Roel van Duijn

Uit de nieuwe editie: Adieu Oranjes! Maar wat dan wél?

//

In dit zomernummer van De Republikein wordt de vraag naar de republikeinse zaak omgedraaid: stel dat de Oranjes vertrokken zijn, en de republiek werkelijkheid is, wat dan? Dat is nog geen gemakkelijke vraag.

 

Want er zijn dan wel weinig soorten monarchieën – variërend van absoluut tot parlementair gecontroleerd – maar er zijn zoveel varianten aan presidentieel leiderschap, dat de keuze tussen die verschillende republikeinse staatsvormen er een is van appels en peren. Toch doet dit nummer van De Republikein een poging na te denken over de toekomst.

 

APPELS EN PEREN

 

Zo geeft de sociaalhistoricus Paul Damen aan dat bij alle modellen het inderdaad appels en peren blijft, en dat aan de andere kant, bij overname van het Duitse model van de parlementaire republiek, met een president die eigenlijk niets heeft in te brengen, dat weinig verschilt van de positie van de koning hier. Zij het, uiteraard, dat die zich wel degelijk macht en privileges heeft toegeëigend, reden te meer om hem af te zetten.

De emeritus hoogleraar rechten Ulli d’Oliveira schetst de verschillende juridische scenario’s die tot een republiek zouden kunnen leiden, waarbij ingrijpende wijziging van de Grondwet nog wel het minste probleem zou zijn. Ries Roowaan en Maurits van den Toorn, beiden historicus, zoomen in op het meest dichtstbijzijnde stelsel, dat in de Verenigde Staten, waar het systeem in wankel evenwicht tussen de verschillende machten af en toe doormoddert, maar wél overeind blijft. Toch is het totaal ongeschikt voor ons land.

 

STOFZUIGER

 

Jarenlang China-correspondent Jan van der Putten zet uiteen waarom China zich dan wel een volksrepubliek noemt, maar dat er allesbehalve enige inspraak van dat volk aan te pas komt. In zijn bijdrage, een longread, schetst de journalist Syp Wynia, jarenlang aan Elsevier’s verbonden, dat de teloorgang van de Oranjes steeds meer aan de oppervlakte komt, maar de regering-Rutte eigenlijk niets doet om dat te voorkomen.

De publicist Roel van Duijn beschrijft hoe de eerste boeren- en arbeidersstaat, de Sovjet-Unie, thans Rusland, niet eens meer een consistente ideologie bezit om de dictatuur te legitimeren. Classicus Anton van Hooff duikt in het verleden, en geeft aan dat vanaf de oudheid de ene republiek niet de andere is. Striptekenaar Gabriël Kousbroek tenslotte is van mening dat de huidige monarch beter kan vervangen worden door een verbouwde stofzuiger – niemand zou, mits het apparaat goed is geïnstrueerd, enig verschil bemerken. Vaste cartoonist Joep Bertrams vreest dat de huidige koning het begrip ‘podcast’ niet helemaal bevatten kan.

 

KONING RIJK

 

En verder biedt De Republikein uiteraard de vaste rubrieken aan. Op de pagina’s Rep & Roer, waar monarchieën in de lengte of breedte worden doorgezaagd, o.a. de vraag naar de erfelijke Oranje-obesitas, waarom Prins Harry zich steeds weer in de nesten werkt, en sowieso de begrafenis van zijn grootmoeder Elisabeth onbedoelde ellende aanrichtte, waarom royaltywatcher Jeroen Snel beter snel kan zwijgen over Oranje badpakken, en minister Kaag haar krokodillentranen voor zich moet houden.

Voorts een spreadpagina met de in Scheveningen gelande Willem I, waarmee alle ellende begonnen is, omdat hij de tot koning gebombardeerde, berooide Oranjetelg het begrip ‘koninkrijk’ voornamelijk invulde als ‘koning moet rijk worden’. Ulli d’Oliveira vraagt zich af welke chicanes er indertijd aan te pas moesten komen om de buitenlandse prinses Emma toch tot koningin te kunnen maken.

 

BBB

Bij de achtergrondverhalen valt van NIO-historicus Gerard Aalders te lezen hoe tijdens het Lockheed-schandaal door premier Den Uyl toch nog zeer veel onder het royale tapijt geveegd moest worden om de monarchie te redden. Over het heden schrijft publicist August Hans den Boef een analyse over de winst van de BoerBurgerBeweging en wat er allemaal rammelt aan hun programma en strategie. Uiteraard treft u in dit nummer de columns aan van Gerard Aalders, Henk Westbroek en ‘Republiek’-voorzitter Floris Müller.

 

Mis geen enkele editie meer van dit unieke kwartaalblad en neem een abonnement.

 

Kerk onder Kyril volgt Poetin blindelings

Hoe kan het dat Russen hun geweten lijken uit te schakelen bij alle oorlogsmisdaden die zij begaan? Een flink deel van het antwoord ligt bij de houding van de Russisch Orthodoxe kerk die de wapens van het Russisch leger gezegend heeft en de oorlog tegen Oekraïne geheel volgens Gods wensen acht.

Test Roel van Duijn

Aangezien 71 procent van de Russen opgeeft tot deze kerk te behoren, kan iedereen zich met het standpunt van de kerk verweren tegen het verwijt van Zelenski, dat ieder die nu zwijgt medeschuldig is. ‘Als God deze oorlog wil, hoe kan ik me dan schuldig maken door te zwijgen?’

Hoofdpersoon in de Russische kerk is sinds zijn verheffing tot de hoogste functie in 2009 Vladimir Michailovitsj Gundjajev (1946). Hij is de patriarch, zeg maar de paus. Sindsdien is hij bekend onder zijn kerkelijke naam, die hij gekregen heeft toen hij monnik werd: Kyril. Het valt me op dat hij hoort tot de bende waarmee Poetin vanuit Leningrad Rusland heeft veroverd. Net als Medvedjev, Patroesjev, Prigozjin en anderen is hij kort na de oorlog in die stad geboren. Hij is enkele jaren ouder en dat past een echte kerkvorst. Ook Kyril is een (ex)KGB’er aan de top, zoals die al sinds de oorsprong van de Russische geheime dienst onder Iwan de Verschrikkelijke (in de vijftiende eeuw) de kern van de staatsmacht vormt in het land dat eerst Tsarenrijk Rusland, toen de Sovjet-Unie en nu de Russische Federatie heet.

Al vanaf het begin van Poetins opmars was Kyril, toen nog aartsbisschop van Smolensk en Kaliningrad, dol op hem. Hij had daar alle redenen voor. Poetin, op zoek naar een ideolo- gie voor zijn bewind, toonde zich meer en meer vroom, ondersteunde waar hij maar kon de bouw van nieuwe kerken en liet zich graag fotograferen bij religieuze plechtigheden. In Moskou woedden in de jaren 2011-2012 mas- sale demonstraties tegen de frauduleuze verkiezingsoverwinning van Poetin waardoor hij voor de derde maal president werd. Maar Kyril hield voor Poetins herverkiezing een aparte ceremoniële dienst en dankte Poetin voor de eerste twaalf jaar van zijn heerschappij en prees hem als ‘een wonder van God’ omdat hij de ‘verkeerde koers van de Russische politiek gecorrigeerd had’. De demonstranten tegen Poetin daarentegen waren volgens hem ‘schurken met piercings in de oren’.

Christelijke hoogwaardigheidsbekleders moeten de gelofte van armoede afleggen, maar armoede blijkt voor Zijne Heiligheid Kyril een rekbaar begrip. Al in 2004 bedroeg het bezit van Zijne Heiligheid al vier miljard dollar en in 2019 schatte Novaja Gazeta Kyrils bezit nog hoger. In die tijd profiteerde de Russische kerk van haar voorrecht om belastingvrij Westerse sigaretten te mogen inkopen, waarmee een kapitaal verdiend werd. Dat heeft aanzienlijk bijgedragen aan de winst van de ‘Sigaretten Aartsbisschop’Een schandaal verwekte zijn peperdure Breguet hor- loge met een prijs van 30.000 dollar, dat hij droeg tijdens een plechtig interview, een ding dat oplettende journalisten aan zijn pols ontwaarden. Kyril ontkende dat hij het gedragen had, retoucheerde de foto van het interview zó dat het horloge aan zijn pols ontbrak. Wat echter vergeten werd, was dat het wel in de glans van de tafel was blijven spiegelen. Toen moest de arme Kyril wel erkennen dat het horloge inderdaad het zijne was.

Pussy Riot

Toen mijn Russische ex en ik eens een bezoek brachte aan een oud klooster met gouden uien, dat we na een boottocht over de Wolga bereikten, sprak zij niet over deze onchristelijke kanten van de patriarch van de Russische kerk. Ik neem haar dat niet kwalijk, normale Russen weten dat allemaal niet. Een van de demonstraties tegen Poetins zwendelverkiezing in 2012 was die van de band Pussy Riot, brutaalweg in de gloednieuwe Christus Verlosser Kathedraal in Moskou, met zo’n 10.000 staanplaatsen. Zij zongen dat de Maagd Maria Poetin zou moeten verjagen. Zijne Heiligheid Kyril wond zich vreselijk op, tierde dat zij ‘het werk van Satan’ deden en de meisjes werden wegens ‘hooliganisme’ veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf.

‘Onze’ katholieke paus Benedictus ondersteunde de Russische kerk in haar boosheid, maar vertegenwoordigers van diverse andere kerken vroegen na verloop van tijd om vrijlating van de vrouwen uit de gevangenis. Kyril accepteerde dit niet, pas nadat zij lang gezeten hadden herinnerde hij zich het woord clementie.

Al sinds de jaren negentig was Kyril voorstander van een verbod van de Jehova’s Getuigen. Omdat zij zo hinderlijk op de deur kloppen met hun blaadjes? Nee, omdat zij ‘extremisten’ zijn. Achter dit woord verschuilen zich andere redenen. Behalve dat Kyril een rivaal voor zijn kerk kwijt wil, irriteert het hem dat Jehova’s militaire dienst mogen weigeren, zoals dat ook in Nazi-Duitsland de reden was om de Jehova’s te verbieden.

