Foto: Iris Planting/Lumen

Nelleke Noordervliet houdt Hans van den Bergh-lezing: ‘Dit land zou ontzettend opknappen van een republiek’

Op vrijdag 18 maart aanstaande houdt schrijfster Nelleke Noordervliet in Utrecht de zevende Hans van den Bergh-lezing in successie. Alle reden voor een interview met deze ‘leading lady’ van de Nederlandse literatuur. Over het ongemak van de koning, de polarisatie van de pandemie en de rehabilitatie van Menno ter Braak.

 

Tekst René Zwaap

Nelleke Noordervliet kon haar oren niet geloven toen ze de koning op tv aan het woord zag over zijn besluit de Gouden Koets ‘voorlopig’ op stal te houden, ‘ totdat het Nederlandse volk er weer aan toe is’. Ze vertelt: ‘Het eerste wat ik me afvroeg: is dit aandoenlijke verhaaltje echt door een professionele speechschrijver in elkaar gezet? Het kwam allemaal zo onbeholpen op me over. De enige manier dat het nog gewerkt had kunnen hebben, was als hij het met vette ironie had gebracht, een beetje in de stijl van Koning Willy op Lucky-tv. Maar ja, daar was het weer het podium niet voor.’

Ook inhoudelijk kon de schrijfster, die in haar werk veelvuldig aandacht besteedt aan het Nederlandse koloniale tijdperk (ook in haar nieuwste roman Wij kunnen dat spelen de ‘politionele acties ‘ in Indonesië een rol) weinig met de koninklijke speech. ‘Het is natuurlijk een waanidee dat die koets met zijn beladen koloniale geschiedenis en die treurige plaatjes op de zijkant ooit nog met goed fatsoen de straat op kan. Het is goed dat dat ding nu in een museum staat en dat moet vooral zo blijven.’

Mededogen

Ze werd al kijkende ook een beetje vervuld met mededogen voor die schutterige koning. ‘Je voelt en ziet aan heel zijn lichaamstaal en manier van spreken dat Willem-Alexander gewoon niet zoveel plezier ontleent aan dat koningschap. Diep in zijn hart is hij een doodgewone Leidse student gebleven en dat hele koningschap zit hem ongemakkelijk als een veel te wijde jas. Toen hij eraan begon zei hij zich te willen laten inspireren door zijn zweverige oma, voor wie het zo belangrijk was ‘’gewoon’’ te zijn. Toen Juliana koningin werd, mocht je mevrouw tegen haar zeggen in plaats van majesteit, en ook de verplichte achterwaartse révérence werd uit het hofetiquette geschrapt. Zijn moeder was weer uit een heel ander hout gesneden, die stond juist weer heel erg op die traditionele vormen en vervulde dat koninginneschap als een soort van secretaresse, zakelijk en plichtsgetrouw, met maar heel weinig echte uitglijders. Maar bij Willem-Alexander is het de ene misslag na de andere, vanaf het prille begin staat de hele zaak bij hem onder druk. Hij heeft het geluk dat hij met die echtgenote zo’n pr-kanon naast zich heeft staan, anders was het al lang finaal misgegaan.  En dat gewoon zijn gaat hem eigenlijk ook niet zo goed af in deze rol. Hij blijft een beetje een houten klaas. Eigenlijk is er natuurlijk ook helemaal niets gewoons aan zo’n koningschap, en het ongemak dat daaraan gepaard gaat spat er bij Willem-Alexander van af. Ik heb het eerlijk gezegd weleens een beetje met hem te doen, afgezien natuurlijk van al het financiële profijt dat hij uit zijn positie trekt.’

