Angst & Walging in het Zwitserse Davos als complotprofessor Karel daar een bezoek brengt aan het World Economic Forum (WEF). Was het Klaus Schwab die onze onverschrokken wetenschapper met psychedelische paddestoelen van de wijs probeerde te brengen? Plus: bovennatuurlijke ervaringen in het voormalige woonhuis van C.G. Jung aan het meer van Zürich. Een exclusief dagboek.
TEKST & TEKENING SJOERD DE JONG
Zondag 19 januari
Okay, ik ben in het land. Al moet ik zeggen, dat de aankomst op de luchthaven Kloten mij niet meeviel. De koude lunch op de heenvlucht – een in cellofaan verpakt oud broodje rosbief met een glas karnemelk – lag mij al slecht op de maag. Waar zijn de tijden gebleven dat ik door het cabinepersoneel werd onthaald met applaus en een fles Dom Pérignon? Zo lang geleden was dat toch niet? Waarom nu ineens doen of men mij niet kent? Ik kan mij niet voorstellen dat mijn naam op de passagierslijst de crew is ontgaan; bovendien, hoeveel professoren vliegt KLM dagelijks? Het rode lampje bij de toiletten naast mijn stoel brandde ook verdacht lang, terwijl ik er niemand in of uit zag gaan. Er moet dus weer iets achter zitten, waarschijnlijk bemoeienis van AIVD of NCTV die mij nauwgezet in de gaten houden. In de stoelzakjes ontbraken overigens tot mijn ergernis opnieuw exemplaren van mijn boek The Mystery of Balinese Power. Hoe kan dat? OP mijn vorige vlucht naar een bijeenkomst van gelijkgestemden in Kaapstad was het al hetzelfde liedje. Louter reclame en luchtvaartlectuur in dat zakje, terwijl de bevallige dame in de VIP-lounge mij toch had verzekerd dat de opdracht dit keer goed was doorgekomen. Of bedoelde zij misschien mijn bestelling aan de bar? Enfin, de gin-tonic die zij serveerde smaakte ook nogal laf.
Allemaal zeer storend. Nog verontrustender was mijn ontvangst op Kloten. Meteen werd ik uit de rij gehaald door drie Zwitserse douaniers die zich wilden buigen over mijn bagage, twee vet-lederen koffers die ik koester sinds mijn verblijf als correspondent in Oost-Azië. Wat was dat nu weer? Is mijn ondergoed nu ook al verdacht? Nou goed, het gasmasker dat zij tussen mijn gestreken hemden aantroffen trok begrijpelijkerwijs hun belangstelling, evenals het scherfvest dat mij zulke goede diensten heeft bewezen op de Filipijnen, tijdens de volksopstand tegen Ferdinand Marcos. Overigens, nu schiet mij te binnen dat Imelda inmiddels ook doet alsof zij mij niet meer kent (zij neemt de telefoon niet meer op als ik bel). Kennelijk heeft de AIVD ook haar bereikt. Nu goed, ik legde een en ander uit maar het relaas van mijn wederwaardigheden op de Filippijnen maakte geen indruk op de Zwitserse douaniers, die natuurlijk ook al van top tot teen door de ideologische wasstraat zijn gegaan van WEF-topman Klaus Schwab en de NAVO. Pure robots.
Na inlevering van masker en vest mocht ik door naar de aankomsthal, waar mijn Zwitserse vriend Ab de Gieter mij warm welkom heette. Goed om te vermelden, aan het begin van dit dagboek: Ab is theatermaker en een ware Aussteiger, een man die het, begrijpelijk genoeg, in Nederland voor gezien hield en zich vestigde in een Man Cave nabij Zürich. Zijn Tibetaanse opleiding tot gemmoloog, een kenner van geneeskrachtige edelstenen, stelt hem in staat in zijn onderhoud te voorzien, Ab verzorgt cursussen aan oudere Zwitserse dames alsmede excursies naar de voormalige kunstenaarskolonie Monte Calamitate aan de Italiaanse grens. Ook is hij een kenner van het werk van psychiater C.G. Jung, wiens oude villa aan het meer van Zürich ik deze week met hem hoop te bezoeken. Mits het WEF of de NAVO geen roet in het eten gooit (bijvoorbeeld door het treinverkeer te ontregelen) .