Daarbij komt ook nog dat de Jehova’s in Amerika hun hoofdkwartier hebben, in het hol van de duivel dus. Poetin was het uiteraard met hem eens en in 2017 was het zover. Jehova’s Getuigen werden gearresteerd en kregen flinke celstraffen. De bezittingen van hun organisatie, ongeveer 25 miljoen euro waard, verdwenen in de muil van de staat. De Verenigde Naties beschuldigden Rusland van mensenrechtenschendingen, maar dat maakte weinig indruk. De Russische kerk streeft hetzelfde na in alle landen waar veel Russisch Orthodoxen wonen: Oekraïne, Balkanlanden, Griekenland, Cyprus, Belarus, Armenië en Georgië.

 

God volgt Poetin

Merkwaardig, volgens de Russische kerk volgt God de koers van Poetin. In juli 2014, kort na de Russische verovering van de Krim en de inval in de Donbas, verklaarde Kyril potsierlijk dat Rusland nooit een ander land militair bedreigt. Ook was volgens hem het verweer van Oekraïne in de Donbas een poging tot genocide onder Russische mensen. De twee belangrijkste collaborateurs van de Russische verovering van de Krim, Aksyonov en Kostiantinov, die hadden geholpen de Oekraïense grondwet buiten werking te stel- len om het schiereiland uit te leveren aan een vraatzuchtig buurland, kregen van hem hoge kerkelijke onderscheidingen. Kyril maakte reclame voor een nieuwe wet die het verbiedt om ooit nog te onderhandelen over Russisch grondgebied, waardoor het uitgesloten werd om een vredesverdrag te sluiten met Oekraïne. De Krim terug naar Oekraïne en de Donbas deels naar Rusland: die oplossing was nu uitgesloten.

Toen de dictator in het Kremlin in 2015 zijn troepen naar Syrië stuurde, liet Kyril zijn gezant in dat land namens hem verkondigen dat het Russische leger ‘liefde en vrede’ naar Syrië bracht, als voorbereiding op de afdaling van Jezus Christus naar de Syrische hel. In 2019 riep hij op een congres van Russische patriotten uit de hele wereld buiten Rusland dat zij de ‘Russische wereld’ vertegenwoordigen en dat Rusland Russen buiten hun vaderland moet beschermen als zij in gevaar zijn. Russen buiten Rusland zouden hun kinderen moeten leren dat Rusland hun eigenlijke, historische vaderland is.

Religieuze trollenfabriek

Je zou zeggen dat het de taak van een kerk is om uit naam van de God van liefde vrede te bevorderen. Maar Zijne Heiligheid Kyril zegent de moorddadige Russische soldaten, schaart zich achter de oorlog om het land te veroveren dat volgens hem altijd al Rusland was en spreekt over de rakettenregen braaf als ‘de huidige gebeurtenissen’. Tegelijk zegt hij dingen als ‘Wij willen met niemand vechten. Rusland heeft nooit iemand bedreigd. Het is verrassend dat een groot en machtig land nooit iemand heeft aangevallen en slechts zijn grenzen heeft verdedigd.’

Meteen daar bovenop geeft hij dan als rechtvaardiging voor de ‘speciale militaire operatie dat het Westen en de fascisten Oekraïne dwingen lid te worden van een club van landen waarin gay prides moeten worden gehouden, demonische en satanische gebeurtenissen volgens hem. En deze denkwijze wil, volgens Kyril, Oekraïne nu opleggen aan de Russen, want in Oekraïne wonen eigenlijk alleen Russen, Oekraïners zijn dat ook.

‘De oorlog is daarom niet fysiek, maar metafysisch zo belangrijk.’ Zijne Heiligheid praat Poetin na door te zeggen dat Oekraïne al acht jaar genocide bedrijft tegen de ‘Russen in de Donbas’. Als soldaat je leven te geven voor de redding van deze mensen is het allerhoogste. Poetin heeft kort na de invasie in het Moskouse Luzjniki Stadion een toespraak gehouden waarin deze super Christen citeerde uit het Evangelie van Johannes ‘Er is geen liefde hoger dan wanneer iemand zijn ziel geeft voor zijn vrienden’.

Het was een parafrase op Johannes 5:13, aangereikt door Zijne Heiligheid Kyril, met de bedoeling om het geweten van de Russische soldaten en het volk te zuiveren. Wie het applaus gehoord heeft, beseft rillend dat dit bijbelmisbruik goed lukt. ’Deze woorden van de Heilige Schrift van het Christendom zijn heel duidelijk voor mensen die deze godsdienst belij- den’, aldus Poetin, die Kyril dankbaar is omdat hij van de Russische Kerk steeds meer een religieuze trollenfabriek heeft gemaakt. Pak dus je Kalasjnikov en op naar de Donbas, achter Poetin en Kyril aan! God roept!

 

Westen vijand van God

Op 22 maart verklaarde Kyril in de kerk dat Rusland het recht heeft geweld te gebruiken tegen Oekraïne om Ruslands veiligheid te waarborgen en dat het Westen de Oekraïners aanmoedigt Russen te doden met het doel om tweedracht te zaaien tussen Russen en Oekraïeners en dat daarom het Westen een vijand is van Rusland en God.

Omdat de Wereldraad van Kerken de Russische kerk aanmoedigde om zich tegen de oorlog te keren moest onze Man Gods daarop reageren. In zijn brief rechtvaardigde hij de oorlog met de uitbreiding van de Navo, de bescherming van de Russische taal en de Orthodoxe kerk in Oekraïne en verzuimde hij zijn medeleven uit te drukken met vermoorde Oekraïners.

Begrijp je nu, lezer, waarom Russische soldaten zonder gewetensbezwaren krijgsgevangenen kunnen samendrijven in een kampement en er bommen tussen laten ontploffen? Waarom Russische soldaten Oekraïense vrouwen verkrachten, ze daarna doodschieten en op straat laten liggen zonder een centje zielepijn? Er zijn Russisch orthodoxen die dit niet begrijpen, zoals de Oekraïense orthodoxe kerken, die zich van het patriarchaat van Moskou hebben afgescheiden. Of de Amsterdamse Russisch Orthodoxe kerk, die hetzelfde heeft gedaan. Goddank.

Op de foto bij stuk  ziet u Vladimir Gundjajev (1946), alias Kyril de sigarettenhandelaar, oorlogshitser, fanatiek reli-crimi-aso, hier in zijn vermomming als Patriarch van de Russisch Ortho-doxe kerk. In het Verenigd Koninkrijk gelden er sancties tegen hem die Nederland volgens mij dringend moet overnemen. Ook niet overtuigd van de heiligheid van Kyril was de Europese Commissie, die hem op de sanctielijst wilde zetten, maar zich door zijn beschermengeltje Orban daarvan heeft laten weerhouden.

Is er iets wat het geweten van agressieve Russen toch nog in beweging kan brengen?

Daar is een schok voor nodig, hopelijk een nederlaag in Oekraïne gevolgd door langdurige voorlichting over de waarde van mensenlevens.

 

Roel van Duijn (1943) is politicus, activist, schrijver en voormalig Amsterdams wethou- der. Hij werd met name bekend als initiatief- nemer van Provo en de Kabouterbeweging

 

Themanummer: de Ster der Schande

//

De deze week verschenen nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap is een themanummer  ter herdenking van de invoering van de Jodenster in Nederland,  80 jaar geleden op 2 mei 1942. Een serie verhalen over ambtelijke collaboratie, Joods verzet en koninklijke schuld.  Gerard Aalders  schrijft over de vlucht van Wilhelmina in mei 1940. Die was niet alleen in strijd met de Grondwet, ze was ook een geschenk uit de hemel voor de Duitse troepen. Anders dan de vorstin later wilde doen geloven, was haar vertrek tot in de puntjes voorbereid. Aan het lot van de Joden in Nederland besteedde ze nauwelijks aandacht. ‘Tijdens haar vierendertig praatjes heeft Wilhelmina het concreet slechts driemaal over joden gehad en dan ook nog terloops.’ Lees het complete verhaal via deze link.

René Zwaap vergelijkt de inbreng van Wilhelmina’s tijdens de bezettingsjaren met die van collega-monarchen, zoals de Deense koning Christian X.  Deze mocht dan wel niet op zijn paard door Kopenhagen rondrijden met een Jodenster op zijn uniform, zoals een populaire mythe wil, hij noteerde wel in zijn dagboek: ‘Als je de onmenselijke behandeling van de Joden ziet, niet alleen in Duitsland maar ook in de bezette landen, begin je je zorgen te maken dat die eis ook ons wordt opgelegd, maar we moeten dit krachtig afwijzen op grond van de bescherming die zij genieten onder de Deense Grondwet. Ik heb verklaard dat ik niet zou instemmen met een dergelijke behandeling van Deense burgers. Als dat toch wordt geëist, zouden we er het beste aan doen allemaal een Davidster te dragen.’

Nederland heeft consciëntieuze, ijverige, zorgvuldige ambtenaren die consciëntieus, ijverig en zorgvuldig hun taken vervullen. Dat deden ze ook vroeger al, voor 10 mei 1940, en ook na die datum, toen daar in opdracht van de Duitse bezetter nieuwe taken bijkwamen, zoals het registreren van Joden. Maurits van den Toorn schrijft over de dunne lijn tussen ‘accomodatie’ en collaboratie. Verzet vanuit de ambtenarij was spaarzaam. ‘Ook het latere opstellen van adressenlijsten van Joden, als voorbereiding op de deportatie, stuitte niet op groot protest of verzet; slechts één burgemeester weigerde medewerking en werd ontslagen. SG Frederiks, eindverantwoordelijke voor de bevolkingsregisters, liet niet van zich horen. Hij protesteerde vervolgens wél toen de Duitsers enkele maanden later alle niet-Joodse mannen wilden registreren voor de Arbeitseinsatz. Er was duidelijk verschil tussen Joodse en ‘gewone’ Nederlanders. Het beeld is niet anders bij de politie waar het vuile werk werd opgeknapt: Joden ophalen, bij razzia’s oppakken, bewaken en begeleiden naar Westerbork of Vught. Confronterender werk dan achter een bureau in de anonimiteit adreslijsten opstellen, maar desondanks werk dat de grote meerderheid van de politiemensen bleef uitvoeren. Een Amsterdamse rechercheur verklaarde na de oorlog: “Aan de Jodenarrestaties heeft 90 procent van de Amsterdamse politie meegedaan. De cellen hebben dag en nacht vol met Joden gezeten zodat er voor criminele gevangenen geen plaats was. Voor zware misdadigers heb iksoms geen arrestantenwagen kunnen krijgen, maar wanneer er Joden gereden moesten worden, werd er niet gesaboteerd, maar stond de wagen klaar”.’

