen ook slaven hebben verhandeld’.
Roel van Duijn over de geopolitieke consequenties van de broederbond tussen Gerhard Schröder en Vladimir Poetin en de gaslijn van Nordstream II. ‘Het is een Europees project, verdedigt Schröder zich, wanneer hem verweten wordt dat hij zich door Nordstream 2 voor Russische belang inzet. Een belang dat niet socialistisch is, niet democratisch, maar wel de Russische staatskas spekken zal. En daarbij de positie van Oekraïne tegenover Rusland verzwakt, omdat de nieuwe pijplijn het Siberisch gas door de Oostzee naar Europa zal brengen, in plaats door Oekraïne, dat daardoor zal ophouden een strategische tussenschakel tussen Rusland en Europa te zijn’.
Onze columnist Henk Westbroek blikt terug op zijn republikeinse jeugd in de jaren zestig.
Bart Gruson schrijft over het andere Guernica: de Carretera de la Muerte, een dieptepunt van de Spaanse Burgeroorlog, en constateert dat een nieuwe, derde Spaanse republiek nu meer dan ooit onder handbereik ligt.
Ricus van der Kwast neemt afscheid van Donald Trump en ziet hem als een bliksemafleider voor Europees onvermogen op het terrein van Corona en vele andere vraagstukken.
Thomas von der Dunk schijft over de Duitse vorsten die stonden te popelen om de stadhouderloze Republiek.
René Zwaap signaleert dat het Huis van Hohenzollern anno 2020 niet alleen dingt naar restitutie van Huis Doorn maar ook op het oorlogspad is met een juridische intimidatiecampagne van Duitse historici en journalisten die wagen te schrijven over de banden van het Pruisische vorstengeslacht met Hitlers Derde Rijk.
Manuel Kneepkens vraagt zich af of de lyriek nog altijd de moeder van de politiek kan zijn na de onthullingen van de fascistische jeugdzondes van Lucebert.
August Hans den Boef las de Nederlandse vertaling van Jahrestage, het magistrale Duitse epos van Uwe Johnson.
Sjoerd de Jong presenteert een nieuw avontuur van complotprofessor Karel, die tijdens een parlementaire enquête naar het coronabeleid van de regering terecht komt in een kafkaëske nachtmerrie.
Als altijd ruim aandacht voor nieuwe boeken. Maurits van den Toorn las het pleidooi van hoogleraar Douwe Jan Elzinga om een einde te maken aan de Troonrede in huidige vorm. Ries Roowaan las de Rutte-biografie van Petra de Koning.
Mohamed el-Fers schrijft over de twee hoofden van Marijke Meu en andere funeraire geheimen van het Huis van Oranje-Nassau. Floris Müller, de nieuwe voorzitter van het Republikeins Genootschap, legt zijn mediastrategie uit om zijn organisatie meer te doen zijn dan een ‘bozeoudemannen-club’ . Natuurlijk ook met de Blik van Joep. Mis geen editie meer van dit unieke blad en neem een abonnement.