Open brief aan Amalia: Kies je eigen pad
In het jaar dat zij de meerderjarigheid zal bereiken, wacht kroonprinses Amalia een zwaarwichtig besluit. Accepteert zij de vergoeding van anderhalf miljoen euro per jaar die verbonden is aan haar status als erfopvolger of kiest ze haar eigen pad?
Tekst Gerard van der Zwan
Beste Amalia,
Graag wil ik je feliciteren met je komende achttiende verjaardag. Je kent mij niet, maar ik jou wel en dat komt omdat jij een bijzonder persoon bent. Of je dat als persoonlijkheid bent weet ik niet, want ik ken je alleen uit de krant en weet verder niets van je. Het bijzondere aan je is dat je bent geboren in een unieke familie in Nederland, namelijk de familie van Oranje, die sinds een paar eeuwen het monopolie heeft op het leveren van het staatshoofd van Nederland.
Dat ik je nu deze brief schrijf komt omdat je bij je komende verjaardag ook meerderjarig wordt. Dat betekent dat je vanaf dat moment een volwassen inwoner van Nederland bent. Maar dat niet alleen, je bent met het bereiken van deze leeftijd ook de opvolger van je vader als erfelijk staatshoofd. Mocht hij morgen onder de tram komen – de kans daarop is natuurlijk niet groot, hij komt meestal niet in situaties waar trams in de buurt zijn – dan volg jij hem op als staatshoofd. Wil je dat? En overzie je de consequenties?
Ik wil je er een paar noemen. Allereerst is het zo dat je geen staatshoofd wordt omdat je allerlei kwaliteiten hebt of op basis van verdienste. Je hebt als 18-jarige sowieso tot nu toe niets gepresteerd voor Nederland en gezien je leeftijd mogen we dat ook niet van je verwachten. Je wordt het alleen omdat je wiegje op de juiste plek stond. In feite is er voor de baan die je in de toekomst gaat vervullen geen deskundigheid nodig, immers iedereen kan in Nederland staatshoofd worden, als je maar uit de familie van Oranje stamt. Je hoeft er dus niet slim voor te zijn. Slimheid mag wel, maar het is geen vereiste. Wanneer je ooit je vader opvolgt, hoef je niet veel te doen. Je hoeft slecht twee keer in het hele jaar een toespraakje voor te lezen dat door anderen is geschreven, namelijk op Prinsjesdag en in december voor de Kerst. Daarnaast mag je – maar dat hoeft niet eens – zo af en toe een lintje doorknippen en moet je af en toe een handtekening zetten onder een wet of benoeming waar je geen zeggenschap over hebt.
Het oogt nogal als een zeer ledig bestaan. Voor iemand die iets wil in het leven geen aanlokkelijke betrekking. Oh, ik vergeet nog één niet onbelangrijke of misschien moet ik zeggen wel de belangrijkste verplichting. Je moet ervoor zorgen dat je ten minste één kind krijg. De Oranje-dynastie moet immers wel worden voortgezet, want als jij geen kind krijgt stopt die en dat mag van je familie en de oranje-aanhang in Nederland niet gebeuren.
In Nederland wonen veel mensen die republikein zijn. Wellicht is jou dat nooit met zo veel woorden verteld, omdat je afgeschermd bent opgevoed met de gedachte dat de monarchie mensen verbindt en alle Nederlanders monarchisten zijn. Niets is minder waar. Je moet beseffen dat onder de jongeren de monarchie niet langer populair is. Volgens enquêtes is 50 procent van jouw leeftijdgenoten voorstander van de republiek. Jij zult dus aan de helft van je leeftijdgenoten in ons land uit moeten leggen waarom je vindt dat ook zij miljoenen moeten bijdragen aan de monarchie die zij niet willen. Ben je daartoe bereid en heb je daar argumenten voor? Ben je bereid om die discussie aan te gaan met je leeftijdgenoten die republikein zijn? De eerste keer dat je vader in de openbaarheid trad, was in 1997 in een ‘toneelstukje’ met Paul Witteman, die toen gold als een ‘topjournalist’ maar die zich leende voor wat eruit moest zien als een spontaan interview. In feite waren alle vragen en antwoorden van tevoren geschreven en ook was het ‘spontane’ interview vele malen geoefend. Ga jij dat ook zo doen, omdat je ouders en de hofhouding bang zijn dat je in zo’n interview iets verkeerds zal zeggen dat de monarchie schaadt? Terwijl je dit jaar 18 wordt en voor de wet volwassen. Laat jij je ook zo ringeloren? Of trek je je eigen plan?
Geëmancipeerd
Je verkeert in een omgeving (ouders en hofpersoneel) die er niet op uit is dat jij je eigen leven vorm kan gaan geven na je achttiende verjaardag. Nee, zij zijn ermee bezig om je op te leiden tot koningin van Nederland, zonder je te vragen of je dat wel wil. Je moeder zei ooit – toen ze blijkbaar geëmancipeerd uit de hoek wilde komen – dat meisjes hun eigen keuzes zouden moeten kunnen maken. Ik ben het daar geheel mee eens. Echter die uitspraak geldt voor alle meisjes in Nederland, maar niet voor jou. In de optiek van je ouders mag jij niet zelf kiezen wat je met je leven gaat doen. Nee, voor jou is al besloten dat jij koningin moet worden. Heb je je moeder daar wel eens op aangesproken? Dat je moeder vindt dat meisjes hun eigen toekomst moeten kunnen bepalen en hun eigen keuzes moeten kunnen maken, maar dat dat niet geldt voor jou, haar eigen dochter? Nee? Is het dan geen tijd om dat nu eens te doen, haar daarop aanspreken? Jij wordt dit jaar volwassen, dan mag je ook je eigen ouders aanspreken op zaken die zij doen die niet kloppen of hypocriet zijn.
Dat je ouders, je familie en mensen die financieel afhankelijk zijn van het voortbestaan van de monarchie in Nederland per se willen dat jij koningin wordt, heeft alles te maken met het gegeven dat wanneer Nederland weer een republiek zou worden zoals het dat eeuwenlang was, al deze mensen hun inkomen zouden verliezen. Dat willen ze niet en daarom moet jij koningin worden, voor hun financieel gewin, of je dat leuk vindt of niet. Nederland is sinds 1806 een monarchie, daarvoor was het een republiek. De eerste koning was een Fransman, de broer van Napoleon Bonaparte. Daarna kwam er in 1815 Willem I. Sinds die tijd zijn je voorvaderen en voormoeders het staatshoofd van Nederland geweest en wel Willem II, Willem III (bijnaam ‘de Gorilla’), Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix en Willem-Alexander, je vader. Ongetwijfeld heb je over je voorgeslacht op school veel geleerd. Daarbij zul je vermoedelijk veel hebben gehoord over hun heldendaden. Dat er ook zeer duistere kanten aan hun bewind waren zul je vermoedelijk in de lessen niet meegekregen hebben. Zou je een eerlijker verhaal daarover willen vernemen dat is het goed om het boek van Gerard Aalders te lezen, getiteld Oranje Zwartboek. Ik denk niet dat iemand in je omgeving je op dit boek heeft geattendeerd, daarom wil ik je erop wijzen. Het is zeker te koop bij een boekhandel bij jou in de buurt. Begrijp me goed, ik wil je op geen enkele wijze betrekken bij de misdaden die je voorouders pleegden, op geen enkele wijze ben jij daarvoor verantwoordelijk. Maar ik denk wel dat jij daar kennis van moet nemen, ook om te beoordelen of het baantje dat voor jou is uitgestippeld wel correspondeert met wat jij zelf wilt.