Als troost voor alle ongemak trakteerde Ab mij op een groot glas bier, bijna voldoende om de ergernissen van de reis te vergeten. Morgen naar het WEF!
Maandag 20 januari
Diepe teleurstelling. Enkele kilometers voor onze taxi het zwaar bewaakte conferentieoord bereikte werd mij duidelijk dat dit een zware klus zou worden. Reeds bij de eerste controlepost werden Ab en ik door bewakers uit de auto gehaald en onderworpen aan een kruisverhoor. Wie had ons uitgenodigd? Waar waren onze perskaarten? Waarom droeg Ab een T-shirt met het opschrift ‘ SCHWAB IS SATAN’? Waarom waren we zo nerveus?
Nu had ik van dat laatste geen last, ik heb als correspondent Oost-Azië wel voor hetere vuren gestaan. Maar Ab, wiens gemoed onvermijdelijk was verzacht door de ijle Zwitserse berglucht, dreigde te bezwijken onder het verhoor. Mijn advies om dat T-shirt thuis te laten had hij, onverstandig, in de wind geslagen, dus ik moest bijspringen en de beambte verzekeren dat het ‘Satan’ een grap was en louter een satire was op het zogenaamde complotdenken. Het leek de functionarissen enigszins milder te stemmen. Totdat zij in de achterbak van onze taxi de guillotine ontdekten. Nu ja, guillotine is een groot woord, men zou het eerder een kleine galg noemen.
De avond tevoren hadden Ab en ik – toegegeven, ietwat vrolijk door het genuttigde bier bij een overvloedige vleesmaaltijd in zijn Man Cave – dit olijke ding vervaardigd, dat wij bij wijze van ludieke actie hoopten op te stellen bij de ingang van het conferentiecentrum. WEF-bezoekers konden zich er dan in laten fotograferen, de handen en het hoofd gestoken door openingen in een ‘houtblok’ van papier-maché. Het ‘mes’, eveneens van papier-maché, zouden wij voor het effect – tegen een geringe vergoeding – laten neerdalen op hun nek, zonder ernstige gevolgen voor de gezondheid. De bewakers – uiteraard al even gehersenspoeld door het WEF en de NAVO als de douaniers – zagen er de humor niet van in en namen het werktuig in beslag. Flauw. Ook de geplastificeerde perskaarten van mijn tijdschrift Totaal Gestoord namen zij mee naar hun kantoor. ..Dit gaat fout’’, riep Ab. ,,Jij had toch een contactpersoon binnen? Bel die man en zeg dat hij ons moet helpen!’’
Ik bewaarde mijn kalmte. ,,Wees blij dat we de posters met het bloedende hoofd van Bill Gates niet hebben meegenomen’’, siste ik, ,,die waren een stuk lastiger uit te leggen geweest, vooral het ontbreken van de scalp.’’ Een Amsterdamse kunstenaar die voor mijn blad werkt, had daar iets moois van gemaakt, compleet met sporen van een kettingzaag en vampiertanden die de lezer kan uitknippen en op het hoofd van de miljardair bevestigen. Een zakje tomatenpuree werd bijgeleverd om het effect van bloed.. nu ja, u begrijpt het. In de achterbak rommelde ik naar een ander mooi gadget, twee rubberen Trump-maskers die we konden opzetten om het ondersteunende WEF personeel van onze goede bedoelingen te overtuigen. ,,Snel, zet dit op;’’, zei ik tegen Ab, ,,werknemers in de beveiligingsbranche zijn wereldwijd Trump-liefhebbers, zelfs die van het WEF.’’ We trokken de maskers over onze oren, maar het was te laat. ,,Wegfahren’’, bevalen de bewakers in hun beste Duits, gespeend van de zangerigheid die Zwitsers eigen is. Ze overhandigden ons de twee Totaal Gestoord-perskaarten en gebaarden de taxi rechtsomkeert te maken.