Bataafse republiek

Is het einde van de Nederlandse monarchie nakende met het koningschap van brokkenpiloot Willem-Alexander als burlesk sluitstuk? Noordervliet houdt het heel wel voor mogelijk. ‘Uit dat Amalia-boekje van Claudia de Breij wordt wel duidelijk dat de kroonprinses helemaal niet zo ontzettend om die troon staat te popelen. Amalia zegt daar ergens dat Nederland een republiek met een koning is, en dat lijkt me in historisch perspectief een adequate omschrijving. Nederland is begonnen als republiek, was dat ook eeuwenlang, en behaalde met die nooit overtroffen Grondwet van de Bataafse republiek van 1798, die in alles superieur was aan die Grondwet van 1848 waar we het in afgeleide vorm nu nog altijd mee moeten doen, zijn hoogtepunt.  Die Oranje-monarchie is het land alleen maar van buiten af opgedrongen. Het blijft vreselijk jammer dat de Bataafse republiek de machtshonger van Napoleon niet heeft overleefd, dat die zijn broer koning van Holland maakte. Daarna zijn de Bataafse patriotten door de orangistische propagandamachine wel als landverraders afgeschreven, hetgeen een historische falsificatie van jewelste is, maar helaas is dat wel het beeld dat lang heeft overheerst, ze gingen als een soort van NSB’ers avant la lettre de geschiedenis in. Gelukkig zie je in de hedendaagse geschiedschrijving een herwaardering van die Bataafse republiek op gang komen, en naarmate die verder op stoom komt, kunnen we hopelijk snel afscheid nemen van die Oranjes en verder werken aan een zelfbewust en compleet burgerschap. Daar zou dit land enorm van kunnen opknappen. Dan zou de lijn weer kunnen worden opgepakt die met de Acte van Verlatinghe werd ingezet.’

Overgangsvorm

Naarmate de afstand tussen volk en vorst geringer wordt, komt de republiek naderbij. Die gedachte vormt het uitgangspunt van de lezing die Noordervliet op 18 maart in Utrecht zal houden in het kader van de Hans van den Bergh-lezing. Met deze jaarlijkse lezingencyclus ter herinnering aan de grote voorvechter van de republikeinse zaak Hans van den Bergh, wordt de monarchie telkens fundamenteel en in een historisch-politieke context ter discussie gesteld. Na PvdA-politica en ex-minister Hedy d’Ancona, weduwe van de bekende Amsterdamse republikein en beeldend kunstenaar Aat Veldhoen, is zij de tweede vrouw die voor deze lezing gevraagd is.  Noordervliet laat zich al langer kritisch uit over het monarchale stelsel. ‘Een land dat een monarchie in stand houdt, is een land zonder zelfrespect’, schreef zij in een artikel in NRC Handelsblad op 7 januari 2021. Hierin stelde ze ook dat zij de monarchie ziet als een overgangsvorm op de weg terug naar de republiek. In haar lezing zal zij op die gedachte nader ingaan.

In haar rijke œuvre heeft Noordervliet zich veel met de geschiedenis van de Oranjes en de Patriottenbeweging beziggehouden, maar aan een aparte roman die exclusief aan het spanningsveld tussen monarchie en republiek is gewijd heeft ze zich nog nooit gewaagd. Ze is ook niet van plan te doen, vertelt ze. ‘Zo’n roman zou toch al gauw neerkomen op een dystopische vertelling, en dat is een genre waar ik niet zo van hou.’ (Inderdaad wijdde collega-schrijver Adriaan van Dis zich in zijn laatst verschenen KliFi: Woede in de republiek Nederland aan zo’n dystopische toekomstroman).

