Ulli d’Oliveira
Er komt een opgefriste ambtseed voor rijksambtenaren. Het kabinet heeft het aannemen van een motie van het VVD-kamerlid Ellian uit 2021, waarin gevraagd werd om daarin op te nemen een frase over trouw aan de publieke zaak, aangegrepen om de hele eed te moderniseren. Dat gaat natuurlijk niet over één nacht ijs. Allerlei sondages, raadplegingen, adviezen worden ingewonnen, en dan rolt er een nieuw verhaal uit. Een van de onderdelen van die nieuwe formule is: ’Ik zweer/beloof de Koning en de Grondwet trouw te zijn (…).’
In het voortraject kwam er al gauw kritiek op de aanwezigheid van de koning in de tekst. Niet meer van deze tijd, overbodig, want trouw aan de Grondwet met zijn hoofdstuk over de koning is genoeg, en mag men dan niet langs grondwettelijke weg streven naar de afschaffing van het koningschap? Meer van dit soort geluiden werden tegen het ontwerp ingebracht. Dat heeft niet mogen baten. Het definitieve ontwerp handhaafde de trouw aan de koning. Niks modernisering, oude koek.
Er is nog enige hoop: het ontwerp is, zoals dat heet, in consulatie gebracht, dat wil zeggen dat iedereen er nog op mag reageren met commentaar en kritiek. Tot eind februari. Mijn ervaring met die publieksconsultatie is niet gunstig. Enerzijds komt er veel bagger als reactie, anderzijds wordt er door de bank genomen weinig geluisterd naar serieuze opmerkingen. Het luisterend oor van de overheid is geneigd om nog iets te laten doordringen als het van grote organisaties afkomstig is, maar gewone burgers praten tegen dovemansoren. Dat blijkt, doordat in een definitief voorstel de overheid moet reageren op de consultatie, en daarbij worden de burgerreacties stelselmatig overgeslagen en genegeerd. Vergeefse moeite dus, die consultatie van de burgers.
Het gaat hier om rijksambtenaren. Maar er zijn hoogwaardigheidsbekleders die ook de eed/belofte moeten afleggen, zoals Kamerleden. In de Grondwet staat daarover (art.60) dat zij ‘trouw aan de Grondwet’ zweren/beloven op de door de wet voorgeschreven manier. In de Wet beëdiging ministers en leden van de Staten-Generaal piept de koning weer tevoorschijn. Daar heet het: ‘Ik zweer/beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.’ Dat is raar. Daargelaten dat je je ook kunt afvragen of dat Statuut wel genoemd moet worden, in elk geval is bij trouw aan de grondwet trouw aan het ambt van de koning als staatsorgaan inbegrepen. Net als de trouw aan andere staatsorganen, zoals de Raad van State, de ombudsman en noem maar op. Trouw aan een ceremonieel orgaan is gebakken lucht en verdient geen speciale vermelding.
Jurist en letterkundige Ulli d’Oliveira (1933) is een van de meest vooraanstaande republikeinen in Nederland. Ooit was hij voorzitter van de Stichting de Republikein, de officiële uitgever van dit tijdschrift.