Ulli Jessurun d'Oliveira met op het revers zijn onderscheiding in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Foto: Bob Bronshoff

Interview Ulli Jessurun d’Oliveira: Exit-strategie voor Amalia

/

Van de naar schatting 500 uitgesproken republikeinen in Nederland legt prof. mr. Hans Ulrich (‘Ulli’) Jessurun d’Oliveira (1933) veruit het meeste gewicht in de schaal. Het kersverse advies van de emeritus-hoogleraar van de rechtenfaculteit van de UvA om de Gouden Koets nooit meer te gebruiken was nog maar net uit of hij kwam al met een kant en klare exit-strategie ten bate van kroonprinses Amalia. De hoogste tijd om bij te praten.

 

Tekst René Zwaap

In uw recente advies over de toekomst van de Gouden Koets schrijft u: “Een koning die zich steeds burgerlijker voordoet om in de gunst van de bevolking te blijven, en die zich beter thuis voelt bij vliegtuigen, speedboten en snelle auto’s, zou er goed aan doen de hele naar onbestemde tijden archaïserende poppenkast met opgefrunnikte paarden, met voor niemand meer iets vertellende harnachementen, operettelakeien, blokkenisten, wandelkoetsiers en militair praalvertoon op Prinsjesdag af te schaffen”. Dat is dan gelijk het einde van uw warme betrekkingen met de koning, lijkt me zo…

‘Welnee, de koning lijkt het sportief op te nemen. Ik stuurde mijn boekje niet zo lang geleden op naar het paleis, en warempel, gisteren trof ik een bedankbriefje van de directeur van het kabinet van de koning in de brievenbus waarin hij namens de majesteit de hartelijke groeten aan mij overbrengt. Ik ga ervan uit dat onze relatie even vriendelijk blijft als voorheen. Toen ik hem een paar jaar geleden trof bij het feestelijke jubileum van de Maatschappij der Letterkunde, waarvan ik lid ben en hij erfelijk beschermheer, verzekerde Willem-Alexander mij nog dat republikeinen er vanuit zijn visie ook moeten zijn, want, aldus de majesteit, “jullie houden ons scherp”. Zoals ik eerder al eens zei: Het is een doodgoeie jongen, alleen zijn baantje deugt niet.’

In de zogeheten ‘klankbordgroep’ die het Amsterdam Museum formeerde om na te denken over de toekomst van de Gouden Koets zat u onder meer met de voorzitter van de Bond van Koninklijke Oranjeverenigingen Pieter Verhoeve, ook bekend als de burgemeester van Gouda. Zelf was u lid van het Republikeins Genootschap, nu van de vereniging Republiek, u gaf samen met Pierre Vinken de eerste zet aan de oprichting van dit tijdschrift, De Republikein, van de stichting die dit blad uitgeeft was u ook lange tijd voorzitter, en u bent ook nog eens medeauteur van Een Grondwet voor de Republiek Nederland uit 2004. Ik neem aan dat u en Verhoeve elkaar behoorlijk in de haren zijn gevlogen?

‘Ook dat viel reuze mee. Sterker nog, Pieter en ik zijn in de loop van het proces goede maatjes geworden. Bij de officiële opening van de tentoonstelling van de Gouden Koets in het Amsterdam Museum, waar Willem-Alexander ook bij was, wees directeur Judikje Kiers er zelfs op dat Verhoeve haar eerder over mij had toevertrouwd: “Ik weet niet hoe het komt, maar ik ben een klein beetje van die man gaan houden”. Andersom is dat overigens ook zo. En uiteindelijk is Verhoeve, thuis in het staatsrecht, het ook wel met me eens geworden dat het uiteindelijk de premier is die de beslissing over het ceremoniële gebruik van de brik neemt. Het woord daarover is nu aan de premier, al zwaait de koning wel de scepter over die koets. Dat heet: de Gouden Koets is sinds 1968 samen met het schip De Groene Draeck en regalia als de scepter, de rijksappel, de kroon en het rijkszwaard ondergebracht in de Stichting Kroongoederen van het Huis van Oranje-Nassau, maar die heeft maar één bestuurslid: de koning zelf. Dat wil weer niet zeggen dat Willem-Alexander in die Gouden Koets voor zijn eigen lol over het strand van Scheveningen kan toeren. Ook dat zou de ministeriële verantwoordelijkheid waarschijnlijk activeren. De statuten van die stichting reppen van gebruik ter “uitoefening van de koninklijke waardigheid”, dus gelegenheden waarbij het staatshoofd als officieel ambtsdrager optreedt. Bij die gelegenheden geldt volgens dat raadselachtige artikel 42 lid 2 van de Grondwet: “De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk”. Dus is het uiteindelijk toch de premier die het als primus inter pares in de ministerraad voor het zeggen heeft. Daardoor draait ook niet de koning op voor die niet misselijke 6 miljoen euro die nodig bleek voor het opkalefateren van de koets, maar drukken die kosten op de staatsbegroting.‘

Zou het niet een beter idee zijn dat onding om te smelten en de baten te doen uitgaan naar de nabestaanden van de slaven en anderszins uitgebuite personen in het koloniale tijdperk?