Terug in het tuinhuis overlegden we bij een biertje wat er mis was gegaan. Uiteraard had Ab niet in paniek mogen raken, hij en ik zijn toch warempel geen beginnelingen in dit geopolitieke spel! Maar ook mijn contactpersoon, een junior-assistent-in de garderobe van het WEF-gebouw, had het laten afweten. Zijn mobiele telefoon nam hij niet op, het nummer was ,,niet in gebruik’’, volgens een metalige vrouwenstem ,,Verdomme’’, zei ik, ,,ze hebben hem te pakken gehad. Hij ligt nu met een naald in zijn nek in de garderobe.’’ Ab schudde zijn hoofd en schonk onze glazen nog eens vol.
Morgen een nieuwe poging!
Dinsdag 21 januari
Vanochtend eerst – tegen beter weten in – de Nederlandse kranten opgeslagen om te zien of het Totaal Gestoord-persbericht van mijn aankomst in Zürich was overgenomen. Nee natuurlijk! Geen woord erover. Altijd hetzelfde met die fucking mainstream media, zoals Ab net terecht aan het ontbijt bromde (ik druk mijzelf doorgaans iets geciviliseerder uit, laten we het houden op ‘vermaledijde gelijkgeschakelde pers’, of ‘leugenmedia’). Ook de onderzoeksjournalistiek laat het weer eens afweten. Niemand heeft zich blijkbaar afgevraagd of het toeval is dat een PVV-minister zijn bezoek aan het WEF afzegt en Totaal Gestoord in zijn plaats de hoofdredacteur afvaardigt. Ze zitten weer te slapen, de jongens en meisjes van de Tegel, haha!
Nu goed. Ab stelde voor de gang naar het WEF vandaag anders aan te pakken, om een herhaling van het guillotine-echec te voorkomen. Niet weer per taxi, dit keer zouden we te voet gaan en in vermomming, als zogeheten Inflationsheiligen. Ik begrijp van mijn makker dat dit geopolitieke onheilsprofeten uit de vroege twintigste eeuw waren, die Europa bewandelden met een boodschap van bezinning en die overal gastvrij werden onthaald. Ze riepen mensen op te ontwaken uit de clownswereld die de liegende autoriteiten hen hadden aangepraat – toen al!
Het leek mij een profetische rol die mij uitstekend zou passen, en die zou garanderen dat we dit keer als ‘gecontroleerde oppositie´ tot het WEF zouden doordringen. Als Rutger Bregman dat voor elkaar krijgt met zijn goedkope gebabbel over belastingheffing voor de rijken, dan zou dat met mijn analyse van een Nieuwe Wereldorde toch zeker moeten lukken! Bovendien had Ab al de nodige voorbereidingen getroffen met de aankoop van twee juten gewaden en grijze aanplak-baarden. Een kennis van hem uit de kunstwereld, een jonge student filosofie, zou ons met de auto een eind op weg brengen – gezien ons tijdschema was het ondoenlijk de afstand lopend te overbruggen – en daarna zouden we het laatste stuk afleggen in onze uitdossing. Eenmaal binnen zouden we, terwijl we de aanwezigen lieten horen wat ze van ‘wappies´ verwachtten, subversieve informatie van onschatbare waarde kunnen verzamelen.
Op pad!
We naderden Davos toen het ontbijt begon op te spelen. ,,Hm, ik voel me wat vreemd’’, mompelde ik enigszins verontrust tegen Ab,. ,,misschien ben ik niet gewend aan havermoutpap. Normaal gesproken ontbijt ik uit de Franse keuken.’’ Ik keek naar het achterhoofd van onze chauffeur, de student filosofie, en zag tot mijn verbazing zijn schedel opzwellen tot een monsterlijke pompoen. Hij draaide zich naar me om. ,,Gaat het professor?’’ Wat? Uit zijn ogen spoten twee bloedrode stralen, zijn haar stond overeind en zijn oren klapperden als wieken van een prehistorische vogel. ,,Wat gebeurt er in godsnaam?’’ riep ik in paniek naar Ab. Maar mijn metgezel was Ab niet meer. Zijn gelaat was van rubber geworden en trilde vervaarlijk. Het begon de vorm aan te nemen van een kaal schildpadjong, net uit het ei gekropen – maar met een bril op. Zijn juten habijt was veranderd in een staalblauw maatpak. Op de revers prijkte het logo van het WEF ,,Nee! Klaus Schwab!!’’ gilde ik. ,,Oh gruwel!’’ Ik greep mijn makker bij zijn schouders en begon hem door elkaar te schudden. ,,Ab! Kom terug, kerel! Word geen Klaus!!’’ Onze chauffeur boog zich naar ons toe, één hand op het stuur. ,,Wat gebeurt er daar achter?’’ Zijn hoofd was nu veranderd in een gifgroen Saroma-toetje, besuikerde vloeistof lekte via zijn oren op de bekleding.