Eén van de zaken die Aalders door de eeuwen heen aanstipt is de geldlust van je voorouders. Jouw familie is een van de rijkste families in de wereld. Je voorouders zijn er niet op een eerlijke manier aangekomen. Hun rijkdom is, om het kort te formuleren, verkregen uit de uitbuiting van de Nederlandse, maar vooral ook overzeese bevolking in met name Nederlands-Indië, het land dat nu Indonesië heet. Daar kan je veel over lezen in het boek van Gerard Aalders.
Maar het gaat mij nu niet alleen over het verleden, hoewel ik vind dat je een eerlijk beeld moet hebben van het verleden, maar over de huidige tijd. In Nederland betaalt iedereen die werkt, en dat is bijna de hele bevolking, belasting. Dat is een goede zaak omdat met de opbrengst uit de belasting onder andere arme mensen, die er in Nederland ook zijn, kunnen worden geholpen. Maar nu is het rare dat jouw familie, die zo niet de rijkste dan toch wel een van de rijkste families in Nederland is, geen belasting betaalt. Eigenlijk is dat te gek. Sterker nog: jaarlijks krijgt jouw familie een uitkering, hoewel jullie een groot vermogen hebben. Vind je dat normaal? Maar dat is niet het enige. Er worden nogal wat kosten gemaakt voor de welvaart waarin jullie leven en die jullie niet zelf betalen, maar jouw familie door de Nederlandse bevolking laat betalen. Je familie heeft vier paleizen, allerhande vervoer met auto’s, een eigen trein en een eigen verkeersvliegtuig. De kosten die daarmee gepaard gaan worden berekend op zo’n slordige 350 miljoen euro per jaar. Het zijn grote bedragen om jouw familie in weelde te laten leven. Is dat nodig? Wanneer je die vele miljoenen, die aan allerlei nuttige dingen zouden kunnen worden besteed, afzet tegen wat je familie presteert, is dat nogal scheef. Hierboven meldde ik het al: de koning ons staatshoofd doet niet meer dan een paar keer per jaar een tekstje voorlezen, wat handtekeningen plaatsen en af en toe een lintje knippen. In de kersttoespraak die je vader houdt wordt de laatste jaren veel aandacht gegeven aan het milieu, terwijl de activiteiten verbonden met jullie levenswijze zo vervuilend zijn als maar kan. Heb je je vader wel eens aangesproken op de hypocrisie die hierachter steekt? Mooie woorden over het milieu maar wel op een vakantie allerlei vluchten met het regeringstoestel maken, simpel voor de lol. Veel Nederlanders, onder wie ik, vinden het absurd dat zo veel kosten worden gemaakt voor zo weinig. De vraag aan jou: ben je het daar niet mee eens nu je straks als volwassene geacht wordt daarover na te kunnen denken en een mening te hebben?
Misleiding
De Nederlandse regering heeft in het verleden besloten dat jij vanaf je achttiende verjaardag circa anderhalf miljoen euro per jaar krijgt. Niet dat je iets bijzonders voor ons land hebt gedaan dat rechtvaardigt dat je dat geld krijgt. Nee, slechts vanwege het simpele feit dat je 18 jaar wordt werpt de regering je het bedrag in de schoot zonder dat je er iets voor hoeft te doen. Ik kan mij voorstellen dat je eigenlijk daar helemaal geen zin in hebt. Wanneer je komend jaar zou beslissen om in de toekomst je eigen leven te willen leiden, waarbij jij zelf alle beslissingen neemt en je niet laat leiden door wat je ouders of de hofdignitarissen willen, dan vind ik wel dat je dat ook aan de bevolking van Nederland duidelijk moet maken. Het zou een vorm van misleiding zijn wanneer je elk jaar anderhalf miljoen incasseert om, zeg over vijftien jaar, te zeggen: ‘Ik heb geen zin in dat baantje van erfelijk staatshoofd van Nederland’. Alle respect wanneer je dat zou vinden, maar laat dat dan wel binnenkort weten. In de ogen van de belastingbetaler zou het toch vreemd zijn wanneer je de komende tien tot vijftien jaar elk jaar je anderhalf miljoen accepteert om vervolgens geen koningin van Nederland te willen worden. Dan zou die investering niets opleveren. Je wordt dit jaar 18, je kunt zelf beslissen. Neem dan ook een beslissing en laat het weten aan de Nederlandse belastingbetaler.
Uit de krant heb ik vernomen dat je een jaar ‘vrijaf’ neemt. Wat je gaat doen weet ik niet, het gaat mij ook niet aan, dat mag je zelf uitmaken. Nu zijn er veel mensen in jouw leeftijdscategorie die er na de middelbare school een jaar tussenuit gaan voordat ze een vervolgopleiding volgen. Maar geen van deze 18-jarigen krijgt van de Nederlandse staat een bedrag van anderhalf miljoen om van te leven in dat vrije jaar. Nee, al deze leeftijdgenootjes van je hebben dat jaar zelf verdiend door tijdens de middelbare schooltijd allerlei werkzaamheden te verrichten, zoals vakken vullen bij een supermarkt. Jij gaat het komend jaar leuke dingen doen op kosten van de belastingbetaler. Ik stel je een eerlijke vraag: vind je dat normaal? Ik vind dat niet. Daarom geef ik je in overweging om de uitkering die je op je achttiende verjaardag krijgt te weigeren. Neem een voorbeeld aan je collega-prinses in België, die haar uitkering heeft geweigerd. Ga een jaar werken, presteer iets, verdien wat geld en ga dan een jaar op reis van je eigen verdiende geld, en niet van het geld van mensen die moeten sappelen om hun belasting te betalen.
Ik wens je een voorspoedig leven, veel wijsheid en goede beslissingen,
Gerard van der Zwan (Republikein)
You might be interested in
In dit zomernummer van De Republikein wordt de vraag naar de republikeinse zaak omgedraaid: stel dat de Oranjes vertrokken zijn,
De deze week verschenen nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap is een themanummer ter
Op vrijdag 18 maart aanstaande houdt schrijfster Nelleke Noordervliet in Utrecht de zevende Hans van den Bergh-lezing in successie. Alle
Een nieuwe beeldenstorm op Oranje-monumenten zou gezien de rol van het koningshuis in het koloniale bedrijf geenszins misplaatst zijn, maar het basismateriaal daarvoor blijkt in Amsterdam nogal schamel. Onze redacteur Paul Damen maakte een indexering van alle Oranje-monumenten in de hoofdstad.
Tekst Paul Damen
Wie op internet ‘gedenktekens Oranjes Amsterdam’ zoekt, stuit subiet op een steenhouwer voor grafmonumenten. Dat is wat overdreven, maar gezien de slordige manier waarop de hoofdstad omgaat met haar Oranje-monumenten, is begraven ervan inderdaad een betere optie.
Amsterdam telt zo’n honderd monumenten die verwijzen naar de koloniale tijd (zie Ewald van Vugt’s De maagd en de soldaat) maar het vorstenhuis kreeg nauwelijks monumenten toegeschoven. Op de gevel van de Beurs prijken de koloniaal J.P. Coen, de rechtsgeleerde Hugo de Groot en de bestuurder Gijsbrecht IV van Amstel. Waar entertainers als J. Jordaan, W. Alberti en T. Leen hun overigens spuuglelijke monumentje kregen, waar zelfs de politiehond Albert wordt herdacht in het Oosterpark, en waar bekende Amsterdammers als Batman en Robin nog een plekje kregen op de Spaarndammerdijk, daar ontbreken de Oranjes opvallend. Dat heeft een reden. Beeldhouwers waren doorgaans niet zo Oranjegezind, en het stadsbestuur al helemaal niet. Stadsbeeldhouwer Hildo Krop, volgens Gerard Reve een ‘communistische koekebakker’ en maker van ‘verschrikkelijke geslachtsloze beelden’, leverde honderden gevelstenen, brugbeelden, visarenden, stoomlocomotieven, Eskimo’s en de nodige ‘Moeder Aarde’s’, maar nimmer een Oranje.