 Polarisatie

Nelleke Noordervliet debuteerde in 1987 met de historische roman Tine, over de eerste vrouw van Eduard Douwes Dekker, beter bekend als Multatuli. Daarna volgde een stroom van romans, novellen en essaybundels, altijd sterk geëngageerd en vanuit historisch perspectief verteld. In 2018 ontving ze de Constantijn Huygensprijs voor haar gehele oeuvre. Noordervliet is lid van de Akademie van Kunsten. In haar kort geleden verschenen roman, Wij kunnen dat, een liefdesgeschiedenis in hedendaags Rotterdam tussen twee ouder wordende zielen, speelt de corona-pandemie een nadrukkelijke rol. Noordervliet: ‘ De pandemie brak uit toen ik al halverwege was met het schrijven van dit boek, maar ik kon er niet omheen die ook te verwerken. Ik ben erg geschrokken van de polarisatie die het virus heeft losgemaakt. In het begin was er die euforie over een nieuwe saamhorigheid, met al dat applaus voor de mensen van de zorg, maar dat maakte al snel plaats voor een ongehoorde opleving van haat en complottheorieën, waarvan ik me afvraag of we die geest ooit nog wel terug in de fles kunnen krijgen. Hoe doorbreek je de bubbel van het algoritme van de sociale media, waardoor al die rancune zo wordt versterkt? Wat dat betreft is de heropleving voor de belangstelling van het werk van Menno ter Braak [wiens essay Het nationaalsocialisme als rancuneleer dankzij Bas Heijne onlangs met groot succes werd heruitgegeven-rz] veelzeggend en een goede zaak. Ter Braak is het slachtoffer geworden van een literaire vadermoord door W.F. Hermans, die het op een of andere manier nodig vond hem postuum te kleineren. Dat ging zelfs zo ver dat Hermans in zijn Mandarijnen op Zwavelzuur stelde dat Ter Braaks zelfmoord in mei 1940 in feite een vorm van aanstellerij was, dat hij in werkelijkheid niet zoveel van de Duitsers te vrezen had. Nu mag het afscheid van Ter Braak inderdaad niet zo heroïsch zijn geweest, maar ik twijfel er niet aan dat hij in een concentratiekamp zou zijn beland als hij niet voor suïcide had gekozen. Alleen al het feit dat hij het werk van Hermann Rauschning had vertaald, een vroege scherpe criticus van Hitler, zou hem niet worden vergeven.’

Ondanks haar grote zorgen over de veenbrand van het populisme in het politieke bedrijf ziet Noordervliet geen reden om dan maar af te zien van haar hoop op de terugkeer van de republiek. De ook in progressieve kring veel gehoorde overtuiging dat de stabiliteit van het land is gebaat bij een continuëring van de monarchie, omdat de natie anders binnen de kortste keren zou worden opgezadeld met een president Wilders of Baudet, omschrijft zij als ‘ een onzinnige redenering’. ‘Ten eerste denk ik niet dat Nederland als republiek zal opteren voor een almachtige president naar Frans of Amerikaans model. Wat mij betreft zou je eerder uitkomen bij het Duitse voorbeeld, waar de president niet wordt gekozen, maar wordt benoemd in een ceremoniële rol, als een soort van nationaal geweten dat boven de partijen staat. Dat is in ieder geval veel beter dan een vorst die boven alles en iedereen staat.’

 

Laatste kaarten beschikbaar

voor Hans van den Bergh-lezing

 De zevende Hans van den Bergh-lezing wordt op vrijdag 18 maart 2022 vanaf 20.00 tot 21.30 uur gehouden in Utrecht, in de Theaterzaal van Bibliotheek Neude, Neude 11. De lezing is vernoemd naar prof. dr. Hans van den Bergh (1932-2011), bij leven een van de meest prominente stemmen voor een republikeins staatsmodel.  Eigenlijk wordt de lezing ieder jaar gehouden op diens geboortedag, 3 december, maar door de pandemie moest dit tot twee keer toe worden uitgesteld, zodat organisator Republiek nu is uitgeweken naar 18 maart.

Van den Bergh publiceerde onder meer Eén over Oranje of de Republiek der Nederlanden (1989), Klein republikeins handboek (2002, 2013) en Doe het niet, Alex! (2011).  Grote bekendheid genoot hij vele jaren als theaterrecensent van Het Parool en ook was hij hoogleraar cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Als letterkundige bezorgde hij de uitgave van de Volledige Werken van Multatuli. Voor de lezing van Nelleke Noordervliet zijn nog enkele kaarten beschikbaar, te bestellen via deze link.