Paul Damen over het meest bekende, defamerende merkteken voor een heel volk: de gele, zeshoekige Jodenster met daarin ten overvloede het woord ‘Jood’. Hoe een nauwelijks bekend embleem een brandmerk werd. ’s middags op 29 april 1942 werd de Joodse Raad van de invoering op de hoogte gesteld, terwijl vrijwel tegelijk de avondkranten al meldden dat die verplicht was. Waarop die Joodse Raad binnen vijf dagen welgeteld 569.355 Jodensterren moest verspreiden. ‘Iedere Jood moest verplicht vier sterren afnemen, voor vier cent per stuk waarmee de Joodse Raad weer nieuwe sterren kon fabriceren, plus een ‘textielpunt’. Wie de ster niet droeg, kreeg zes maanden cel of een boete van hoogstens duizend gulden. Dat viel dan wel mee, denkt u, maar nee: die straf was hoog genoeg om meteen naar het oostenafgevoerd te worden, in de praktijk dus een doodvonnis. De ster moest ook zichtbaar op borsthoogte aan jas, jurk of trui worden vastgenaaid. Maar hoe wisten die Duitsers dan dat een niet-drager niet ook een Jood was? Er moeten enkele duizenden Nederlandse Joden geweest zijn die het risico namen en weigerden met een ster te lopen.’

In een interview herinnert de 88-jarige oud-politica van D66 Anneke Goudsmit zich de dag dat ze haar Jodenster afdeed en in het Amsterdamse Amstelkanaal gooide. ‘Het was 23 juni 1943. Ik was 9 jaar oud en liep samen met mijn broer en de vrouw bij wie we zouden onderduiken in Amsterdam richting het onderduikadres aan de Koninginneweg. We mochten onderduiken in de woning van het jonge echtpaar. Mijn vader had die mensen via een collega bereid gevonden. We konden niet samen met onze ouders onderduiken, dat werd te gevaarlijk geacht, vandaar dat onze onderduikmoeder ons naar het huis begeleidde. Bij de Jan van Goyenkade zei onze nieuwe tante dat we onze sterren nu wel mochten afdoen. Ik zie het ding nog in het kanaal dwarrelen en in het water wegdrijven. Ik kan me nog goed herinneren hoe trots ik toen was. Het voelde als een bevrijding, alsof ik de controle over mijn eigen leven terugkreeg.’ Ze blikt ook terug op haar aanvaringen met minister Van Agt over de voorgenomen vrijlating van de ‘Drie van Breda’, waartegen zij groot protest organiseerde.

De opvatting dat de Nederlandse Joden zich in ‘40-‘45 als lammeren naar de slachtbank lieten voeren berust op gebrekkig historisch inzicht. In werkelijkheid was er sprake van fel verzet. Historicus Ben Braber over de slag tussen Joodse knokploegen en de nazi’s in Amsterdam anno februari 1941. ‘Het verzet van Joden nam veel vormen aan. Ze getuigden van hun geloof of cultuur. Ze lieten zich niet terroriseren. Ze vochten terug. Ze protesteerden. Ze schreven voor illegale bladen en hielpen die te verspreiden, vaak met groot risico voor eigen veiligheid. Ze onttrokken zich aan de deportatie. Bijna 30.000 Joden doken onder, ondanks de Duitse overmacht, de collaboratie van overheidsinstanties, algemene organisaties en individuen, en de onverschilligheid of het gebrek aan betrokkenheid die bij niet-Joden overheersten. Ze zetten organisaties op om elkaar bij te staan. Ze hielpen opgepakte Joden ontsnappen uit deportatietreinen en concentratiekampen. Ze probeerden de deportatie te ontregelen met brandbommen en aanslagen. Ze vormden of sloten zich aan bij niet-Joodse verzetsgroepen– een relatief groot aantal deed dat in vergelijking met niet-Joden. Joden behoorden ook tot de voortrekkers van gewapend verzet.’

Het Weinreb-rapport van 1976 was vernietigend voor de reputatie van de Joodse verzetsman Friedrich Weinreb, maar steeds duidelijker wordt dat de onderzoekers van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie toentertijd waren behept met een tunnelvisie en zich bezondigden aan manipulaties en geschiedvervalsing. De affaire-Weinreb is hard toe aan een cold case-team, betoogt René Zwaap. Lees het hele verhaal via deze link.

Historicus Thomas von der Dunk over de vervalste pas die zijn overgrootmoeder het leven redde en andere vormen van verzet van zijn familie.

Sinds 2020 spelden demonstranten tegen het corona-beleid een Jodenster op om hun ongenoegen over de regeringsmaatregelen kenbaar te maken. Het is geen exclusief Nederlands fenomeen, ook in andere landen gebruiken sommige anti-vaxxers de gele davidster. Bart Gruson wilde weten wat hen beweegt.

Door het Konzentrationslager-syndroom (KZ-syndroom) te scharen onder het koepelbegrip ‘post-traumatische stressstoornis’ (PTSS) ging de psychiatrie in de loop der decennia over tot bagatellisering van de Shoah, stelt medisch historicus Leo van Bergen.

Ries Roowaan schrijft over de Jodenster die Harry Mulisch prominent op zijn werkkamer had hangen. Die was van zijn moeder Alice geweest, een medewerkster van de Joodse Raad. Zijn vader Kurt Mulisch werd in 1941 directeur personeelszaken van Lippmann, Rosenthal & Co, beter bekend als de Liro-bank of ook wel de Duitse roofbank, waar de Joden hun bezittingen moesten onderbrengen. Alice dreigde in het voorjaar van 1944 op transport te worden gesteld, maar Mulisch vader wist  haar vrij te praten bij de Duitse autoriteiten. Kurts achtergrond en vooral zijn betrekking bij de roofbank redde het leven van Alice, zoals het ook Harry bescherming bood: ‘Mijn moeder en ik moeten hem allebei dankbaar zijn dat hij fout was’, schreef Mulisch over zijn vader.

Paul Damen staat stil bij de pijnlijke affaire rond het cold case-team dat een Joodse notaris beschuldigde van het verraad van Anne Frank. ‘Ja, Anne Frank, een Joodse heilige. Alles wat haar omringt is heilig, zelf het ultieme slachtoffer. En dus lucratief, meende uitgeverij Ambo Anthos met haar beoogde bestseller Het Verraad van Anne Frank. Het liep even anders.’

De enige vrouw die na de oorlog in Nederland werd geëxecuteerd vanwege samenwerking met de Duitsers was de Joodse Ans van Dijk. Haar verklaring dat ze puur uit doodsangst voor de Sicherheitsdienst had gehandeld werd door haar rechters niet geloofd. Haar eveneens Joodse partner-in-crime Branca Simons bracht het er wel levend vanaf. Historicus Paul van de Water beschreef hun levens in het deze maand verschenen boek Foute Vrouwen.

René van Rooij schreef een boek over het huwelijk van zijn ouders op 4 november 1942 in Utrecht. Het was tot 1945 het laatste Joodse huwelijk in Nederland dat in een synagoge werd gesloten.

Naast de Jodenster deelden de nazi’s driehoeken uit aan andere ongewenste minderheidsgroepen. De Roma en Sinti kregen een zwarte driehoek. Van hen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog naar schatting 1,5 miljoen vermoord. Nog altijd gelden zij in Europa als de zondebok. Els de Groen zette zich als EU-parlementariër intensief voor hen in.

Verder in dit nummer: Roel van Duijn roept de EU op de smeekbede van de Oekraïense president Zelensky voor een versneld lidmaatschap van zijn land te honoreren, historicus Jan Postma over de inschattingsfout van oud-patriotten die leide tot de vestiging van de Oranje-monarchie,  columns van Henk Westbroek en Floris Müller en de Appeltjes van Oranje over de Joodse anarchist Alexander Cohen en het moordmysterie rond ‘Koning Gorilla’.

Mis geen enkele editie meer van dit unieke kwartaalblad en neem een abonnement.

 

Inhoud maart-editie 2022: Nelleke Noordvervliet over de terugkeer van de republiek

/

In de nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap, een interview met schrijfster Nelleke Noordervliet naar aanleiding van haar Hans van den Bergh-lezing op 18 maart 2022 in Utrecht.

Ze kon haar oren niet geloven toen ze de koning op tv aan het woord zag over zijn besluit de Gouden Koets ‘voorlopig’ op stal te houden, ‘ totdat het Nederlandse volk er weer aan toe is’. Ze vertelt: ‘Het eerste wat ik me afvroeg: is dit aandoenlijke verhaaltje echt door een professionele speechschrijver in elkaar gezet? Het kwam allemaal zo onbeholpen op me over. De enige manier dat het nog gewerkt had kunnen hebben, was als hij het met vette ironie had gebracht, een beetje in de stijl van Koning Willy op Lucky-tv. Maar ja, daar was het weer het podium niet voor.’

Ook inhoudelijk kon de schrijfster, die in haar werk veelvuldig aandacht besteedt aan het Nederlandse koloniale tijdperk (ook in haar nieuwste roman Wij kunnen dat spelen de ‘politionele acties ‘ in Indonesië een rol) weinig met de koninklijke speech. ‘Het is natuurlijk een waanidee dat die koets met zijn beladen koloniale geschiedenis en die treurige plaatjes op de zijkant ooit nog met goed fatsoen de straat op kan. Het is goed dat dat ding nu in een museum staat en dat moet vooral zo blijven.’ Ook de politieke polarisatie in het kielzog van de pandemie en de rehabilitatie van door haar diep bewonderde Menno ter Braak komen aan de orde.