Dus kan in de huidige Black Lives Matter-beeldenstorm ook geen Oranje-bestuurder beschadigd worden – een voordeel. Het bekende ‘Lieverdje’ op het Spui werd ooit in brand gestoken, gekidnapt en omver gereden, maar het enige beeld dat écht werd weggesleept, was dat van wethouder Floor Wibaut. Deze sociaaldemocratische grondlegger van de volkswoningbouw werd in 1982 weggesleept naar het kraakpand ‘Blaaskop’ bij de Wibautstraat door krakers die blijkbaar weinig historische kennis bezaten, gezien hun motto: ‘Hoedt u voor de als links vermomde rechtsen, mijdt ze als de pest, want zij zijn erger dan de rest.’ Reparatiekosten: 30.000 gulden.
Aan onze échte eerste koning Lodewijk Napoleon hielden we het in Koninklijk Paleis veranderde stadhuis op de Dam over, als monument voor de usurpatiedrang van de Oranjes. Hofstad Den Haag heeft alleen al drie Willem de Zwijgers. In Amsterdam hangt Willem enkel als plaquette aan de Schubertstraat, op een steigerend paard, met de tekst ‘stantvastig is ghebleven / mijn hert in teghenspoet.’ Sowieso knap om standvastig in het zadel te blijven op een steigerend paard, maar hier maakt de viervoeter een zogeheten ‘levade’ , waarbij het beide voorbenen tegelijk van de grond verheft. In het echte leven zie je zoiets nauwelijks, want krijg je paard maar es zo gek.
De versregels zijn ontleend aan het dertiende couplet van het Wilhelmus, maar zo standvastig was Willem, de opportunist die met alle politiek-religieuze winden mee waaide, niet. En dan kleeft aan deze steen uit 1935 nog een pijnlijke smet: vervaardigd door de beeldhouwer Johan Polet, bekend als de maker van het Domela Nieuwenhuis-standbeeld in de Spaardammerbuurt, maar in de Tweede Wereldoorlog zó Duitsgezind dat hij zelfs bijna naar dat land was verhuisd, ware het niet dat het Herrenvolk kort daarna weer huiswaarts keerde wegens een verloren oorlog.
Dat deze gevelsteen hangt in de zijmuur van het Hervormd Lyceum Zuid, mag daarom als extra straf gelden: op de richel daaronder rookt nu menig puber stiekem zijn eerste peuk. De stoep is dan ook bezaaid met filters, waar de alerte gemeente Amsterdam een tegel tegen aanbracht met de tekst ‘Duiven Niet Voeren.’
Het meest onbekende, onopgemerkte en anonieme Oranjebeeld: de sneue Schilddrager van den Koning bovenop de rechtertoren van het Centraal Station. Drie meter vijftig hoog, in 1889 ontworpen door de Leuvense kunstenaar Jean-François Vermeylen, Volgens de NS bekroont de schilddrager het ‘Koninklijk Paviljoen’ – nauwelijks meer dan een aparte poort voor een koets en een sjieke plee waar nog nimmer een Oranjetelg zetelde. Nu recent de poort is vervangen door glas, kan ook het plebs de koninklijke plee bewonderen. En zich afvragen van wie toch het wapen boven die poort is, want zowel gemeente als NS hebben geen idee.
Hendrik, de derde zoon van koning Willem II, was een geliefde prins. Nou was élke Oranje geliefd in vergelijking met zijn broer, de psychopatische bruut Willem III. Marineman Hendrik kreeg, naar een Portugese Hendrik die in de 15e eeuw de West-Afrikaanse kust exploiteerde, de bijnaam ‘De Zeevaarder’ omdat hij als eerste Oranjetelg Ons Indië bezocht. Weliswaar als grootaandeelhouder in Indische fondsen op zoek naar meer winst, maar toch. Niet over zeven zeeën maar wel naar minstens drie lokaties werd zijn beeltenis verzeuld. Eerst, in 1885, keek hij bij het Victoriahotel uit op het IJ, maar slechts drie jaar na de onthulling werd daar het Centraal Sation gebouwd. Weg uitzicht. Het duurde tot 1979 tot een ambtenaar inzag dat hij beter tot zijn recht kwam naast de toenmalige Oosterdoksdam. Helaas had men hem met zijn gezicht van het IJ af geplaatst, zodat hij enkel het Scheepvaarthuis zag. In 2018 werd hij nogmaals verplaatst, nu wel gezicht zeewaarts, bij de Kraansluis. Nu ziet hij nog steeds geen zee, maar kijkt hij uit op de Openbare Bibliotheek, de tragische zeeman die op de valreep, op zijn sterfbed, nog tot admiraal werd benoemd.
Qua tragiek scoort ook prinses Adelaïde Emma Wilhelmina Therèse Prinzessin zu Waldeck und Pyrmont, in de wandeling Emma, hoog. Als twintigjarig fokvee deze kant op gehaald, als tweede vrouw voor de eenenzestigjarige koning Willem III, nadat die zijn eerste vrouw Sophie de dood in had gedreven, om van zijn zonen maar te zwijgen. Willem wou liever met een operazangeres trouwen, of desnoods met Emma’s oudere zuster Pauline, maar toen alle andere kandidates subiet afhaakten, moest Emma wel voor nageslacht zorgen – een hele opgave met de bejaarde, syfilitische Willem. Die sprak geen woord Duits, negeerde haar na de geboorte van Wilhelmina en alleen daarom is empathie met Emma op zijn plaats. Toen hij na elf jaar huwelijk stierf, was zowel volk als vorstin opgelucht. Emma werd regentes, en deed dat naar verluidt goed. Dit beeld, op het Emmaplein, geeft haar die krediet niet. Gestoken in de rouwkleding die ze vierenveertig jaar droeg, oogt zij als een barse boerin op dit tweedehandsje, want Lambertus Zeil maakte het voor Den Haag. Onthuld in 1938 verkreeg het beeld ongekende populariteit op 29 juni 1940, toen het als protest tegen de Duitse bezetter bedolven werd onder de bloemen. Niet eens Emma’s verjaardag, maar van schoonzoon Bernhard. Het beeld deed haar ogen als de barse uitbaatster van een bloemenzaak.
Zeulen met Oranjebeelden, het lijkt Amsterdamse mores. Ook Wilhelmina, als tienjarig meisje in brons verbeeld door Mari Andriessen, stond vanaf 1967 op het terrein van het Wilhelmina-gasthuis, maar werd na de opheffing van het ziekenhuis verzeuld naar het AMC in Holendrecht. Eerst nog buiten maar al spoedig binnen, waar de bewaking thans het fotograferen ervan verbiedt.
Het bekende beeld van Wilhelmina te paard, geplaatst op het Rokin, had daar eigenlijk helemaal niet mogen staan. Sterker nog: het had er helemaal niet zo mogen uitzien. Twee jaar na Wilhelmina’s dood in 1962 wilde het Contactorgaan van Vrouwenorganisaties in Amsterdam haar eren met een beeld, zittend achter een microfoon het Volk toesprekend. Alleen zag beeldhouwster Theresia van der Pant die Wilhelmina nooit ontmoet had, daar niks in. En dus maakte ze een prinses te paard, waar ze twee jaar over deed, en toen bleek het hele beeld weer veel te groot. En naar verluidt wilde de gemeente ook niet opdraaien voor de extra kosten voor het brons. Het zou op het Damrak komen, maar de gemeente wist er geen raad mee en plaatste het acht jaar later dan maar op het Rokin, pal naast de rondvaartbotenrederij Kooij. Het verwierf enkel een plaats in de geschiedenis door de beschutting die het bij de kroningsrellen op 30 april 1980 bood tegen de lange lat van de Mobiele Eenheid.