,,Rustig, professor’’, hoorde ik Ab– of Klaus Schwab – zeggen. ,Niks aan de hand. ,,Ik heb wat zelfgekweekte paddo’s door de pap gedaan vanochtend. Gewoon, om een beetje in de stemming te komen.’’ Een satanische grijns doorkliefde zijn gezicht, spierwit nu en met rode ballen op de plaats van zijn neus en ogen. Zijn haar vloog in vlammende krullen omhoog. Hij was niet meer Klaus Schwab.. hij was .. De clown uit Stephen Kings horror-film It..! ,,Kijk voor je en stop de wagen!’’ gilde ik naar de jonge chauffeur, die ons inmiddels verstijfd van angst zat aan te kijken. Hij trapte op de rem, we hobbelden de weg af en kwamen piepend tot stilstand in de berm. De hemel boven ons was knalpaars. Iets verderop zag ik het bordje ‘Davos’, de gemeentegrens. Het verkeersbord ernaast veranderde trillend in de etterende kop van een monsterlijke dinosaurus. Weer die Klaus Schwab!!
,,Jullie kunnen beter uitstappen’’, riep de jonge filosoof achter het stuur. Hij sloeg zich op de borst om te kalmeren. ,,Ik wil hier niks mee te maken hebben. Potdomme, ik heb zelf ook een hekel aan het WEF’’, zei hij, ,,maar jullie zijn echt fanaten!’’ We klauterden uit de auto, ruziënd en naar elkaar schreeuwend. De jonge filosoof wierp onze plunjezakken eruit en scheurde weg. ,,.Doetje’’, bromde Ab, die langzaam weer Ab werd. ,,Met zulke types winnen we het nooit van de globaliseerders.’’ Hij wees naar een bushalte aan de overkant van de weg. ,,We kunnen beter teruggaan’’, zei hij berustend. ,,Wist ik veel dat je zo’n zwakke maag hebt voor wat paddo’s, professor.’’ Ik knikte en veegde speeksel van mijn kin. Hij had gelijk. Praten was onmogelijk geworden – en kwijlend kwamen we het WEF vermoedelijk al helemaal niet binnen.
Woensdag 22 januari
Katerige ochtend. Uiteraard zijn harde woorden gevallen tussen mij en Abover het fiasco met de paddo’s, maar hij heeft mij ervan overtuigd dat het niet zijn schuld was dat het zo misliep. Hier moet sprake zijn geweest van opzet, een actie van het WEF om onze komst te verhinderen. De edelstenen-winkel waar Ab zijn geestverruimende en geneeskrachtige waren koopt, was onlangs overgenomen door een Duits-Amerikaanse keten – dus dan weet je het wel. Hij vond het al vreemd dat er sinds kort ook ‘vaccin-gelijkwaardige’ vitaminepreparaten werden verkocht, net iets té opvallend. Ook had hij de bebaarde uitbater van de zaak, een ex-werknemer van een Zwitsers sterfhotel, eens betrapt met een forse klomp wit poeder in een neusgat. Tandpasta, had de man verzekerd, maar mijn kameraad wist natuurlijk beter: de man snoof de giftige witte motor van stinkend rijke misantropen als Bill Gates en Schwab, de WEF-man.
Kortom, we waren in de val gelokt.