Verder in dit nummer: Roel van Duijn over de maskers van Vladimir Poetin en diens erkenning met de fake-republiekjes Donjetzk en Loehansk als opmaat naar de Russische inval in Oekraïne. ‘Misplaatste empathie met Poetin kan ons nog lelijk opbreken.’

Veel aandacht voor de Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië, in het spoor van de recente publicatie van het officiële onderzoek van NIOD c.s. Over de Grens en het boek De Indische Doofpot van Mauric Swirc. De excuses van premier Rutte aan  Indonesië zouden een gepast vervolg krijgen als Willem-Alexander daar verontschuldigingen aan  vastknoopt voor het door de Indonesiërs nog zo immer innig gehate ‘Cultuurstelsel’. Die systematische uitbuiting was uiteindelijk exclusief de verantwoordelijkheid van diens soevereine voorvaderen Willem I en Willem II. Daarnaast vergt het door Maurice Swirc gememoreerde  voorstel van Prins Bernhard in 1946 om gedetineerde Nederlandse SS’ers in te zetten tegen de Indonesische vrijheidsstrijders beslist nader onderzoek.

Columnist Gerard Aalders vraagt zich af waarom Willem-Alexander nog steeds wegkomt met het koloniale verleden van de Oranjes. ‘Ruim 500.000 mensen werden gedood in de tijd dat Nederland een Oranje als staatshoofd had. De Belgen, wier koning Leopold II zich in de Congo tussen 1880 en 1910 misdadig misdroeg, hebben zich wél rekenschap gegeven van die periode. Willem-Alexander echter gaat schaamteloos voorbij aan zijn eigen achtergrond en geschiedenis.’

Na de ‘diepe excuses’ van premier Rutte aan Indonesië voor het gebruikte geweld tijdens de politionele acties is het tijd dat Nederland zich zelf eens aan de invordering van oude historische schulden zet, aldus Thomas von der Dunk. Ten behoeve van het ministerie van Buitenlandse Zaken maakt de historicus de balans op, en hij geeft vooral een claim tegen Italië op grond van het optreden van de Romeinen tegen de Batavieren een goede kans.

Ex-PvdA-senator Joop van den Berg reageert op het voorstel van premier Rutte voor een comeback van de koning aan de formatietafel. ‘Niemand kan mij het positieve effect van ’s konings optreden uitleggen.’

Ricus van der Kwast maakt de balans op van de schade van twee lange zware pandemiejaren, zowel op het gebied van gezondheid, internationale veiligheid als bestuurlijk. ‘Door vast te houden aan een vals idee van vrijheid en inspraak laten we ons juist opsluiten in hokjes, verliezen we onze individualiteit en zetten we onze democratie op het spel.’

Een debat over een kuur tegen het populisme: inperking van het kiesrecht door middel van een test in elementair burgerschap kan een kuur zijn tegen de snelle erosie van het democratisch draagvlak, betoogt socioloog Johan Oud. Redacteur Maurits van den Toorn van De Republikein deelt de zorg van Johan Oud,  maar stelt dat het voorgeschreven middel van het kiesexamen zijn eigen gevarenzones kent.

In de rubriek ‘Van het republikeins front’ aandacht voor het republikeinse vuur dat in het 70ste jubileumjaar van Elizabeth II opflakkert in het Verenigd Koninkrijk, Australië en andere landen binnen de Britse Gemenebest die nog steeds met de Queen zijn opgezadeld. De Britse publiciste Polly Toynbee gaat ervan uit dat de Britse monarchie deze eeuw niet meer haalt: ‘De steun voor dit disfunctionele stuk antiek neemt met iedere generatie verder af en is fragiel geworden.’

Met zijn ontkenning van de zware mensenrechtenschendingen in China tegen de Oeigoerse minderheid heeft hoogleraar Tom Zwart van het Cross Cultural Human Rights Centre van de Vrije Universiteit zich als onafhankelijk wetenschapper gediskwalificeerd, meent publicist Rolf Wennekes. ‘Wat een ontwaarding van de titel hoogleraar‘.

Raymond van den Boogaard bekeek de nieuwe superproductie waarmee het Duitse RTL de Sisi-cultus uit de jaren vijftig met Romy Schneider nieuw leven inblaast. Het sentimentele fondant van weleer maakt plaats voor uitbundige seks, maar voor het overige blijft het sprookje intact, constateert hij. ‘Wat dat betreft conformeert ook de nieuwe Sisi zich dus aan de historische leugen die achter elke monarchie steekt: die van een buiten tijd en plaats staand instituut van een hogere orde. Iets ‘bij de gratie Gods’, om eens een middeleeuwse formulering te citeren, waaraan het volk zich – aan de kant van de weg of voor het tv-scherm – mag vergapen.’

De nabestaanden van de veelgelauwerde historicus Hermann von der Dunk kregen na diens overlijden een brief van de Kanselarij van de Nederlandse Orden: of het verleende eremetaal in de Orde van de Nederlandse Leeuw subiet kon worden geretourneerd. Alternatief was de betaling van een borgsom.  Reden voor zoon Thomas von der Dunk zich nader te verdiepen in de prijskaartjes die aan de diverse koninklijke onderscheidingen hangen: ‘Het goedkoopst was de eremedaille van de Orde van Oranje-Nassau, voor 46 euro had je die. Althans de versie in zilver, voor de gouden kwamen er nog twaalf euro boven op. Het duurste bleek het Ridder Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw: 3384 euro droog aan de haak. Daar konden we niet aan tippen, die was vast alleen voor zeer kapitaalkrachtige personen. Het Ridderschap bleek zonder dat grootkruis metallurgisch in elk geval nog geen vijfde daarvan waard. Voor welgeteld 590 euro mochten we de “onze” houden.’

Dichter Manuel Kneepkens herkent in mede-Limburger Geert Wilders veel van de traditionele ‘buuttereedner’ tijdens het carnaval in hun provincie van herkomst. Maar daarbij maskeert de geboren Venloër de traditionele Limburgse gemoedelijkheid met een haast calvinistisch-Hollands fanatisme.

Aandacht voor de eerste aflevering van Dissident, het blad van de jongerenafdeling van Baudet’s Forum voor Democratie, waar de allerzwartste reactie gepaard gaat aan ‘seks met veel geluid en veel orgasmes’, conform de wensen van de partijleider in een groot interview.  ‘Dat wordt oordopjes mee bij het komende zomerkamp van de JFvD.’

De Duitse havenstad Lübeck was tijdens het keizerrijk van Wilhelm I en Wilhelm II een zelfstandige republiek. Wellicht een nastrevenswaardig voorbeeld voor ‘de republiek Amsterdam’? De Duitse historicus Michael Hund laat zien hoe de trotse Lübeckers zelfs niet bezweken voor de grootheidswaan van Kaiser Wilhelm II.

Maurits van den Toorn bespreekt de biografie De Zwijger, het leven van Willem van Oranje door René van Stipriaan.  ‘Van Stipriaan portretteert een man die vooral op sleep wordt genomen door de gebeurtenissen om hem heen en die als reactie daarop aanvankelijk schromelijk boven zijn macht grijpt.’

Roel van Duijn las de autobiografie van GroenLinks-politicus Alexander de Roo, sleutelfiguur in de Europese vergroening. Het boek laat zich lezen als ‘een geschiedenis van de groene partijvorming in de wereld’ .

In de serie ‘Appeltjes van Oranje’ aandacht voor de betrokkenheid van Prins Bernhard en Philips bij een geheim atoomproject in het Argentinië van dictator Juan Perón, uitgevoerd door de Oostentijkse kerngeleerde Ronald Richter, die eerder was betrokken bij pogingen om Hitler aan een atoombom te helpen.

Verder columns van Henk Westbroek over de geschrapte passages in de Amalia-biografie van Claudia de Breij, Manuel Kneepkens over de wenselijkheid van een Groene Koets,  Simpliccisimus over nepotisme in de Raad van State en Republiek-voorzitter Floris Müller over de Rijksvoorlichtingsdienst als verlengstuk van monarchale marketing. Natuurlijk ook de vaste Blik van Joep Bertrams.

 

Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement via deze link.