Wilhelmina in bont bij het Confectiecentrum.
Wihelmina’s toch al pronte postuur was bekleed met zoveel bont, dat van een pelsdierenpension gesproken mag. Of zoals de de christelijke dichter J.W. Schulte Nordholt bij haar dood in november 1962 dichtte: ‘Ach God, is Wilhelmina dood? / Die vrouw was groot, / groot en sterk; in al dat bont, / in al die jassen daar zat een ziel / van zuiver staal en vol met God.’
Geen wonder dat deze propagandaprinses voor de bontjas geplaatst werd pal voor het confectiecentrum. Onthuld in 1968 door prins Bernhard, die in de oorlog ook in het buitenland verbleef, wat de tekst op de achterkant nóg navranter maakt: ‘Gedenk hen die toen het volk verslagen en machtloos scheen / de vaan der vrijheid hebben hoog gedragen door alles heen.’ Met daaronder ‘Jan Campert’. Alleen, gemeente Amsterdam, die tekst ís helemaal niet van de in de oorlog gefusilleerde Campert, maar van collegadichter Yge Foppema, die na de oorlog zelfs 92 werd. Foute naam dus op de sokkel. Oeps. Ten overvloede, want zo kennen we Amsterdam, wordt Wilhelmina afgedekt door tientallen plakkaten met ‘Vrouwen in Nieuw-West’. Omdat de hoofddoekjes niet in beeld wilden, bekijkt de arme vorstin nu een zestal bilpartijen. Plus een reclamepaal met ‘Jezus christus rechter van levende en doden bekeer je’. Dat zal haar wél bevallen.
Niettemin is Wilhelmina in Amsterdam bekender door haar bomen dan haar bontjas. Eerst stond op de Zandhoek een bij haar geboorte geplante Wilhelminaboom, gekoesterd door ene ‘Opoe Vork’. Die boom begaf het in de Tweede Wereldoorlog; de boot naar Londen gemist en bewerkt tot brandhout in de hongerwinter. De Wilhelmina-linde langs de Haarlemmerweg, geplaatst in 1898 door ‘kinderen van Christelijke bewaarscholen’, overleefde wél door drie keer te worden vervangen. Een ‘Hollanse linde’, dus zonder ‘d’ aldus de gemeente Amsterdam. Je zou haast aan opzet gaan denken,.
Ook dochter Juliana kreeg bij haar kroning in 1948 een boom met gedenksteen, in het Oosterpark. Ook aangeboden door schoolkinderen – het zijn altijd dezelfden die het voor de rest verknoeien. Deze boom, een smal stammetje, is ook een substituut voor eerdere versies. En de meest recente sneuvelde in mei 2016 bijna onder de actie-auto’s van de in het park protesterende FNV. Maar toen was Juliana al twaalf jaar dood.
Het gemeentelijk gekluns met Oranje bereikt een waar dieptepunt met de ‘Juliana-plaquette’ in Slotervaart. Brons, op brug 601, beeldhouwer onbekend, onthuld door de vorstin zelf bij de bouw van de eerste tuinstad buiten de ringspoorbaan. Over naamloos water heen, en volgens de gemeente ‘op 27 oktober 1950’ onthuld. Nee, gemeente, het was op 7 oktober, en het jaar was 1952. Dat weten we zo precies omdat Juliana die dag geen genoeg kon krijgen van de ‘gewone mensen’, zoals op de thee bij de familie van trambestuurder Reusch aan Walraven van Hallweg 5. Koekje erbij, aangeboden door de kinderen Marijke en Chrisje en gadegestaard door de kleine Flipje, vastgesnoerd aan de kinderstoel.Weerloos moesten de koters afwachten hoe de vorstin de ene na de andere peuk wegpafte uit het zicht van de pers. De buren, de familie Van Poelgeest stonden reserve. Dat vond Juliana zo sneu, ‘na al dat schoonmaken en zo’, dat ze daar ook aanwipte. Uiteraard om de ene met de andere sigaret aan te steken.
De gemeente doopte haar anonieme brug in mei 2016 om in ‘Hannie Schaft-brug’. Volgens het naambord is verzetsstrijder Hannie Schaft ‘op 17 april 1945 overleden.’ Alleen: ze is in het zicht van de bevrijding wraakzuchtig gefusilleerd door de Duitse bezetters.
Ogenschijnlijk om het goed te maken liet de gemeente de al genoemde ‘communistische koekebakker Hildo Krop’ een eikenhouten bank uitkappen. Bedoeld voor het zogeheten ‘Koningsvoorhuis’, dat is de werkelijke woning aan de Noordkant van het paleis op de Dam. Daar kon de bank vanwege de forse omvang niet geplaatst. Je kan er ook niet op zitten vanwege de uit de rugleuning priemende wapens, met scènes uit Vondels Gijsbrecht. De gemeente zette ‘1655’ op het ding, in september 1958 aan Juliana aangeboden, ‘bij het 300-jarig bestaan van het Koninklijk Paleis’. Voor in een stadhuis dat pas sinds 1808 als paleis gebruikt wordt.
Het borstbeeld van Beatrix werd bij de opening van het AMC in 1984 niet van harte onthuld door het onderwerp zelf. Beatrix had niet zo’n beste ervaringen in Mokum, en bovendien is van haar bekend dat ze, zelf beeldhouwer van gedrongen gedrochtjes als ‘Jantje Beton’, andermans werk kritisch bekijkt. Van het beeldje, door ene Nel van Lith, werd drie jaar na de onthulling al een kopie op Marktplaats verkocht voor € 6.599,00. In 2019 bracht een kopie op de Catawiki-internetveiling nog maar 600 euro op.
Van Willem-Alexander, vrouw en kroost, bestaat nergens in de hoofdstad een beeld. Of toch wel? Bij het vernieuwde Marnixbad staat ene ‘Amelia’. Gezien alle gemeentelijke gekluns zou dat zomaar kroonprinses Amalia kunnen zijn. Ook qua omvang gelijkend, beleeft het enigszins obese meisje in badpak veel plezier aan haar tussenbeense behandeling van een skippy-bal. Uit nader onderzoek blijkt hier echter de dochter van Filips van Marnix van St. Aldegonde verbeeld, vriend van Willem van Oranje, kort burgemeester van Antwerpen. Aangeboden door het Stadsdeelbestuur op 8 december 2006 bij de heropening van het bad. Alleen: die Brabantse burgemeestersdochter heette ‘Amelie’, niet Amelia of Amalia. En de kans dat deze jonge barones, die op haar 38ste stierf, bij leven ooit in badpak op een skippybal aan haar gerief kwam, mag wel worden uitgesloten.
You might be interested in
Journalist en schrijver Paul Damen was bij zijn dood op 13 november 2024 hoofdredacteur van De Republikein. Op de dag
In dit zomernummer van De Republikein wordt de vraag naar de republikeinse zaak omgedraaid: stel dat de Oranjes vertrokken zijn,
Eeuwenlang bepaalden Duitse vorsten de machtsverhoudingen in Centraal-Europa en ver daarbuiten. Ook waren ze en passant hofleverancier van koninklijke echtgenoten
De monarchie is een Rotterdamse kwestie
Rotterdam is het epicentrum van het Nederlandse republikeinse streven, betoogde oud-fractieleider van de Rotterdamse Stadspartij Manuel Kneepkens op het symposium dat tijdschrift De Republikein in samenwerking met de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam hield in Spui 25 te Amsterdam ter herdenking van het 100-jarige jubileum van de ‘Novembercoup’ van P.J. Troelstra.