Om enigszins tot onszelf te komen na die helse hinderlaag besloten we Davos vandaag te mijden en uit te waaien op het Meer van Zürich. Ab had mij een excursie beloofd naar de oude villa van C. G. Jung, een visionair genie met wie ik mij sterk verwant voel. Na een korte boottocht – helaas tussen een massa dagjesmensen die zich vergaapten aan het optrekje van een of ander Amerikaans zangeresje aan het meer – bereikten we de villa, een pastelkleurig kasteeltje in een lommerrijke buurt. Een oudere dame met een antroposofisch grijze knot begeleidde ons door de woonkamer, de salon en de bibliotheek van het psychoanalytische genie. Alleszins fascinerend.
Niettemin had ik moeite mij te concentreren. Een residu van de WEF-paddo’s suisde nog door mijn aderen. Toen onze gids devoot de deur van de behandelkamer opende , het inner sanctum waar discreet achter een gordijntje de beeltenis van onze Heiland Jezus Christus hangt, kookte mijn bloed wederom borrelend over. Van achter het gordijn, dat licht begon te golven (mind you, er stond geen wind in de kamer, de ramen waren gesloten), klonk de bezwerende stem van de dokter. ,,Geef niet op, professor’’, sprak hij. ,,De toekomst van de mensheid rust op uw schouders.’’ Ik keek naar Ab en de grijze dame – hadden zij het ook gehoord? Maar zij bestudeerden nietsvermoedend de antieke boekenkasten in het vertrek, gevuld met delen uit de reeks Sacred Books of the East.. Ik keek naar het kleedje. Het wapperde niet langer, maar was nu geheel omgeklapt, zodat het gelaat van Jezus vrijkwam. Hij keek mij met lichtgevende ogen aan en zei, met de stem van dokter Jung: ,,Het volgende nummer van Totaal Gestoord dient in het teken te staan van de verschrikkingen van Artificiële Intelligentie en het naderende einde van de dollar ’’
Ik schrok. Hoe was het mogelijk! Precies wat ik zelf al had bedacht voor de eerstvolgende aflevering! Hoe wist Hij dat? Nu goed, Hij weet natuurlijk alles – of in elk geval evenveel als dokter Jung en ik. Even bewoog het kleedje weer en hoorde ik opnieuw Zijn stem. ,,Het verdient overigens aanbeveling’’, sprak de Heer, ,,om een brievenrubriek op te nemen in het blad.’’ Daarna viel het kleedje over Zijn gezicht en bleef het stil. Helaas, deze goddelijke wens kon mij wat minder bekoren. Brievenrubrieken, weet ik uit jarenlange journalistieke ervaring, zijn doorgaans vrijplaatsen voor querulanten en mensen met een verwarde geest, die menen de zaken beter te kunnen beoordelen dan de verslaggever. Nu is dat laatste tegenwoordig ongetwijfeld waar, gezien het lage allooi van de hedendaagse Nederlandse journalistiek. Dat neemt echter niet weg dat ook de doorsnee briefschrijver afkomstig is uit het land der schapen, verzonken in diepe WEF-slaap. Wie de zaken echt doorziet, heeft niets aan penvoerders die vanuit de georganiseerde rust van hun waanwereld hun deerniswekkende gebrek aan feitenkennis menen te moeten tentoonspreiden. Ik begreep dus niet goed waar de Heer zich op dit punt mee bemoeide. Als ik mij niet vergis kent ook zijn eigen Evangelie – afgezien van de brieven van de apostel Paulus– geen lezersrubriek. Enfin, soit.

Na afloop van de rondleiding verpoosden we ons nog enige tijd in de boekenkiosk van het Huis. Ik schafte er een facsimile exemplaar aan van het Rode Boek van dokter Jung, het roemruchte weerslag van zijn visioenen en spirituele reizen. Mijn eigen visioenen van Gene Zijde waren toen alweer afgevlakt, dus ik hoopte iets van geopolitieke duiding ervan terug te zien in dit boek van een geestverwant. Ik moet zeggen, het viel mij nogal tegen, al lezend in de tram terug naar Zürich, het is toch vooral een plaatjesboek. Met respect voor de dokter, van genieën mag men toch meer verwachten dan een beeldverhaal. Sinds de avonturen van Dick Bos (,,Pak vast, schurk!’’) is er in dit genre werkelijk niets noemenswaardigs verschenen. Ik nam mij voor een pittige ingezonden brief te sturen naar de leiding van het Jung Haus, om mijn beklag te doen.