Verder in dit nummer van De Republikein

Dit artikel verscheen in de jongste editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. Verder in dit nummer: Roel van Duijn over de maskers van Vladimir Poetin en diens erkenning met de fake-republiekjes Donjetzk en Loehansk als opmaat naar de Russische inval in Oekraïne. ‘Misplaatste empathie met Poetin kan ons nog lelijk opbreken.’  Veel aandacht voor de Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië, in het spoor van de recente publicatie van het officiële onderzoek van NIOD c.s.  Over de Grens en het boek De Indische Doofpot van Mauric Swirc. De excuses van premier Rutte aan  Indonesië zouden een gepast vervolg krijgen als Willem-Alexander daar verontschuldigingen aan  vastknoopt voor het door de Indonesiërs nog zo immer innig gehate ‘Cultuurstelsel’. Die systematische uitbuiting was uiteindelijk exclusief de verantwoordelijkheid van diens soevereine voorvaderen Willem I en Willem II. Daarnaast verdient het door Maurice Swirc gememoreerde  voorstel van Prins Bernhard in 1946 om gedetineerde Nederlandse SS’ers in te zetten tegen de Indonesische vrijheidsstrijders beslist nader onderzoek.

Columnist Gerard Aalders vraagt zich af waarom Willem-Alexander nog steeds wegkomt met het koloniale verleden van de Oranjes. ‘Ruim 500.000 mensen werden gedood in de tijd dat Nederland een Oranje als staatshoofd had. De Belgen, wier koning Leopold II zich in de Congo tussen 1880 en 1910 misdadig misdroeg, hebben zich wél rekenschap gegeven van die periode. Willem-Alexander echter gaat schaamteloos voorbij aan zijn eigen achtergrond en geschiedenis.’

Na de ‘diepe excuses’ van premier Rutte aan Indonesië voor het gebruikte geweld tijdens de politionele acties is het tijd dat Nederland zich zelf eens aan de invordering van oude historische schulden zet, aldus Thomas von der Dunk. Ten behoeve van het ministerie van Buitenlandse Zaken maakt de historicus de balans op, en hij geeft vooral een claim tegen Italië op grond van het optreden van de Romeinen tegen de Batavieren een goede kans.

Ex-PvdA-senator Joop van den Berg reageert op het voorstel van premier Rutte voor een comeback van de koning aan de formatietafel. ‘Niemand kan mij het positieve effect van ’s konings optreden uitleggen.’

Ricus van der Kwast maakt de balans op van de schade van twee lange zware pandemiejaren, zowel op het gebied van gezondheid, internationale veiligheid als bestuurlijk. ‘Door vast te houden aan een vals idee van vrijheid en inspraak laten we ons juist opsluiten in hokjes, verliezen we onze individualiteit en zetten we onze democratie op het spel.’

Een debat over een kuur tegen het populisme: inperking van het kiesrecht door middel van een test in elementair burgerschap kan een kuur zijn tegen de snelle erosie van het democratisch draagvlak, betoogt socioloog Johan Oud. Redacteur Maurits van den Toorn van De Republikein deelt de zorg van Johan Oud,  maar stelt dat het voorgeschreven middel van het kiesexamen zijn eigen gevarenzones kent.

In de rubriek ‘Van het republikeins front’ aandacht voor het republikeinse vuur dat in het 70ste jubileumjaar van Elizabeth II opflakkert in het Verenigd Koninkrijk, Australië en andere landen binnen de Britse Gemenebest die nog steeds met de Queen zijn opgezadeld. De Britse publiciste Polly Toynbee gaat ervan uit dat de Britse monarchie deze eeuw niet meer haalt: ‘De steun voor dit disfunctionele stuk antiek neemt met iedere generatie verder af en is fragiel geworden.’

Met zijn ontkenning van de zware mensenrechtenschendingen in China tegen de Oeigoerse minderheid heeft hoogleraar Tom Zwart van het Cross Cultural Human Rights Centre van de Vrije Universiteit zich als onafhankelijk wetenschapper gediskwalificeerd, meent publicist Rolf Wennekes. ‘Wat een ontwaarding van de titel hoogleraar‘.