Tekst Manuel Kneepkens
Altijd als ik vanuit Rotterdam de metrolijn naar Spijkenisse neem, verheugt zich in mij, zowel de dichter als de republikein, want dan zegt vlak achter Schiedam de RET-omroepster:
Halte Troelstralaan
LINKS uitstappen, a.u.b.
een ware ready made
Elf november is het precies 100 jaar geleden dat Troelstra (vergeefs) de republiek uitriep en hij deed dat … op de Goudse singel in Rotterdam
En plots kwam toen daar in de Metro naar Spijkenisse de gedachte in mij op:
’De monarchie, dat is een Rotterdamse kwestie!’
Wat? De monarchie is dat niet typisch een Amsterdamse kwestie?
Is Amsterdam niet de republiek, die mokt omdat het zijn stadhuis heeft uitgeleend aan een het vorstenhuis van een nabije, zeer lage mogendheid aan zee en …het nooit meer heeft teruggekregen?
En toch zou ik willen beweren de monarchie is primair een Rotterdamse kwestie.
De oranje-monarchie hebben we immers te danken aan Rotterdam. Zullen we de afschaffing van de monarchie ooit ook te danken krijgen aan Rotterdam?
Hoe dan ook, er is dus reden te over om eens naar de op – en ondergang van de monarchie in Nederland te kijken vanuit een Rotterdams perspectief.
Dat doe ik aan de hand van vier Rotterdammers: Gijsbert Karel van Hogendorp, Burgemeester Zimmerman, Pim Fortuyn en… Tom Poes
Gijsbert Karel van Hogendorp
De invoering van de Oranjemonarchie in 1813 in ons staatsbestel was immers een Rotterdams initiatief …Amsterdam had er niets mee te maken.
Die invoering is immers geheel en al het werk geweest van een Rotterdamse zakenman: Gijsbert Karel van Hogendorp
Van Hogendorp had met de edellieden van der Duijn van Maasdam en van Limburg Stirum een Driemanschap gevormd, en uit kracht van dat Driemanschap – een eigenlijk geheel uit de lucht geplukte legitimiteit – Willem Frederik, de zoon van de naar Engeland gevluchte stadhouder Willem V, verzocht naar Nederland te komen en het koningschap te aanvaarden .
Een klein addertje in het gras voor onze Willem was er overigens wel. Van Hogendorp had het ontwerp van een grondwet op zak, dat eenmaal uitgewerkt, Koning Willem geacht werd te ondertekenen.
Van Hogendorps motivatie om een constitutionele monarchie in het leven te roepen was zijn overtuiging dat zo’n monarchie goed zou uitpakken voor het zakenleven, het Rotterdamse zakenleven in het bijzonder.
En op dat punt stelde de nieuwe koning niet teleur.
Willem I is terecht onze geschiedenis ingegaan als ‘de koning-koopman’.
Sommigen van die projecten pakten financieel zeer gunstig uit, zoals de Nederlandse Handelmaatschappij, waarvan de vaak ethisch dubieuze, maar zeer winstgevende activiteiten in Ned. Indië genoegzaam bekend zijn.
Voor het huidige steenrijk zijn van de Oranjes is daar toen de basis gelegd.
Burgemeester Zimmerman
We gaan nu even op zevenmijlslaarzen door de geschiedenis en arriveren in het omineuze jaar 1918. Einde Eerste Wereldoorlog. Revolutionaire woelingen alom. In het verre Rusland sovjetiseert Lenin het Tsarenrijk. En in Duitsland wordt het Keizerrijk afgelost door de Weimarrepubliek.
Zouden de onlusten naar Nederland overslaan? Het Rotterdamse zakenleven maakte zich grote zorgen….
Op zaterdag 9 november 1918, het begin van wat later de Rode Week genoemd zou worden, kreeg Pieter Jelle Troelstra, de leider van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, de SDAP, een telefoontje van havenvakbondsman Arie Heijkoop uit Rotterdam. Deze deed hem verslag van een gesprek, dat hij die dag had gevoerd, met Nijgh, voorzitter van de Rotterdamse werkgevers in de Scheepvaart.
Nijgh hoopte na de Wapenstilstand snel het Rotterdamse handelsverkeer met het Duitse achterland te hervatten en hij wilde die nieuwe handelskansen niet verziekt zien door mogelijke opstandigheid onder de havenarbeiders.
Nijgh toonde zich, tot verbazing van Heijkoop bereid, met de SDAP samen te werken voor een ordelijke machtsoverdracht…
Nijgh introduceerde Heijkoop vervolgens bij de toenmalige burgemeester van Rotterdam Zimmerman. Ook deze achtte het onwaarschijnlijk dat de revolutie bij de Nederlandse grens zou stoppen. En ook hij bleek maar al te bereid aan ‘een ordelijke machtsoverdracht’ mee te werken…
Het ongevraagde aanbod van Rotterdam om samen te werken met de leiding van de SDAP tot overdracht van de macht, heeft Troelstra waarschijnlijk gesterkt in zijn overtuiging dat er in Nederland ook zoiets als een revolutionaire situatie bestond, net als in Duitsland en Rusland.
Dat bleek een vergissing.
Ondanks Troelstra’s vurige toespraken in en buiten het parlement, kwam de revolutie niet echt op gang. Integendeel, er ontstond een succesrijke contrarevolutie!
Op 17 November 1918 werd er een nationaal eerbetoon aan koningin Wilhelmina op het Malieveld georganiseerd. Klokslag èèn uur, die middag, kwam daar het hofrijtuig aan met koningin Wilhelmina en prins Hendrik. Met als vertederende noot, het jonge, geheel in het wit gestoken prinsesje Juliana.
Vlak bij het Malieveld hielden manschappen van het regiment Grenadiers de stoet staande spanden de paarden uit en trokken zelf het rijtuig van de koningin verder!
Vroeger, in de Vaderlandse geschiedenisles op school, is mij altijd voorgehouden dat het hier ‘een spontaan eerbetoon’ betrof. Niets is minder waar! In de Koninklijke Stallen in Den Haag was tevoren dagenlang geoefend…
De Rode Week was gelijk over.
Na de Tweede Wereldoorlog is het uitgerekend de PvdA geweest, de politieke opvolger van de antimonarchistische SDAP, die het Koningshuis telkens weer uit netelige situaties gered heeft. (al bleef binnen die partij een anti-monarchistische onderstroom bestaan…)
Drees redde het Koningshuis in de Hofmans-affaire, Den Uyl in de Lockheed-affaire en Kok in de affaire Zorreguieta.
Rood dat vergeelt wordt oranje…
Pim Fortuyn
In 2002 werd de Rotterdamse zakenman Pim Fortuyn vermoord. Een zzp-er die hard op weg was minister-president van Nederland te worden
Pim Fortuyn was lid van het Republikeins Genootschap van Elsevier-Reed-CEO Pierre Vinken.
Met Fortuyn bleek het anti-monarchistisch denken plots wortel geschoten te hebben aan de rechterkant van het politiek spectrum, waar het toe dan toe onbekend was.
PVV-leider Wilders nam het anti-monarchistische stokje over.
Zo onbegrijpelijk is die vijandigheid van het rechtspopulisme ten opzichte van het Koningshuis overigens niet. Het rechtspopulisme van Fortuyn en Wilders bevindt zich immers onvermijdelijk in concurrentie met het sinds jaar en dag in Nederland bestaande Oranjepopulisme.
Het heeft immers dezelfde grondslag. Er is een ‘Leider’, die zich vereren laat door een niet al te nadenkend ‘Volk’. Die verhouding is niet rationeel, maar diep-emotioneel. Het Fortuynsprookje en het Oranje-sprookje horen tot hetzelfde Sprookjesboek.