Donderdag 23 januari
De laatste volle dag van de WEF-conferentie brachten Ab en ik door met het regelen van de benodigde documenten voor mijn terugreis. Extra inspanning was noodzakelijk geworden na de vondst van mijn gasmasker en scherfvest door de Zwitserse douane, die mij had opgedragen mij ten minste een etmaal voor vertrek bij hen te melden om de vereiste formaliteiten af te handelen– uiteraard opnieuw een pesterijtje van Schwab en de zijnen. Deze mensen sparen kosten noch moeite om het ontwaakten onmogelijk te maken zich vrij te bewegen!
Na de lunch – coquilles in rode wijn, op mijn verzoek zonder geestverstorende middelen – maakten wij een laatste wandeling door de oude binnenstad van Zürich, langs de kathedraal waar mijn voorloper Zwingli de bevolking had gewaarschuwd tegen geestelijke verval, en de krappe etage waar Lenin, niet mijn held maar toch, de revolutie tegen het mondiale kapitaal in gang had gezet. Zeer inspirerend. Al bekroop mij ook een gevoel van melancholie, aangezien de uitdagingen waar deze heren voor stonden toch aanmerkelijk geringer waren, om iet te zeggen kinderspel, vergeleken bij de gevaren die ontwaakten als ik en anderen dagelijks moeten trotseren. Helaas bezwijken velen van hen onder de druk van autoriteiten die de waarheid voor ons verborgen willen houden, of laten zij zich weer half in slaap wiegen door modieuze charlatans en oplichters die een slaatje proberen te slaan uit het succes van alternatieve media zoals de onze. Ik noem geen namen, maar vaak ziet men al aan haardracht (te wuft) of gebit (te gaaf) waar het wringt. Ook in de wereld der ontwaakten dient men altijd argwanend te blijven; Grote Broer is overal.
Op het eerste gezicht niet in het oergezellige bruine café waar Ab mij die avond na gedane zaken bracht, om bij een glas terug te blikken op de wonderlijke gebeurtenissen van de week. De vriendelijke kastelein, die mij verzekerde dat zijn etablissement vrij was van camera’s, droeg een T-shirt met de opdruk ‘Don’t Worry, Be Hopi’. Een geschenk, vertelde hij, van de aldus genaamde indianenstam die hij ooit had bezocht in Arizona, waar zij zich op hun bergtoppen als inheemse Aussteiger verschuilen voor de moderne tijd – een voorbeeld dat navolging verdient. Een tafel verderop zat een gezelschap groen geüniformeerde heren zwijgend achter pullen bier. Amerikaanse militairen, zo te zien, vermoedelijk op verlof na een clandestiene NAVO-operatie in Oekraïne om Rusland nog wat meer te provoceren. Pas op, dus toch vijanden, mompelde Ab. Hij wenkte de kastelein om af te rekenen, maar ik drukte zijn arm omlaag. ,,Nee’’, zei ik, ,,nu Trump de leider van de Verenigde Staten is kunnen deze mannen wel eens onze beste bondgenoten worden. Trump is altijd geliefd geweest bij de strijdkrachten, vooral bij de lagere echelons die werden geacht het vuile werk op te knappen voor kosmopolitische maniakken als Clinton en Biden. Zij moesten immers sneuvelen, ter wille van een globalistische staatsgreep die zij in hun patriottenhart net zo grondig afkeuren als wij.’’
Ineens begon het me te dagen. Als het Trump-aanhangers was gelukt het Capitool te bestormen om een frauduleuze verkiezing ongedaan te maken, zouden deze GI’s dan niet in staat zijn het WEF-hoofdkwartier in Davos in te nemen? Strijden met de pen, zoals ik mijn hele leven reeds heb gedaan, is nobel – maar er kan een tijd komen dat men, uit planetair noodweer, naar de wapens dient te grijpen! Was die tijd aangebroken?