De Republikein nr 4 2021: Afscheid van de Gouden Koets & Protest op het Loo

/
Heden is verschenen de nieuwe editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. De gerenommeerde jurist-republikein Ulli Jessurun d’ Oliveira ontvouwt zijn exit-strategie voor Amalia en haar zusjes. Volgens hem moeten ouders die hun kinderen klaarstomen voor het koningschap als enige beroepsoptie eigenijk uit de ouderlijke macht worden ontzet. Hij biedt de kroonprinses en de rest van de ‘Triple A’ een sierlijke juridische uitweg uit hun gouden kooi. Ze hoeven enkel te opteren voor de Argentijnse nationaliteit. Verder een gesprek met historicus Stephan Malinowski over de nieuwe ‘Historikerstreit’ in Duitsland om de restitutie-eisen van het Huis Hohenzollern, de collaboratie van het ex-koningsgeslacht met de nazi’s en de juridische klopjacht die het hoofd van het Huis tegen hem en collega’s voert als zij dat verleden oprakelen. ‘Hohenzollern heeft met zijn claims een Doos van Pandorra geopend.’ Jack Jan Wirken over het koloniale trauma in het klatergoud van de Gouden Koets. Aangaande de eindbestemming van het rijtuig is nu een advies aan koning en premier ingediend. Nooit meer gebruiken op Prinsjesdag en opbergen in een museum. Schril blijft het dat de dankbare ‘huldebrengers’ uit de overzeese gebiedsdelen die op de koets staan afgebeeld indertijd met één pennenstreek van hun Nederlandse nationaliteit werden beroofd. Schrijfster en ex-europarlementariër Els de Groen begaf zich tussen de demonstranten op kroondomein Het Loo , die hun ijver zagen beloond met een forse bekeuring van twijfelachtig karakter. Zij vraagt zich af hoe groot de ecologische footprint van Willem-Alexander is: zeker is die ‘king size’. Columnist Gerard Aalders reflecteert op het jongste staatsbezoek aan Noorwegen: ‘Voor vrouwen die nog meer hebben gezopen en gesnoven dan Mette-Marit, is zij een symbool van hoop’. Maurits van den Toorn onderzoekt de waarachtigheid van de steeds meer gecultiveerde inzet van burgerschap als smeerolie van een vastgelopen politiek systeem. ‘Burgerinitiatieven worden vooral omhelsd als ze aansluiten bij de wensen van de gemeente.’ René Zwaap over het drama van Walter Winchell, de razende reporter die de strijd aanbond met America First, de beweging die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog aandrong op een aparte vrede tussen de VS en nazi-Duitsland en zelf ook fascistische elementen had. Zijn hechte band met FBI-chef J. Edgar Hoover grensde aan het onbetamelijke en kostte mogelijk het leven aan Winchells enige zoon. In Philip Roth’s distopische succesroman The Plot Against America, over een fascistische machtsovername in de VS anno 1940, speelt Walter Winchell echter niet voor niets een heldenrol. Adel-kenner Titus von Bönninghausen over de DNA-salon in Paleis Huis ten Bosch en het genealogische gehossel van het koninklijk paar. Naar de letter van het adelwezen is alles aan de koninklijke titelatuur fictie, en ook de Baskische roots van het huis van Zorreguieta komen neer op verzinsels, blijkt bij het doorvlooien van de beide stambomen. Provo-oprichter Roel van Duijn kreeg Thierry Baudet aan de lijn over zijn kritiek op de complottheorieën waarin de FvD-leider grossiert en besloot tot een weerwoord in boekvorm. Onze Rotterdamse huisdichter Manuel Kneepkens krijgt uitgeversadvies voor een Houellebecq-roman op z’n Hollands: over een polderrepubliek met een ‘shariah light’. Onder professoren in coronatijd: Ricus van der Kwast over de Belgische ‘geluksprofessor’ Lieven Annemans, met zijn feitenvrije wetenschap een van de favoriete geleerden in de kringen van Willem Engel’s Viruswaanzin (in tegenstelling tot Annemans ultieme tegenvoeter Marc van Ranst), en Sjoerd de Jong presenteert een nieuw avontuur van ‘complotprofessor’ Karel, die voor de rechtbank op zoek gaat naar de chip in het hoofd van de koning. In de kelder van het Darwin-museum in Moskou deed kunstenaar Fredie Beckmans een curieuze ontdekking. Aldaar rust, opgezet en al, de laatste hond van Stalin. Jachthond Milka was een geschenk van koningin Wilhelmina. Gastcolumniste Daniela Hooghiemstra voorziet een toekomstige machtgreep van het Huis van de Oranje Postcodeloterij. Henk Westbroek verklaart nu ook de jacht op het volk voor geopend op de Kroondomeinen en Republiek-voorzitter Floris Müller kapittelt ANP-hoofdredacteur Freek Staps om diens gebrek aan verzet tegen de Mediacode. Classicus Anton van Hooff beschrijft de 16e eeuwse renaissance van de tirannenmoord en vergelijkt deze met de motivatie van de latere anarchistische koningsmoordenaars en jihadisten. Boekrecensies van Het Brusselse moeras. Achter de schermen van de macht in Europa van Tijn Sadée en Bert van Slooten en Friso; het tragische leven van Johan Willem Friso door Ronald de Graaf . En natuurlijk De Blik van Joep Bertrams.

Column Roel van Duijn: Coronabreuken

Tekst Roel van Duijn

 

Ik had een serie pijnlijke ontmoetingen. Per e-mail. Het valt mij op dat digitaal contact nu vaak intenser is dan fysiek contact vóór corona was. Je komt eerder bij het puntje van het paaltje.

Met een bloemiste die ik jaren niet gesproken had bijvoorbeeld. Zij benadrukte eerst dat het virus door de aanleg van 5G-kabels was binnengerold. Dat lachte ik weg, maar zij hield aan. Zij zag dat lijders aan Covid-19 heel snel weer opknapten. Al die vrijheidsberovende maatregelen waren overbodig.

– Hé, ben je een complotdenkster geworden, vroeg ik. Zo kende ik haar niet.

Nee, maar Trump was, zei ze, wel ‘onze beste kans’ en wij waren altijd bij de neus genomen door de media. Ze stuurde me een heel andere kijk op de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog: een film over het leven van Adolf Hitler. Van internet geplukt, ik kende hem door mijn onderzoek van het nazisme.

– Maar dat is nazi-propaganda!

– Nee, antwoordde ze, die film maakt duidelijk dat niet alleen de nazi’s de schuld waren, zoals ons altijd voorgehouden is. Boos probeerde ik haar uit te leggen dat de film niets dan leugens bevatte. Tevergeefs.

 

Een vriend van me was een intelligente ingenieur die me schreef dat we nu een fascistische regering hebben die mensen de vrijheid ontneemt.

– Maar het is toch omgekeerd, we verliezen toch vrijheid als nog veel meer mensen ziek worden, zoals destijds met de Spaanse griep?

– Ach welnee, er sterven niet meer mensen dan gemiddeld, doe je ogen open!

– Maar je ziet toch dat er in Zweden meer mensen sterven dan in de andere Scandinavische landen, waar wel contactbeperkende maatregelen worden genomen?

– Shit, geloof je de mainstream pers? Jij, die altijd zo kritisch was? Kom toch naar onze demonstratie op het Museumplein!

– Jullie spelen met mensenlevens. Wat bezielt je?

– Laat ik het je nog eens uitleggen!

Hij hield niet op en hield, om zo te zeggen, zijn voet tussen de deur. Mail mij niet meer met je destructieve blabla, antwoordde ik.

Daar hield hij zich niet aan, maar ik stopte. Met pijn.

 

Zij was een oude vriendin van mij, groener dan groen. Eindelijk kreeg ik haar weer eens aan de telefoon. Fijn! Ik herinnerde me dat zij de vorige keer had betwijfeld of Boris Johnson werkelijk Covid-19 had en vroeg daarom voorzichtig hoe zij leefde met de pandemie.

– Pandemie? PLANdemie zal je bedoelen! Ken jij zelf iemand die eraan gestorven is?

– Ach kom, je gelooft toch niet aan complottheorieën?

– Complot? ComPLEET! Het is de waarheid! Waarom denk je dat precies 75 jaar na de oorlog de PLANdemie een hype geworden is?

Ik legde haar uit dat dit wanen zijn. Dit keer zelfs met het argument dat ik door de complotdenkers persoonlijk als voorbeeld van een machtsgeile illuminaat ten toon gesteld word. In de verwachting dat ze dan als vanzelfsprekend zou begrijpen hoe onzinnig dit soort kreten zijn.

– Ze hebben gelijk! Die verstikkende mondmaskers die ons worden opgedrongen. Die maskers zijn jodensterren!

– Maar hoe kun je dat zeggen? Degenen die maskers aanraden willen de mensen toch niet vermoorden?

– Dat zeg jij. Maar jij kijkt niet diep… Het is een dictatuur, door de indirecte plicht om je te laten vaccineren. Luister…!

Ik luisterde niet meer en liet haar in Rotterdam achter.

 

Zendelingen en Stillen

Wel vijf, zes van deze confrontaties heb ik de laatste maanden gehad. Ik heb de antecedenten van mijn voormalige vrienden onherkenbaar gemaakt. Ja, voormalige vrienden.

Coronabreuken zijn schokkend. Jaren heb ik hen gekend in het vertrouwen dat wij een gemeenschappelijke reis maakten en plotseling blijken zij via een andere coupé uit de trein gesprongen te zijn, en hoor ik ze naar me schreeuwen vanuit een vijandig land. Wania heet dat land, volgens mijn psychische wereldkaart. Daar wonen mensen die door hun verrekijkers ons zien als ezels met lange, dove oren en blinde ogen. Ezels die in halfslaap de mainstream media nabalken. Zielige ezels die die nog aan rede en feiten hechten en acuut gewekt moeten worden.

Er is een verschil tussen de missionarissen van het complotgeloof die ons vanuit dat land toeschreeuwen, zoals degenen met wie ik gebroken heb, en anderen. De eersten zijn de Zendelingen en de anderen zijn hun stille meevoelers. Met de Stillen heb ik een ander soort gesprekken.

Het begint ermee dat iemand mij een filmpje stuurt van een man in een witte jas die beweert dat corona onschadelijk is, zwaar overdreven.

– Geloof je die praatjes? Ik ken mensen die er vreselijk ziek van zijn geweest of aan dood gegaan zijn, por ik.

– O, maar die man zegt dat ook niet zomaar. Misschien zie ik het anders.

De Stillen staan onder de invloed van de Zendelingen, maar durven nog niet uit de trein te springen om de grens naar Wania over te rennen. Met de Stillen blijf ik praten, maar de Zendelingen antwoord ik niet meer zolang zij dezelfde boodschap blijven toeteren.

De Zendelingen van de complotkerk doen mij denken aan vrienden uit de jaren zestig en zeventig die plotseling LSD en andere drugs gebruikten en mij vanuit geesteshoogte toeriepen dat ik hun bewustzijnsverruiming niet kon begrijpen zolang ik niet zelf slikte, spoot of rookte. Diezelfde meewarige blik werd mij toegeworpen. Niet vanuit het land Wania, maar wel vanuit het psychedelische land Traumia.

‘Zonder een helder verstand kan je de maatschappij niet veranderen’, was toen mijn machteloze verweer. Dan hield althans met de Zendelingen van het drugsgebruik het gesprek op.

Maar na enige jaren kwamen zij ervan terug of stierven zij.