Of Fortuyn, eenmaal premier, werkelijk de monarchie aangepakt zou hebben, valt zeer te betwijfelen.
Volgens zijn butler was Fortuyn in de laatste dagen van zijn leven vooral bezig zich druk te maken over het pak dat hij aan zou trekken voor de staatsiefoto met de koningin op de trappen van Huis ten Bosch, na de beëdiging van zijn kabinet…
Tom Poes
Nee, dan heeft de vaderlandse republikein meer aan D66, de partij van de kroonjuwelen. Let op dit veelzeggend monarchistisch taalgebruik! Die partij had tot voor kort drie kroonjuwelen: de gekozen burgemeester, het districtenstelsel en het referendum.
Die regeling van het raadgevend referendum had zo zijn zwakke punten , waardoor types als Baudet er misbruik van hebben kunnen maken. Maar een beetje pientere staatsrechtgeleerde
had dat met gemak kunnen oplossen. Voor die weg is niet gekozen. Uitgerekend
D66 Minister van Binnenlandse Zaken Ollongren schafte doodleuk het raadgevend referendum… af ! Daarmee bracht zij in feite eenderde D66 om zeep. Een ware zelfmoordactie.
Voor het districtenstelsel loopt niemand meer warm, zelfs D66 zelf niet.
Blijft over de gekozen burgemeester
En op dat punt hebben wij republikeinen zowaar wat aan kroonjuwelenpartij D66 !
Wan het is een listig voorstel dat D66 voorstel om te komen tot een gekozen burgemeester
D66 blijkt de Tom Poes figuur ( ‘Verzin een list, Tom Poes’) in een stripverhaal, dat Marten Toonde zou hebben kunnen schrijven:‘Tom Poes en het Kroonjuweel’.
Heer Bommel representeert daarin dan het apolitieke Nederlandse volk, dat maar niet van zijn verslaving aan het erfelijke koningschap weet af te kicken. Maar dat zal toch eens moeten gebeuren. Want het staatshoofd van een ware democratie hoort nu eenmaal gekozen te zijn.
We leven inmiddels in de 21e eeuw. Eens moeten we toch van het erfelijk koningschap af.
Daar helpt geen moedertje lief aan.
Het D66 voorstel is:
Art 131 van de Grondwet wordt gewijzigd. De tekst luidt daarvan nu:
‘De Commissaris van de Koningin en de burgemeester worden bij Koninklijk Besluit benoemd
‘Bij Koninklijk besluit benoemd’ wordt vervangen door ‘ benoeming wordt bij wet geregeld’
De benoeming van de Commissaris van de Koningin, heden Commissaris van de Koning geheten, gaat dus óók uit de Grondwet. Een feit dat tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen.
En hoe zou die Commissaris in de toekomst dan wel moeten gaan heten? Commissaris van de Provincie?
Dat is een besmette term. Zo waren onder de Duitse Bezetting de hoofden van de provincie
genaamd. En die toenmalige Commissarissen van de Provincie, dat waren allemaal NSB’ers.
Dus dat gaat niet.
Commissaris van het Volk dan ?
Dat lijkt te veel op een term uit het Sovjet-jargon: de Volkscommissaris.
Dus dat gaat ook niet
Ik pleit voor: gouverneur.
Zo wordt in Limburg van oudsher de Commissaris aangesproken.En in buurstaat België heten alle provinciehoofden zo
Maar als de hoofden van de gemeenten worden gekozen en de hoofden van de provincie eveneens, is dan de logische consequentie niet van dit alles niet , dat óók het hoofd van staat, het staatshoofd, dient te worden gekozen?.
Het antwoord op die deze vraag ( ‘Ja!’) wekt dan al niet meer zo’n consternatie als dat vandaag de dag nog zou hebben. Het niet al te nadenkend Bommelvolk is dan immers inmiddels behoorlijk gewend geraakt aan gekozen staatsbestuurders.
Het zal dan eindelijk, eindelijk een niet-gekozen staatshoofd niet langer als normaal aanvaarden, maar als abnormaal.
Dan zijn we er!
Dan kan mentaal de definitieve stap om af te kicken van ons Koningshuis eindelijk gezet.
Voor Prinses Amalia is dat vast en zeker een hele opluchting. Voor haar betekent het immers ontsnappen aan het korset, waarin men bezig is haar te persen. Namelijk om straks Koningin Beatrix II te moeten zijn.
Zij krijgt dan wat ieder andere Nederlander allang heeft: een vrije beroepskeuze. En ook niet onbelangrijk: een vrije partnerkeuze,
Zij leeft daar door ongetwijfeld nog lang en gelukkig
En zie, aangezeten aan een ‘eenvoudig doch voedzaam maal’ in het aan het volk van Amsterdam teruggegeven Paleis op de Dam zal de eerste President der Nederlanden een toast uitbrengen op de laatste Koning der Nederlanden … ten afscheid.
En daarmee is de Oranje saga – een liefst 200 jaar durend stripverhaal van wisselende kwaliteit– voor goed ten einde.
Eind goed, al goed!
You might be interested in
In dit zomernummer van De Republikein wordt de vraag naar de republikeinse zaak omgedraaid: stel dat de Oranjes vertrokken zijn,
In de nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap, een interview met schrijfster Nelleke Noordervliet
Heden is verschenen de nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. De gerenommeerde jurist-republikein Ulli
Tom Poes en het Kroonjuweel
Slaagt de list van Thom ‘Poes’ de Graaf alsnog en stevent Nederland straks na de gekozen burgemeester en de gekozen gouverneur af op een gekozen staatshoofd? Manuel Kneepkens over de geheime agenda van D66.
Tekst Manuel Kneepkens
Het is een listig voorstel dat D66 voorstel om te komen tot een gekozen burgemeester . Geheel verwonderlijk is dat niet. De list is immers van oudsher zeer verankerd in de geschiedenis van de Lage landen. Denk bijvoorbeeld aan Erasmus, die in zijn tijd Kerk en Staat niet rechtstreeks kritiseerde, maar via de hoofdpersoon van zijn boek Lof der Zotheid Stultitia. Een pure list.
En uiteraard aan de Vos Reynaerde. In dat middeleeuwse meesterwerk maakt de hoofdpersoon met zijn listige streken de autoriteiten in de Lage Landen– door dierfiguren gerepresenteerd – hoogst belachelijk. In die traditie prijkt ook Marten Toonder’s Bommel-saga, een verhaal in vele afleveringen, dat zich afspeelt in een tijd, die ons nog zeer nabij is, de 20e eeuw. Ook hier worden de notabelen in de vermomming van dierfiguren ten tonele gevoerd. En ook hier worden zij geridiculiseerd.
Burgemeester Dickerdack
Aan het Marten Toondermonument in Rotterdam wordt dat fraai weergegeven in het nijlpaardbeeldje, voorstellende Burgemeester Dickerdack. Wie in diens fysionomie één van de twee ‘Rommeldamse’ regenten, óf de voormalige burgemeester Peper óf de voormalige burgemeester Opstelten, óf misschien wel allebei, meent te herkennen, zou het heel goed bij het rechte eind kunnen hebben.
En nam niet Dries van Agt ooit afscheid als premier met enkele, herfstig weemoedige woorden ontleed aan het oeuvre van Markies de Cantecler, dat haantje in de Bommel-strip, dat denkt dat hij een dichter is? Er zijn eigenlijk maar weinig literaire werken, die zo’n impact hebben gehad op de Nederlandse ‘elite’ als de Tompoes en Heer Bommel-saga.