‘Ach, het is allemaal maar klatergoud, de opbrengsten zouden te verwaarlozen zijn. Daarnaast ben ik niet zo onder de indruk van die damnatio memoriae-golf die momenteel het hele land overspoelt. Het iconoclasme op onwelgevallige monumenten, het verwijderen van namen en hele episodes uit de geschiedenis, lijkt mij niet de aangewezen methode voor een geslaagd proces van “Vergangenheitsbewältigung”. Het is zinvoller dat getroebleerde collectieve verleden onbevangen onder ogen te komen en zich daar rekenschap van te geven. Domweg uitgummen zoals Stalin liet doen op de foto’s van in ongenade gevallen kameraden is niet de weg. Wat mij betreft wordt Amsterdam de eindbestemming van de Gouden Koets. Uiteindelijk gaat het om een geschenk aan Wilhelmina van de dankbare Amsterdamse burgerij. Op die manier komt het cadeau retour afzender en kan het onderdeel worden van een breder voorlichtingsprogramma over vooral het koloniale tijdperk. De Gouden Koets staat nu tot maart volgend jaar op een binnenplaats van het Amsterdam Museum, netjes getakeld met een enorme hoogwerker. Het Amsterdam Museum was voorheen het Burgerweeshuis, en daar hebben vlijtig bordurende weesmeisjes een fors aandeel gehad in de vijftien miljoen steekjes die benodigd waren voor het interieur van de koets. Maar helaas gaat het museum binnenkort dicht voor een verbouwing en pas in 2025 gaat het weer open. Voorheen stond de koets in de Koninklijke Stallen, maar daar paste ze eigenlijk niet in, zodat het dak ervan telkens moest worden verwijderd. Dat euvel schijnt verholpen in een nieuw ondergronds paviljoen bij Paleis ‘t Loo, waar de koets in de tussentijd waarschijnlijk wordt gestald. Intussen kunnen de koning en de premier op hun wekelijkse onderonsjes op maandagochtend tot een vergelijk komen hoe verder met de koets.’

Nu de net meerderjarig geworden kroonprinses Amalia. U heeft een exit-strategie voor haar ontwikkeld om zich van het koningschap los te weken. Hoe steekt die in elkaar?

‘Allereerst: tot koning maken is een moderne vorm van slavernij, die je niemand mag aandoen in een beschaafd land. De voorbereiding daartoe is au fond geestelijke kindermishandeling en in strijd met het internationale Kinderrechtenverdrag waar ook Nederland aan gehouden is. Dus eigenlijk zou de rechter de ouders uit de ouderlijke macht hebben moeten ontzetten en Amalia en haar zusjes, de zogeheten Triple A, onder haar hoede moeten nemen. Maar er is nog een andere ontsnappingsroute. Zoals bekend heeft moeder Máxima een dubbele nationaliteit: de Argentijnse door geboorte en de Nederlandse via een speciale procedure die ook voor topsporters wordt gebruikt. Kinderen van Argentijnen die buiten Argentinië geboren worden kunnen door optie de Argentijnse nationaliteit krijgen. Dat staat in de Argentijnse nationaliteitswet. Bij mijn beste weten bezitten de drie koningskinderen nu alleen de Nederlandse nationaliteit. Maar nu ze meerderjarig is, kan Amalia ook zelf deze stap zetten. Als ze daarvoor kiest, is het onvermijdelijke gevolg dat zij haar Nederlanderschap verliest. En het effect daarvan is verstoting uit de troonsopvolging. Dat staat niet in de Grondwet, maar in de Wet op het lidmaatschap van het Koninklijk Huis. Dat zegt dat het lidmaatschap van het Koninklijk Huis niet wordt verkregen bij gemis van het Nederlanderschap en dat het eindigt bij verlies van het Nederlanderschap. Wie uit het Koninklijk Huis valt, verliest zijn of haar aanspraken op de troon. Een sierlijke ontsnapping, lijkt mij zo, die ik de gehele Triple A graag in overweging geef.’

Tot slot een persoonlijke vraag. Hoe komt een Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, zoals u bent, eigenlijk in republikeins vaarwater terecht?

‘Dat was een langer proces. Ik was allang van republikeinse gezindheid toen ik in 2004 dat lintje ontving. Door het koninklijk behagen ben ik niet gepaaid. Voor het Nederlands Juristenblad schreef ik  later in het kader van een speciale editie met adviezen voor de koning een pleidooi voor de herinvoering van de republiek. Ik besloot de voordracht van mijn advies met een welgemeend en krachtig “hoepel op” richting koning, en dat leidde toen nog tot uiterst geschokte reacties onder de aanwezige collegae-juristen. Kijk, ik ben natuurlijk niet zo’n republikein die iedere nacht knarsetandend van woede in zijn bed ligt te woelen omdat we nog steeds een koning hebben. De monarchie op zich is een idiote staatsvorm, maar er zijn talloze ergere misstanden. Dat vergemakkelijkt de communicatie met andersdenkenden.’