Zonder aarzelen of omkijken liep ik naar het tafeltje waar de GI’s somber rond hun glazen gebogen zaten. Ik offreerde hun een nieuwe ronde versnaperingen, op kosten van Totaal Gestoord, complimenteerde hen met de nieuwe president en legde uit dat wij broeders zijn in de strijd tegen een totalitaire dictatuur die ons tot posthumane slaven wil maken, met een chip in ons hoofd en paars haar. Er volgde een nieuwe ronde bier, waarna ik de manschappen de inhoud van het eerstvolgende nummer van mijn tijdschrift onthulde (zonder brievenrubriek), mij gedicteerd door de Heer ten huize van de geniale dokter Jung. Na nog enkele rondes sprong de eerste GI uit pure vreugde op tafel en begon een vreugdedans. ,,Fuck Klaus Schwab!’’ riep hij, ,,Down with WEF!!” Nu stortten alle GI’s zich in een woeste pirouette, een mengeling van het Trump Dansje (draaiende vuisten, wiegende heupen) en tollende derwisjen. Ab schoof zijn bier voor zich uit en keek verbijsterd toe hij ook ik op tafel klom. Ietwat stijfjes, okay – de leeftijd doet zich onvermijdelijk gelden – maar eenmaal staand op het blad ging het dansen mij goed af. Ook de professor is een derwisj! Fuck Klaus Schwab! Down with WEF!!
Vrijdag 24 januari
De terugvlucht naar Amsterdam verliep even troosteloos als de heenreis. Opnieuw een broodje rosbief en karnemelk. Geen boeken in de stoelzakken. Ik keek op mijn telefoon en zag een bericht van Ab. Twaalf Amerikaanse GI’s waren die nacht aangehouden bij het Jung Haus in Zürich. Ze bonsden op de deur en schreeuwden in koor Fuck Carl Jung!! tot de politie kwam en hen in arrestantenbusjes afvoerde. Een internationaal incident bleef uit, omdat de Zwitserse autoriteiten de zaak onder het tapijt hadden geveegd. Ab had er louter bij toeval iets over gehoord van de man bij wie hij zijn paddo’s kocht, de baardige ex-sterfhotelier. Smakelijk had die verteld dat de mannen compleet ontregeld waren en in tranen uitbarstten toen ze in de arrestantenbus werden geladen. Een van hen had verklaard tot zijn daad te zijn gedreven ,,door Jezus’’, een andere hield het – ten minste zo bizar – op ,,een professor uit Holland’’.
Goed, mijn boodschap was dus helaas niet helemaal overgekomen, bij de GI’s besefte ik terwijl ik de laatste hap van mijn broodje rosbief wegslikte. Ik klapte het Rode Boek van dokter Jung dicht en leunde achterover. Ook geheel ontwaakten hebben hun slaap soms hard nodig.
Dit verhaal verscheen in april 2025 in het eerste nummer van jaargang 20 van De Republikein. Nog meer over het WEF in dit nummer: Daphne Meijer brengt de demonisering van Davos op het wereldwijde web in kaart . In de rest van het Zwitserse themagedeelte in deze editie: In Nederland is de vrees nog groot dat met de invoering van het correctief referendum de poorten van de hel wijdopen gaan. Maar in het referendumland bij uitstek Zwitserland blijkt directe democratie steeds vaker een uitweg uit de doodlopende steeg van het populisme, aldus René Zwaap. Anton van Hooff over de historische wortels van het Helvetische eedgenootschap en de superieure ironie van Zwitserlands meest geliefde moderne schrijver Friedrich Dürenmatt. Kunstenaar Fredie Beckmans op bedevaart langs Belle van Zuylen, Michail Bakoenin, Jean-Jacques Rousseau en Johannes Calvijn en René Zwaap bezoekt het slot Arenenberg aan de Bodensee, de laatste verblijfplaats van koningin van Holland Hortense Bonaparte-de Beauharnais.