Met dat Marten Toondermonument is trouwens iets bijzonders aan de hand. Tom Poes staat er helemaal aan de top, dat wel. Maar waar is zijn grote vriend Ollie B. Bommel? Welnu, Tom Poes prijkt boven op een wereldbol, die is geel weergegeven met rode meridianen – precies als de jas van Heer Bommel. Het kunstenaarscollectief De Artoonisten, dat het monument heeft ontworpen, wilde daarmee aangeven dat heer Bommel de speelbal is van zijn lot. Hij raakt steevast in de problemen. En mist elk verweer. Dan roept hij in zijn hulpeloosheid: ‘Tom Poes, verzin een list!’ En dat doet zijn kleine vriend dan. En dan komt het allemaal toch nog goed. En kan hij, Heer Bommel, opgelucht het glas heffen, aangezeten bij het ‘eenvoudige doch voedzaam maal’ waarmee elke Bommelstrip traditiegetrouw pleegt te eindigen.
Welnu, D66 blijkt de Tom Poesfiguur in een strip, die Marten Toonder, helaas niet meer onder ons, vast ook nog wel zelf had willen schrijven, geheten ‘ Tom Poes en het Kroonjuweel ’. Heer Bommel representeert daarin het (apolitieke) Nederlandse volk, dat maar niet van zijn verslaving aan het erfelijke koningschap weet af te kicken. Maar een staatshoofd van een democratische staat dient gekozen te zijn. We leven inmiddels in de 21e eeuw. Eens moeten we van die anomalie van het erfelijk koningschap af. Daar helpt geen moedertje lief aan.
Tom Poes heeft daarvoor dus een list bedacht. Hij laat Nederland van Oranje afkicken in drie fasen. Of hij dat plan daadwerkelijk geheel en al zelf heeft bedacht of dat door D66 Poes heen de werking van ‘de list van de rede’ aan de orde is, zoals de filosoof Hegel dat ongetwijfeld zou zien…Wie het weet mag het zeggen.
De eerste fase van het Tom Poesplan is de invoering van een benoemde burgemeester. Heet de benoemde burgemeester niet steevast het Kroonjuweel van D66? En waaraan geeft die term te denken? Aan de Kroon. Waaraan anders? Het is dus blijkbaar een plan, dat ook, zij het indirect, over de Kroon gaat. Dat kroonjuweel ‘de gekozen burgemeester’ stond vijftig jaar geleden al in het eerste verkiezingsprogramma van D66. Vijftig jaar! Een gouden jubileum.
De vorige keer dat het voorstel van de gekozen burgemeester in beide Kamers aan de orde kwam – D66 zat toen in de regering – was de verwezenlijking zowaar zelfs dicht bij.
Nacht van Van Thijn
Ook toen was de grondwetswijziging van artikel 131 aan een tweede lezing toe. Want met een grondwetswijziging moet het parlement twee keer instemmen . De tweede keer met tweederde meerderheid. In maart 2005 hoefde alleen de Eerste Kamer nog maar ja te zeggen. Maar minister Thom (Poes) de Graaf ( Bestuurlijke Vernieuwing, D66) kreeg het niet voor elkaar. Hij wilde meteen al in 2006 in alle gemeenten een gekozen burgemeester. Van haast houdt de Eerste Kamer niet, zij pleegt zich in ons staatsbestel immers te afficheren als de Kamer van de Bedachtzaamheid. Voormalig burgemeester van Amsterdam Ed. van Thijn liet zijn PvdA-fractie in de Eerste Kamer (vrij onverwacht ) tegenstemmen en weg was de vereiste meerderheid. Deze zogenaamde ‘Nacht van Van Thijn’ leidde tot het aftreden van De Graaf en zorgde ervoor dat ‘de gekozen burgemeester’ liefst voor twaalf jaar de la in ging.
Maar nu is het dan toch opnieuw zover. En het ziet er naar uit dat het ditmaal gaat lukken. Art. 131 van de Grondwet wordt gewijzigd . Maar laten we de tekst daar van eens nader bezien. Die gaat namelijk niet alleen over de burgemeester: ‘De Commissaris van de Koning en de burgemeester worden bij Koninklijk Besluit benoemd’. Ja, hoe zit dat met die Commissaris van de Koning? Diens benoeming is dus ook uit de Grondwet gehaald. Die kan dus straks óók gekozen. Dat feit heeft tot nu toe weinig aandacht gekregen. Dat hoofd van de provincie, eenmaal gekozen, zal dan uiteraard niet meer Commissaris van de Koning kunnen heten. Hoe dan wel? Commissaris van de Provincie? Dat is een besmette term. Zo waren onder de Duitse bezetting de hoofden van onze provincies genaamd, en die toenmalige Commissarissen van de Provincie dat waren allemaal NSB’ers. Dus dat gaat niet. Commissaris van het Volk ? Dat lijkt op een besmette term uit het Sovjet-jargon: de Volkscommissaris. Dat gaat dus ook niet. De oplossing is: Gouverneur. De hoofden van Aruba, Curaçao en Sint Maarten heden heten al zo. Ook de hoofden van onze provincies voor de grondwetswijziging van 1848 droegen die naam. In onze buurstaat België heten alle hoofden van de provincie gouverneur. En in ons eigen land pleegt men in Limburg sinds jaar en dag de Commissaris aldus aan te spreken. Een precedent ! Het wordt dus gouverneur. De gekozen gouverneur.
Maar als de hoofden van de gemeente worden gekozen en de hoofden van de provincie eveneens, is dan de logische consequentie van dit alles niet… dat ook het hoofd van de staat dient te worden gekozen? Het antwoord op die vraag (‘Ja’), wekt dan allang niet meer zo’n consternatie als dat vandaag de dag nog zou hebben, want het volk ( (Heer Bommel) is dan immers al behoorlijk gewend geraakt aan gekozen staatsbestuurders. Het zal eindelijk een niet gekozen staatshoofd niet langer als normaal ervaren, maar als abnormaal. Dan zijn we er! Dan kan de definitieve stap voor de Oranje-addicts om af te kicken eindelijk gezet.
Amalia bevrijd
Kortom, Willem Alexander zal onze laatste koning zijn. Voor prinses Amalia een hele opluchting! Voor haar betekent het immers ontsnapping uit het korset, waarin men haar bezig is in te persen namelijk om straks Koningin Beatrix II te moeten worden. Zij krijgt, wat iedere andere Nederlander allang heeft: een vrije beroepskeuze en ook niet onbelangrijk : een vrije partnerkeuze. Zij leeft daardoor ongetwijfeld nog lang en gelukkig. En zie, aangezeten aan een ‘eenvoudig, doch voedzaam maal’ in het Paleis op de Dam zal de eerste President der Nederlanden een toast uit brengen op de laatste Koning der Nederlanden…ten afscheid!
En daarmee is de Oranje saga – een 200-jarig Nederlands stripverhaal ! – eindelijk voorgoed ten einde!
You might be interested in
In dit zomernummer van De Republikein wordt de vraag naar de republikeinse zaak omgedraaid: stel dat de Oranjes vertrokken zijn,
Heden is verschenen de nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. De gerenommeerde jurist-republikein Ulli
In het jaar dat zij de meerderjarigheid zal bereiken, wacht kroonprinses Amalia een zwaarwichtig besluit. Accepteert zij de vergoeding van
Mediacode is niet meer van deze tijd
Heeft de Mediacode die de Rijksvoorlichtingsdienst eenzijdig oplegt aan de Nederlandse pers ter beveiliging van de koninklijke privacy zijn langste tijd gehad? Met een recente uitspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens lijkt het er sterk op, maar bij de media moet dat besef nog indalen.