 

Dit artikel verscheen in De Republikein nr 4/2021. Verder in dit nummer:

Een gesprek met historicus Stephan Malinowski over de nieuwe ‘Historikerstreit’ in Duitsland om de restitutie-eisen van het Huis Hohenzollern, de collaboratie van het ex-koningsgeslacht met de nazi’s en de juridische klopjacht die het hoofd van het Huis tegen hem en collega’s voert als zij dat verleden oprakelen. ‘Hohenzollern heeft met zijn claims een Doos van Pandorra geopend.’

Jack Jan Wirken over het koloniale trauma in het klatergoud van de Gouden Koets. Aangaande de eindbestemming van het rijtuig is nu een advies aan koning en premier ingediend. Nooit meer gebruiken op Prinsjesdag en opbergen in een museum. Schril blijft het dat de dankbare ‘huldebrengers’ uit de overzeese gebiedsdelen die op de koets staan afgebeeld indertijd met één pennenstreek van hun Nederlandse nationaliteit werden beroofd, zoals Ulli Jessurun d’ Oliveira reconstrueert in zijn monografie De Gouden Koets en zijn koloniale kant.

Schrijfster en ex-europarlementariër Els de Groen begaf zich tussen de demonstranten op kroondomein Het Loo , die hun ijver zagen beloond met een forse bekeuring van twijfelachtig karakter. Zij vraagt zich af hoe groot de ecologische footprint van Willem-Alexander is: zeker is die ‘king size’.

 

Columnist Gerard Aalders reflecteert op het jongste staatsbezoek aan Noorwegen: ‘Voor vrouwen die nog meer hebben gezopen en gesnoven dan Mette-Marit, is zij een symbool van hoop’.

 

Maurits van den Toorn onderzoekt de waarachtigheid van de steeds meer gecultiveerde inzet van burgerschap als smeerolie van een vastgelopen politiek systeem. ‘Burgerinitiatieven worden vooral omhelsd als ze aansluiten bij de wensen van de gemeente.’

René Zwaap over het drama van Walter Winchell, de razende reporter die de strijd aanbond met America First, de beweging die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog aandrong op een aparte vrede tussen de VS en nazi-Duitsland en zelf ook fascistische elementen had. Zijn hechte band met FBI-chef J. Edgar Hoover grensde aan het onbetamelijke en kostte mogelijk het leven aan Winchells enige zoon. In Philip Roth’s distopische succesroman The Plot Against America, over een fascistische machtsovername in de VS anno 1940, speelt Walter Winchell echter niet voor niets een heldenrol.

Adel-kenner Titus von Bönninghausen over de DNA-salon in Paleis Huis ten Bosch en het genealogische gehossel van het koninklijk paar. Naar de letter van het adelwezen is alles aan de koninklijke titelatuur fictie, en ook de Baskische roots van het huis van Zorreguieta komen neer op verzinsels, blijkt bij het doorvlooien van de beide stambomen.

Provo-oprichter Roel van Duijn kreeg Thierry Baudet aan de lijn over zijn kritiek op de complottheorieën waarin de FvD-leider grossiert en besloot tot een weerwoord in boekvorm.

Onze Rotterdamse huisdichter Manuel Kneepkens krijgt uitgeversadvies voor een Houellebecq-roman op z’n Hollands: over een polderrepubliek met een ‘shariah light’.

Classicus Anton van Hooff beschrijft de 16e eeuwse renaissance van de tirannenmoord en vergelijkt deze met de motivatie van de latere anarchistische koningsmoordenaars en jihadisten.

Onder professoren in coronatijd: Ricus van der Kwast over de Belgische ‘geluksprofessor’ Lieven Annemans, met zijn feitenvrije wetenschap een van de favoriete geleerden in de kringen van Willem Engel’s Viruswaanzin (in tegenstelling tot Annemans ultieme tegenvoeter Marc van Ranst), en Sjoerd de Jong presenteert een nieuw avontuur van ‘complotprofessor’ Karel, die voor de rechtbank op zoek gaat naar de chip in het hoofd van de koning.

In de kelder van het Darwin-museum in Moskou deed kunstenaar Fredie Beckmans een curieuze ontdekking. Aldaar rust, opgezet en al, de laatste hond van Stalin. Jachthond Milka was een geschenk van koningin Wilhelmina.

Gastcolumniste Daniela Hooghiemstra voorziet een toekomstige machtgreep van het Huis van de Oranje Postcodeloterij. Henk Westbroek verklaart nu ook de jacht op het volk voor geopend op de Kroondomeinen en Republiek-voorzitter Floris Müller kapittelt ANP-hoofdredacteur Freek Staps om diens gebrek aan verzet tegen de Mediacode.

Boekrecensies van Het Brusselse moeras. Achter de schermen van de macht in Europa van Tijn Sadée en Bert van Slooten en Friso; het tragische leven van Johan Willem Friso door Ronald de Graaf . En natuurlijk De Blik van Joep Bertrams.  Abonneren via deze link, nabestelling losse nummers via klantenservice@virtumedia.nl