 

Roel van Duijn was in de jaren zestig oprichter van Provo, zat in de jaren zeventig als wethouder in de gemeenteraad van Amsterdam en is auteur van vele boeken, waarvan de laatste De nazi-Utopie van Julia op ten Noort onlangs in Duitse vertaling verscheen. Hij woont in Amsterdam en Fulda. Voor De Republikein schrijft hij een vaste column.

Roel van Duijn: Chen Quanguo organizes a very discrete cultural genocide 

Chinese Communist Party Committee Secretary in Xinjiang Chen Quanguo should to be brought to the International Criminal Court for crimes against humanity.

By Roel van Duijn

 

Genocide, that’s what China is committing against the Uyghurs in Xinjiang. More than a million people are locked up in concentration camps, torture and sterilization of women is a daily occurrence. Eradication of this minority is the goal. This chilling fact has now been recognized by the governments of the US and Canada and also recently by the Dutch Parliament.

But who and how are the perpetrators? There is one man who stands out as the prime suspect, as a possible Chinese Himmler or Heydrich.

Chen Quanguo, 66, became Chinese Communist Party Committee Secretary in Xinjiang in August 2016. A rough and mountainous area in the west, which is twice the size of Germany and has 11 million inhabitants.

It was no coincidence that it was Chen – that is his surname – who was called to break the resistance of the Uyghurs.

Chen had experience. He had done the same for the previous five years in Tibet. He had made Tibet a unique police state. In which the Tibetan residents were deprived of all human rights, forced to spy on each other and live in a sophisticated maze of barriers and police stations, full of monitors and eavesdropping equipment. Computers that register every unwanted deviation. Tibetans were deprived of freedom of movement in their own area. Insofar as not yet demolished, the monasteries were placed under the leadership of loyal Han Chinese and Tibetans had to fly the Chinese flag from their houses and hang a portrait of Mao or Hsi Jinping above the chimney in their living rooms.

After Chen had led this system for a few years, the world didn’t hear much about Tibet anymore. Now it was clear. Chen Quanguo was the man designated to carry out the proposed treatment of the Uyghurs.

Discrete

He looks like any Chinese leader. The hair parted on the left, the dark blue suit, the serious expression. He is difficult to distinguish from colleagues, but then through his words?

Even his statements don’t make a researcher take immediate notice either; he seems to take care of that.

At a well-attended press conference of the Chinese authorities of Xinjiang, he allowed Governor Shohrat Zakir, a rank below him, to speak. That was November 26, 2019 in Beijing. When one of the journalists asked about the detention camps, he whispered something to Shohrat, who replied that these prison camps were ‘boarding schools’. He did not answer a single question himself. However, he ended the meeting politely and in a timely manner with ‘I would like to express my sincere gratitude to the Chinese and foreign journalists for their interest in Xinjiang’.

Like all Chinese leaders, Chen also denies that there are concentration camps for the Uyghurs and other minorities, such as Kyrgyz, Kazakhs, Mongols or Christians. They describe these centers as ‘vocational training’ where they learn Mandarin and are kept away from ‘religious extremism’.  Chen discloses himself more in revealing secret documents leaked by an unknown Chinese whistleblower in 2019. He says these camps should ‘be like schools, be run by the military, and defended like a prison’ . It also states that Chen urges his colleagues to ‘get rid of anyone who needs to be gotten rid of’.

In this way, he makes sure to follow in the footsteps of great leader Hsi Jinping who, after a Uyghur attack in 2014, called to show ‘absolutely no mercy’.

Chen expresses himself in a clearly more veiled manner than his right-hand man, Zhu Hailun. When Chen built concentration camps in the Uyghur capital of Urumqi in January 2017, Zhu unabashedly shouted to heavily armed military forces: ‘We must load our guns, pull our swords out of their sheaths, strike hard against the terrorists, and not shrink from striking mercilessly’, according to The Guardian in those days.

I have scoured the Internet but can only confirm the impression of the Hong Kong-published South China Morning Post that Chen is not a man of jokes or personal anecdotes in his speeches.  Chen is different; he is a man of action.

In Tibet

As soon as he was in office in Tibet, he brought in new police officers and divided the capital Lhasa into small pieces, each of which was given a police station 15 meters apart so that the control over these offices could be reciprocal. In 2016 there were already 156 of these offices in the still modest city. The police guards patrolled every hour to provide seamless surveillance. In the rest of the country, there were already 544 police stations in 2016.  In Tibet, 81,140 households, in total 3 million people, are linked together to monitor each other in all areas of life and to report on each other to the police. That’s how it was last year.  He calls this system the ‘dual-connected household management system’, which he later transferred to Xinjiang.

Since Chen ruled Tibet, the country has been overrun with new ventures, all of which received Mandarin-speaking Han Chinese for leadership positions. However, that growth only really benefited the Han Chinese and their Tibetan accomplices.

Since Chen took office in Tibet, there has been a steep increase in self-immolations by Tibetan monks, nuns, and civilians. It is estimated that a few hundred people have attempted in this way to make known to the world their despair and opposition to Chen’s methods.  Chen had the police beat, shoot, and isolate or make disappear the surviving victims of such suicide protests. Their families have been arrested or detained, sparking new forms of protest. International Campaign for Tibet has reported all this.

Thousands of monks and nuns were taken from Buddhist monasteries, their homes destroyed, and sent by buses to re-education camps. These re-education camps sprang up like mushrooms during Chen’s reign, according to reports in Tibetan Review, Radio France Internationale, and Human Rights Watch. A video showed nuns being forced to sing and dance Chinese songs on a stage. Back to the monasteries was not an option for them, but forced labor was.

Chen described his policy as a ‘Campaign to Maintain Stability’. A 2014 report from Human Rights Watch included a quote in which he expresses his satisfaction with his work in Tibet. In impenetrable words: ‘We have followed the law by striking and mercilessly pounding against illegal organizations and key figures who follow the 14th Dalai Lama’s cabal and carry out separatist infiltration and sabotage activities by beating down the hidden dangers and the breeding ground for the undermining of the stability of Tibet and effectively securing the highest interests of the state and the general interests of society.’

To Xinjiang

Beijing was happy with Chen. Great leader Hsi Jinping now maneuvered his favorite Chen to Xinjiang to replay his game there. He left Tibet, whose nomadic character had been destroyed and where torture had become a daily practice. A recommendation for Chen. He was the first Chinese party boss to become the party secretary, the top man, of both Tibet and Xinjiang.

He left his previous prey to now subdue Xinjiang. Again, Chen immediately ordered a massive police force and hired ‘police assistants’ as well as ‘security guards’. Immediately, 30,000 police officers and a police station appeared on every street in every city. In the area, 7,300 checkpoints were built. Again, monitors everywhere. Again, everywhere mobile phones, control over every person.

He expanded the existing concentration camps on a large scale. He introduced preventive internment and re-educated the majority of the minorities.

Passports of Uyghurs and others were confiscated, and free travel, including domestically, was over. Hundreds of Uyghurs were simultaneously hired out, police guards and all, to firms in the heartland of China. They are called ‘students’, regardless of their age, because elderly people are also unceremoniously put on the train as parcels. Ordered via the internet. As he did in Tibet, Chen promoted a strong influx of Han Chinese to Xinjiang in order to reduce the predominance of the Uyghurs in the population. In the camps, the Uyghurs often had their hair cut off for trade in the world as wigs and hairpieces. A US Customs discovery of such hair contributed to the US genocide investigation, which appears to have hurt Chen.

Chen conducts all of his work with great personal energy. On days off, he sits behind his desk and also summons colleagues. “Whatever he does, he does with extreme and unparalleled speed, urgency, resources, and foresight,” said Adrian Zenz, one of the first to expose the terror in Xinjiang.*9

Chen himself has flowery words for the work he does. ‘We are leading people of all ethnic groups to love unity as much as their own eyes, to cherish unity as much as their own lives, and to be close to each other like the seeds of a pomegranate’, reports The Guardian.

According to reports from above in China, Chen’s regime has ‘destroyed 1,588 terrorist groups’ and arrested ’thousands of “terrorists”‘.  That was a few years ago, the numbers have undoubtedly increased since then.

No wonder a man of such merit was made a member of the 25-strong politburo of the Central Committee of the Communist Party of China in 2017. He had already been a member of the regular Central Committee since 2012. His star rises.

International Criminal Court

Does the comparison of Chen with Nazis like Himmler or Heydrich hold? The organizers of the worlds most infamous genocide?

The torturer of Tibet and Xinjiang is a more anonymous type, who is not coincidentally much less known in the world. Much less than known than, for example, Carrie Lam, who is the head of Hong Kong. Chen deliberately takes a discrete position, in a remarkable contrast to his prominent role. This appears to be part of the system of keeping personal data about political officials in China out of the public’s eye. He has a wife, yes, but that’s it. Do they live together? Children? Where? All-powerful, but privately he’s a ghost. Also, his actions are veiled. That this is about genocide is carefully concealed, just as the Nazis did.

However, there is a difference between the genocide against the Jews and that against the Chinese minorities. The first was paired with massive, concentrated killings, the second, as far as is known, not. In Xinjiang and Tibet, it is systematic and violent human rights abuse, accompanied by camouflaged and scattered murders. The effect is forced ethnic evaporation and cultural genocide.

When the Americans began to study the events in Xinjiang and were the first country to determine the genocide, they stumbled upon Chen Quanguo despite his almost anonymous figure. In July 2020, the US imposed sanctions first against him, as well as his right-hand man Zhu Hailun and two subordinates. They are no longer allowed in the US and their assets there have been frozen, much to the great anger of China. Now also the EU bravely imposed sanctions against China, against 4 functionaries in Xinjiang, but strangely enough not against Chen Quanguo, the first responsible figure.

There is another difference from the infamous heads of the SS. If the world doesn’t act quickly, Chen Quanguo will have much more time to finish his job. Before he appears where he belongs: before the International Criminal Court in The Hague. But that will not happen for the time being, China does not recognize this court. What the EU can do is join the US sanctions against Chen Quanguo and not participate in the Beijing Winter Olympics.