Tekst: Gijs Korevaar
Het was de puber Willem Alexander die op de pedalen van zijn fiets ging staan om de beveiligers er uit te fietsen. Het leverde mooie plaatjes op voor de krant. Maar dat mag niet meer. Fietsend op weg naar school is ‘privé’ en dat mogen fotografen niet vastleggen. Hockeywedstrijd van de dochter van Willem Alexander en Maxima? Privé, dus niet fotograferen of over schrijven. Aldus verordonneert de in 2005 ingevoerde Mediacode. Maar hoe zit het een foto met een mobieltje? Dat plaatje dat meteen daarna op facebook, of twitter wordt gezet? Is de code in deze tijd nog wel houdbaar?
De Mediacode beschermt de persoonlijke levenssfeer van de leden van het Koninklijk Huis. De koning, koningin, hun kinderen, prinses Beatrix, prins Constantijn en zijn vrouw Laurentien, prinses Margriet met haar man Pieter van Vollenhoven – mogen niet worden gefotografeerd in hun privéleven. Alleen als het om een ‘nieuwsfoto’ gaat mag die worden gepubliceerd. Wat nieuws is bepaalt de Rijksvoorlichtingsdienst.
Het gaat dus om een eenzijdig opgelegd gebod, waarbij wordt aangehaakt op een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EVRM): het Caroline I arrest. Daarin kreeg prinses Caroline van Monaco het Hof aan haar zijde in een klacht tegen diverse Duitse bladen die foto’s van haar hadden gepubliceerd. Het EVRM maakte een onderscheid tussen foto’s en berichten die bijdragen aan publiek debat en berichten met details over het privéleven. Dat laatste is een schending van de rechten van de prinses, aldus het Hof. Op die uitspraak baseerde de RVD haar eigen mediacode.
Voortschrijdend inzicht
Maar er is inmiddels voortschrijdend inzicht bij het EVRM. In 2014 deed het Europese Hof uitspraak naar een aanleiding van eerdere veroordeling van het Franse blad Paris Match in een zaak die de Monegaskische prins Albert tegen het blad had aangespannen. Paris Match publiceerde foto’s van Albert en zijn zoon bij een verhaal over een buitenechtelijk kind dat de prins bij een stewardess zou hebben verwekt. Nadat het blad tot 50.000 euro schadevergoeding was veroordeeld door de Franse rechter, oordeelde de het Europese Hof dat de publicatie wel degelijk legitiem was. De zaak raakte aan het functioneren van de monarchie, aldus het EHVRM, en publieke personen – zeker als ze behoren tot de royalty – moeten ermee leren leven dat hun privéleven ook een publieke zaak kan zijn.
De Nederlandse mediacode is vooralsnog niet aangepast aan dit nieuwe inzicht.
Volgens de letter van de code mogen (foto)journalisten de leden van het Koninklijk Huis in hun privédomein niet lastig vallen. Dat domein is ruim geformuleerd. Alles wat geen nieuws is, is privé. En valt dus onder de code. Een foto van een zwangere Maxima op de roltrap van de Bijenkorf, is dat nieuws of privé? De scheidsrechter is de RVD zelf.
Tegenprestatie
Als ‘tegenprestatie’ stelt het koningspaar zich twee keer per jaar op voor het ‘fotomoment’. Altijd met de drie dochters en de hond. Soms ook met oma Beatrix erbij. Vlak voor de zomervakantie bij het huis in Wassenaar of op het strand en in de winter in de besneeuwde bergen voordat de ski’s worden ondergebonden.
De mediacode wordt door veel juristen van tafel geveegd. Zo betoogde Mr. Monique Verheij in haar masterscriptie voor de Open Universiteit dat er helemaal geen speciale mediacode nodig is voor het Koninklijk Huis. Zij stelt de vraag of er een probleem is met de privacy van de koning en de leden van het Koninklijk Huis, dat een mediacode zou rechtvaardigen.
Verheij: ‘Welnee, zij hebben net zoals alle andere bekende en onbekende Nederlanders recht op privacybescherming. Ook voor hen geldt wat privé is, moet privé blijven. Bij privacy-schending kunnen zij naar de rechter stappen. Daar hebben ze geen mediacode voor nodig. Er is geen toekomst voor een mediacode ter bescherming van de privacy van de leden van het koninklijk huis’.
Voor de RVD was de uitspraak in de zaak Albert vs Paris Match vooralsnog geen reden om de mediacode te herzien. Daardoor is de Nederlandse mediacode strikter dan de lijn van de Europese regelgeving, aldus Verheij.
Waarom is de Nederlandse pers dan toch zo volgzaam dat de mediacode tot nu toe is gevolgd? ‘Ook journalisten vinden het leuk om vriendelijk te worden gegroet door de koning en de koningin’, stelt Christl Visser, jarenlang royaltyverslaggever van eerst de Haagsche Courant en later van het AD. Bovendien is het voor freelance fotografen niet leuk om te worden geweerd bij de halfjaarlijkse fotosessies. Dat zijn foto’s waar grote vraag naar is en dus geld opleveren.
Informele gesprekken
Voorheen was onderdeel van de code dat verslaggevers die lid waren van de Vereniging Verslaggevers Koninklijk Huis (VVKH) regelmatig ‘informele gesprekken’ mochten voeren met de leden van het Koninklijk Huis. Daar werd gezellig gesproken over bezoeken, de kinderen, school. ‘De kroonprins was niet geamuseerd als er moeilijke vragen werden gesteld. Bijvoorbeeld over een vakantiehuis in Mozambique’, aldus Christl Visser. Die gesprekken zijn inmiddels al een paar jaar gestopt. De RVD liet weten er het nut niet meer van in te zien na de mediahype rond het vakantiehuis in Mozambique. De deur ging weer op slot en dat was dat.
Niet houdbaar
Maar mogen mensen dan helemaal geen foto maken van een lid van het Koninklijk Huis dat zij toevallig ergens tegen komen? Op een Grieks terras, in de Haagse Bijenkorf of op het sportveld? Natuurlijk mag dat, zegt de RVD. ‘Er is geen bezwaar als particulieren of toevallige voorbijgangers voor hun eigen gebruik foto’s maken, ook in privéomstandigheden, zolang deze foto’s maar niet gepubliceerd worden’. En in dat laatste deeltje van de tekst op de RVD-site zit hem nou net nou de kneep. Want als die voorbijganger het op zijn eigen facebook zet? Of op Instagram of twitter of waar dan ook? ‘Het is gewoon niet houdbaar in deze tijd’, weet Christl Visser.
Rechtszaken
De afgelopen jaren hebben koning en koningin diverse rechtszaken aangespannen vanwege inbreuken op hun persoonlijke levenssfeer en die van hun kinderen. Foto’s van een vakantie in Argentinië, van een hockeyende prinses Amalia, van de verbouwing van hun huis in Wassenaar. Want ondanks alle commotie en juridische argumenten: het blijft natuurlijk een schending van de privacy als een foto wordt gemaakt om alleen de nieuwsgierigheid van de lezers van roddelbladen te bevredigen. De foto’s en de verhalen moeten een bijdrage leveren aan het publieke of politiek debat. De koning in een zwembroek voegt daar niets aan toe.
Maar berichten en beelden van prinses Amalia als student in het nachtleven zijn dan mogelijk wel te publiceren, want wie weet is een vriendje van haar wel onze toekomstige prins van Oranje aan de zijde van koningin Amalia. De jonge prinses is vast gewaarschuwd voor de media-aandacht als zij de grens van 18 jaar is gepasseerd.
You might be interested in
Heden is verschenen de nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. De gerenommeerde jurist-republikein Ulli
Met een kritiekloze biografie van de hand van Marcia Luyten en een aansluitend stukje schuifdeurentoneel in interviewvorm met Matthijs van
Tekst Simplicissimus Als republikein kan ik niet warmlopen voor de jaarlijkse kersttoespraak van Willem-Alexander. Integendeel, tegen het einde van het