Raymond van den Boogaard bekeek de nieuwe superproductie waarmee het Duitse RTL de Sisi-cultus uit de jaren vijftig met Romy Schneider nieuw leven inblaast. Het sentimentele fondant van weleer maakt plaats voor uitbundige seks, maar voor het overige blijft het sprookje intact, constateert hij. ‘Wat dat betreft conformeert ook de nieuwe Sisi zich dus aan de historische leugen die achter elke monarchie steekt: die van een buiten tijd en plaats staand instituut van een hogere orde. Iets ‘bij de gratie Gods’, om eens een middeleeuwse formulering te citeren, waaraan het volk zich – aan de kant van de weg of voor het tv-scherm – mag vergapen.’

De nabestaanden van de veelgelauwerde historicus Hermann von der Dunk kregen na diens overlijden een brief van de Kanselarij van de Nederlandse Orden: of het verleende eremetaal in de Orde van de Nederlandse Leeuw subiet kon worden geretourneerd. Alternatief was de betaling van een borgsom.  Reden voor zoon Thomas von der Dunk zich nader te verdiepen in de prijskaartjes die aan de diverse koninklijke onderscheidingen hangen: ‘Het goedkoopst was de eremedaille van de Orde van Oranje-Nassau, voor 46 euro had je die. Althans de versie in zilver, voor de gouden kwamen er nog twaalf euro boven op. Het duurste bleek het Ridder Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw: 3384 euro droog aan de haak. Daar konden we niet aan tippen, die was vast alleen voor zeer kapitaalkrachtige personen. Het Ridderschap bleek zonder dat grootkruis metallurgisch in elk geval nog geen vijfde daarvan waard. Voor welgeteld 590 euro mochten we de “onze” houden.’

Dichter Manuel Kneepkens herkent in mede-Limburger Geert Wilders veel van de traditionele ‘buuttereedner’ tijdens het carnaval in hun provincie van herkomst. Maar daarbij maskeert de geboren Venloër de traditionele Limburgse gemoedelijkheid met een haast calvinistisch-Hollands fanatisme.

Aandacht voor de eerste aflevering van Dissident, het blad van de jongerenafdeling van Baudet’s Forum voor Democratie, waar de allerzwartste reactie gepaard gaat aan ‘seks met veel geluid en veel orgasmes’, conform de wensen van de partijleider in een groot interview.  ‘Dat wordt oordopjes mee bij het komende zomerkamp van de JFvD.’

De Duitse havenstad Lübeck was tijdens het keizerrijk van Wilhelm I en Wilhelm II een zelfstandige republiek. Wellicht een nastrevenswaardig voorbeeld voor ‘de republiek Amsterdam’? De Duitse historicus Michael Hundt laat zien hoe de trotse Lübeckers zelfs niet bezweken voor de grootheidswaan van Kaiser Wilhelm II.

Maurits van den Toorn bespreekt de biografie De Zwijger, het leven van Willem van Oranje door René van Stipriaan.  ‘Van Stipriaan portretteert een man die vooral op sleep wordt genomen door de gebeurtenissen om hem heen en die als reactie daarop aanvankelijk schromelijk boven zijn macht grijpt.’

Roel van Duijn las de autobiografie van GroenLinks-politicus Alexander de Roo, sleutelfiguur in de Europese vergroening. Het boek laat zich lezen als ‘een geschiedenis van de groene partijvorming in de wereld’ .

In de serie ‘Appeltjes van Oranje’ aandacht voor de betrokkenheid van Prins Bernhard en Philips bij een geheim atoomproject in het Argentinië van dictator Juan Perón uitgevoerd door de Oostentijkse kerngeleerde Ronald Richter, die eerder was betrokken bij pogingen om Hitler aan een atoombom te helpen.

Verder columns van Henk Westbroek over de geschrapte passages in de Amalia-biografie van Claudia de Breij, Manuel Kneepkens over de wenselijkheid van een Groene Koets,  Simpliccisimus over nepotisme in de Raad van State en Republiek-voorzitter Floris Müller over de Rijksvoorlichtingsdienst als verlengstuk van monarchale marketing. Natuurlijk ook de vaste Blik van Joep Bertrams.

Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement via deze link.