 

Roel van Duijn is a former Dutch politician and elderman of Amsterdam (1943). In the Sixties he was the founder of the highly influential Provo-movement. Now historian and author of many books, of which the latest is ‘A son for the Führer, the Nazi Utopia of Julia op ten Noort’ , Van Duijn is living in Amsterdam and Fulda in Germany. 

Translated from the Dutch by Pamela Docters

 

Roel van Duijn: De terugkeer van de held Navalny

‘Ze sluiten één man op, om miljoenen mensen te intimideren’, zei de Russische dissident Aleksej Navalny nadat hij in Rusland was veroordeeld tot 3,5 jaar dwangarbeid. Zullen zijn beproevingen zijn land uiteindelijk bevrijden van een tiran?

Tekst: Roel van Duijn

 

Aleksej Navalny is een klassieke held, een die de zin van het leven zoekt en vindt.

Sinds meer dan twaalf jaar voert hij een strijd op leven en dood met de regering van Rusland en hij schiet zijn pijlen in de roos. Deze roos is de gemeenste ziekte van het land: de doorziekende corruptie. Keer op keer werd Navalny bij demonstraties en onder voorwendsels gevangen gezet. Zijn gezicht werd bekogeld met een bijtende vloeistof zodat het groen kleurde en een oog werd verblind. Bij zijn laatste veroordeling, vanwege zogenaamde diefstal van geld bij houthandel, een gefakete aanklacht, werd hij tot drie en een half jaar voorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld. Bij het schrijven is het al veilig te voorspellen dat wanneer u dit leest hij ergens ver weg gevangen zit. Want wat heeft hij op zijn kerfstok? Hij heeft een aanslag overleefd doordat men hem op het nippertje naar de dokter heeft laten gaan, brutaal genoeg in het buitenland.

Waarmee hij zich definitief tot held geslagen heeft, is dat hij de moed heeft gevonden naar Moskou terug te vliegen. Wetende wat hem te wachten stond. Uniek is dat.

Zijn er in de Russische geschiedenis meer voorbeelden van zo’n heldhaftige terugkeer naar het moederland?

Chodorkovski

Ballingen genoeg in die geschiedenis, maar Litvinenko, de voormalige spion die naar Londen vluchtte bleef daar en werd er door zijn voormalige collega’s vermoord. Chodorkovski, eigenaar van het oliebedrijf Yoekos die niet wilde toetreden tot de oligarchen kring rond Poetin en financieel de oppositie steunde, verdween zeven jaar in een gevangenis bij de Chinese grens, zag zich na zijn vrijlating in 2013 gedwongen naar Zwitserland te verhuizen. Maar hij mist de buitengewone moed om terug te keren. Aleksander Solsjenitsin, schrijver, keerde wel terug. Hij was in 1974 verbannen uit de Sovjet Unie omdat hij in zijn boeken Een dag uit het leven van Ivan Denisositsj en Goelag Archipel het ploertige systeem in de kampen meesterlijk had blootgelegd. Hij keerde in 1994 gelauwerd met de Nobelprijs terug om een onderscheiding in ontvangst te nemen, Die weigerde hij, maar hij kon er tot zijn dood een leven vol eerbetoon leiden. Wat hem tot een held gemaakt had, waren zijn boeken, maar niet zijn terugkeer. Die was warm en risicoloos.

Lenin

Er was nog een ander, die niet welkom was en toch teruggekeerd is. Dat was Vladimir Iljitsj Lenin, evenals Navalny advocaat van beroep. Hij was als communistische leider in 1907 het tsaristische politiegeweld ontvlucht en hij had zich in Zwitserland gevestigd-zoals recenter Chodorkovski dit gedaan heeft. Lenin was marxistisch theoreticus en leraar en toen hij in april 1917 terugkeerde slaagde hij er binnen een jaar in Rusland om te vormen tot een ander land. Overal in het voormalige Rusland, dat nu Sovjet Unie door hem genoemd was, verrezen standbeelden toonden zich schilderijen van hem. Hij was een officiële held geworden, maar er was toch een groot verschil tussen zijn terugkeer en die van Navalny. Hij had evenals Navalny de steun van Duitsland ervaren, maar de steun voor Lenin had niets te maken met eerbied voor de mensenrechten. De steun voor Lenin was onderdeel van de Duitse oorlogsvoering. Dat land zat in die late fase van de wereldoorlog pijnlijk in de knel tussen het westelijk en het oostelijk front. Om in Frankrijk opnieuw sterk aan te vallen verzonnen de keizer en zijn generaals een list om Rusland uit te schakelen. Zij zonden Lenin met een twintigtal kameraden die wilde dat Rusland zou ophouden te strijden, met een verzegelde trein naar Sint Petersburg. Niet zonder geld. Hij kreeg omgerekend 70 miljoen euro mee om propaganda te maken voor het staken van de oorlogsvoering, de omverwerping van de voorlopige revolutionaire regering van Kerenski en de opbouw van zijn partij. De herkomst van al dat geld, waarmee Lenin in een klap zijn andersdenkende partijgenoten overvleugelde, moest strikt geheim blijven. In mijn ogen was Lenin door de steun van het dictatoriale Duitsland bij zijn terugkeer een pion in het spel van de oorlogvoerende vijand en geen held. Een ware held vaart uitsluitend op eigen kracht en dapperheid. En dat is het bijzondere van Navalny’s onbeschermde terugkeer.

Geluk voor Lenin was dat niemand wist van het geld van de Duitsers. Pech voor Navalny is dat de leugens van Poetin, dat hij een westerse spion is en dat de aanslag op hem niets dan een stunt van Navalny zelf was, door veel Russen wordt geloofd. Maar de ware held gaat door roeien en ruiten. En een deel van de Russen pikt dat op en het ontroert hen. Terwijl Ruslandkenners voor de terugkeer van Navalny nog schreven dat er in het land een algemene apathie heerste, sloeg de dufheid door zijn vermetele terugkeer om in opstandigheid.

Wat is nu het magische van de terugkeer van een held?

Mythologie

De Amerikaanse mytholoog Joseph Campbell (1904 – 1987) heeft zich verdiept in honderden mythen en klassieke volksverhalen en volgens hem draaien al deze geliefde geschiedenissen om de terugkeer van de held. Steeds weer, zegt hij, ziet de hoofdpersoon zich door een innerlijke roeping of een streek van het lot zich genoodzaakt om zijn veilige omgeving te verlaten. Om in het onbekende land een vuurproef te doorstaan en met het resultaat triomfantelijk terug te keren. Zelfs in eenvoudige sprookjes als vrouw Holle kom je het tegen. het arme meisje gaat weg van huis, vervult de taken die vrouw Holle haar opdraagt, loopt door de poort waaruit goud regent en keert rijk terug naar huis. Vertrek, inwijding en vervulling van de opgave, terugkeer. Dat is het grondschema.

Zo ook blogger Navalny.

Zijn vertrek uit Rusland moet voor hem aanvankelijk een mysterieus zijn geweest. Schreeuwende pijn in een vliegtuig, ziekenhuis hier, ziekenhuis daar. In coma weet hij niet eens dat hij in Berlijn is, zijn vertrek was immers ongewild. Dit past in het grondschema van het heldenverhaal: bij het vertrek van een held spreekt het noodlot graag een woordje mee. Zijn opgave is om te genezen van een Novitsjok-vergiftiging; inderdaad deze levert de held dit supersterke staaltje en bovendien ontmaskert hij een van de daders van de aanslag. Bij zijn terugkeer wordt hij gepakt komt hij meteen voor de rechter en wordt veroordeeld, maar een paar dagen later hoort hij van de massale demonstraties in het hele land. Ook nu hij veroordeeld is tot gevangenisstraf zullen die demonstraties niet ophouden. Navalny’s terugkeer voldoet met glans aan het mythologische schema en hij heeft daarmee een snaar in de menselijke ziel geraakt.

En er is nog iets wat aan deze 44-jarige man uit Moskou helemaal klopt. In het mythologische grondschema komt de held met een schat terug naar huis. In Navalny’s geval is dat de film over het geheime paleis van Poetin, de vijand die verslagen moet worden. De film is een schat, want hij is 100 miljoen maal geklikt en heeft vele anti-Poetin demonstranten gemotiveerd om de straat op te gaan, ondanks politie, ondanks straf.

Wil dat ook zeggen dat hij zal winnen? Dat we een jaar ingaan waarin niet alleen Trump maar ook zijn dictatoriale vriend Poetin, als de corrupte fraudeur die hij is, het veld moet ruimen?

Vladimir Poetin arresteert, straft, foltert en voorlopig kan hij zijn politie betalen. Voor verkiezingen hoeft hij niet bang te zijn, want met een knikje naar de voorzitter van de kiescommissie regelt hij de uitslag. Navalny mag niet meedoen zolang Poetin aan de macht is. Hij kan ok de vrouw of vrienden van Navalny beletten zich kandidaat te stellen. En de media, de televisie voorop, heeft hij onder zijn duim. Hoe kan de gevangen Navalny zijn macht ooit breken?

Lenin keerde terug in april 1917 en in juli laaide een arbeidersopstand in Petersburg op die werd neergeslagen. Lenin moest weer uitwijken, nu naar Finland. Een schijnbare nederlaag, maar een paar maanden later keerde hij nogmaals terug en nu zegevierde de officiële, maar onechte held Lenin.

Het verloop van de terugkeer van Lenin laat zien dat de echte held Navalny niet onmiddellijk succes hoeft te hebben, om op de langere duur wel degelijk aan het hoofd van een ander Rusland te staan. De eigenaar van het geheime paleis zal er alles aan doen om Navalny de voet dwars te hebben. Een nieuwe opdracht aan zijn geheime dienst om hem met het zenuwgas te vermoorden zal hij liever niet nog eens geven, dat loopt in de gaten. Maar hij zal de man die hij “Niemand” noemt wel dwangarbeid laten verrichten of op een arctisch eiland invriezen. Is Niemand dan uitgeschakeld?

Dat Poetin hem die naam gegeven heeft kan hem lelijk opbreken. Toen de held Odysseus bij de cycloop in diens grot gevangen zat stelde hij zich aan hem voor onder de naam Niemand. Op een nacht voerde Odysseus de cycloop dronken en zijn kameraden en hij staken het monster met een aan de punt brandende boomstam zijn ene oog uit. Listig kon de held vervolgens aan de verblinde reus ontsnappen en het hielp deze niet zijn collega cyclopen om hulp te schreeuwen, want toen die hem vroegen wie hem verblind had brulde hij: “Niemand!” Odysseus keerde nu veilig naar zijn vrouw in Griekenland terug en hij had de kracht om alle bezetters van zijn huis af te slachten.

De volmaakte held Navalny is door het vuur gegaan. Hij heeft zichzelf een aureool van onkwetsbaarheid gegeven en hij heeft wel degelijk kans. Succes hoeft niet te betekenen dat hij zelf de macht zal veroveren. De Joodse held Mozes stierf voordat hij zelf het beloofde land kon betreden. Martin Luther King wees op de avond voor zijn dood erop dat hij waarschijnlijk niet lang meer bij zijn mensen zou zijn. Het succes van een held is dat hij een nieuwe geest brengt en dat daardoor zijn streven orkaankracht krijgt.

Dat althans leren ons de universele heldenverhalen, van vrouw Holle tot de Odyssee, over de toekomst van Aleksej Navalny in Rusland.

 

Roel van Duijn (1943) is een gewezen politicus en wethouder van de gemeente Amsterdam. In de jaren ’60 was hij oprichter van de invloedrijke Provo-beweging. Nu is hij historicus en auteur van vele boeken, van welke als laatste verscheen  ‘Een zoon voor de Führer, de Nazi-Utopie van Julia op ten Noort’. Van Duijn woont in Amsterdam en Fulda in Duitsland en is vaste columnist van De Republikein. 

 

Zie ook de muzikale ode van dichter Serge van Duijnhoven en het collectief Dichters Dansen Niet aan Navalny in deze clip.  De advocaat van Navalny liet de makers weten dat haar cliënt in zijn gevangenis diep geroerd was door deze steunverklaring uit Nederland.

 

Roel van Duijn: The return of the hero Navalny

Heavy protests in the streets of Moscow after Russian dissident Alexei Navalny was sentenced to 3,5 years in a penal colony. “They imprison one man, as a means to intimidate millions of people,” Navalny said. Will his endless suffering in the end free his country from a tyrant?

 

By Roel van Duijn

Alexei Navalny is a classic hero, one who seeks and finds the meaning of life.

For more than twelve years he has been fighting a struggle of life and death with the government of Russia and he’s been shooting his arrows into the bullseye. This bullseye is the nastiest disease in the country: the infectious corruption. Time and again Navalny is imprisoned at demonstrations and under pretexts. His face was pelted with a caustic liquid, turning it green and blinding one eye. At his last conviction, for so-called theft of money at a lumberyard, a faked charge, he was conditionally sentenced to three and a half years in prison. As of this writing, it is safe to predict that when you read this he will be imprisoned somewhere far away. Because what is he up to? He survived an attack because he was allowed to go to the doctor in the nick of time, boldly enough abroad.

What made him definitely a hero is that he found the courage to fly back to Moscow. Knowing what to expect. That is unique.

Are there more examples in Russian history of such a heroic return to the motherland?

There are plenty of exiles in their history, but Litvinenko, the former spy who fled to London, stayed there and was murdered by his former colleagues. Khodorkovsky, owner of the oil company Yukos who did not want to join the oligarchic circle around Putin and financially supported the opposition, disappeared in a prison near the Chinese border for seven years, and was forced to move to Switzerland after his release in 2013. But he lacks the extraordinary courage to return. Aleksandr Solzhenitsyn, writer, did return. He was expelled from the Soviet Union in 1974 because in his books, One Day in the Life of Ivan Denisovich and The Gulag Archipelago, he had masterfully exposed the derelict system in the camps. He returned in 1994 elevated with the Nobel Prize to receive an award, which he refused, but he was able to live a life full of accolades until his death. What made him a hero were his books, but not his return. It was warm and risk-free.

There was another, who was not welcome and yet returned. That was Vladimir Ilyich Lenin, like Navalny, a lawyer by profession. As communist leader in 1907, he had fled Tsarist police violence and settled in Switzerland – as Khodorkovsky did more recently. Lenin was a Marxist theorist and teacher, and when he returned in April 1917, he managed to transform Russia into another country within a year. All over the former Russia, which he now called the Soviet Union, statues were erected and paintings were painted of him. He had become an official hero, but there was still a big difference between his return and Navalny’s. Like Navalny, he had experienced the support of Germany, but the support for Lenin had nothing to do with respect for human rights. Support for Lenin was part of the German warfare. At that late stage in the World War, that country was painfully trapped between the Western and Eastern fronts. To attack France anew with force, the Emperor and his generals devised a ruse to eliminate Russia. They sent Lenin, with about twenty comrades who wanted Russia to stop fighting, on a sealed train to St. Petersburg. Not without money. He received about 70 million euros for propaganda for the cessation of warfare, the overthrow of Kerensky’s provisional revolutionary government, and the building of his party. The origin of all that money, with which Lenin instantly outshone his dissenting party members, had to remain strictly secret. In my view, Lenin was on his return, with the support of dictatorial Germany, not a hero but a pawn in the game of the belligerent enemy. A true hero relies solely on his own strength and bravery. And that’s what’s special about Navalny’s unprotected return.

Fortunately for Lenin, no one knew about the Germans’ money. Unfortunately for Navalny, many Russians believed Putin’s lies that he is a Western spy and that the attack on him was nothing but a stunt by Navalny himself. But the true hero keeps going. And some Russians pick up on that and it moves them. While Russia experts still wrote before Navalny’s return that there was general apathy in the country, his audacious return turned the dullness into rebellion.

What is the magic of a hero’s return?

American mythologist Joseph Campbell (1904-1987) delved into hundreds of myths and classic folktales, and, according to him, all of these beloved stories revolve around the hero’s return. Time and again, he says, the protagonist is forced to leave his safe environment by an inner calling or a stroke of fate. To endure a trial by fire in an unknown land and to return triumphantly. You come across this even in simple fairytales like Frau Holle. The poor girl leaves home, fulfills the tasks that Mrs. Holle assigns her, walks through the gate from which gold rains and returns home rich. Departure, initiation, fulfillment of the task, and return. That’s the basic scheme.

The same for blogger Navalny.

His departure from Russia must have initially been a mystery to him. Screaming in pain on a plane, a hospital here, a hospital there. In a coma, he does not even know that he is in Berlin, after all, his departure was unintentional. This fits with the basic scheme of the hero story: fate likes to have a say when a hero leaves. His job is to recover from Novichok poisoning; indeed, this gives the hero a super strong feat and moreover he unmasks one of the perpetrators of the attack. On his return, he is caught, immediately brought before the court, and is convicted, but a few days later he hears about the massive demonstrations across the country.When he is now in prison, the demonstrations will continue. Navalny’s return gloriously fits the mythological scheme and thus has struck a chord in the human soul.

And there is one more thing that truly fits this 44-year-old man from Moscow. In the mythological scheme, the hero returns home with a treasure. In Navalny’s case, it is the film about the secret palace of Putin’s, the enemy to be defeated. The film is a treasure as it has been clicked more than 90 million times and has motivated many anti-Putin protesters to take to the streets, despite police, despite punishment.

Does that also mean he will win? That we are entering a year in which not only Trump but also his dictatorial friend Putin must leave the scene, as the corrupt fraudster that he is?

Vladimir Putin arrests, punishes, tortures, and can pay his police, for now. He does not have to be afraid of elections because he arranges the results with one nod to the chairman of the electoral committee. Navalny is not allowed to participate while Putin is in power. Even his wife or friends of Navalny cannot prevent Putin from running. And the media, primarily television, is under his thumb. How can the imprisoned Navalny ever break his power?

Lenin returned in April 1917, and in July a workers’ revolt flared up in Petersburg and was crushed. Lenin had to flee again, now to Finland. An apparent defeat, but a few months later he returned once more and now the official but false hero Lenin triumphed.

The course of Lenin’s return shows that the real hero Navalny does not have to be immediately successful in order to be at the head of another Russia in the long run. The owner of the secret palace will do everything he can to get in Navalny’s way. He would rather not give a new order to his secret service to kill him with nerve gas, that is becoming apparent. But he will have the man he calls “Nobody” perform forced labor or freeze on an Arctic island. Is Nobody then eliminated?

The fact that Putin gave him that name can make him look ugly. When the hero Odysseus was imprisoned by the Cyclops in his cave, he said his name was Nobody. One night, Odysseus got the Cyclops drunk, and he and his crew put out the one eye of the monster with a burning log. The hero could then cunningly escape the blinded giant and it did not help him to cry out to his fellow cyclops for help, for when they asked who had blinded him, he roared: “Nobody!” Odysseus now returned safely to his wife in Greece and had the strength to massacre all the occupiers of his house.

The consummate hero Navalny has gone through fire. He has given himself a halo of invulnerability and he certainly has a chance. Success does not necessarily mean that he will conquer the power himself. The Jewish hero Moses died before he himself could enter the Promised Land. Martin Luther King, Jr. pointed out the night before his death that he probably would not be with his people much longer. The success of a hero is that he brings a new spirit and through that his aspirations get the strength of a hurricane.

At least that is what the universal hero stories, from Frau Holle to The Odyssey, teach us about the future of Alexei Navalny in Russia.

 

Roel van Duijn is a former Dutch politician and elderman of Amsterdam (1943). In the Sixties he was the founder of the highly influential Provo-movement. Now historian and author of many books, of which the latest is ‘A son for the Führer, the Nazi Utopia of Julia op ten Noort’ , Van Duijn is living in Amsterdam and Fulda in Germany. 

Translated from the Dutch by Pamela Docters

Storming of the Capitol resembles Hitler’s ‘failed’ putsch of 1923

Arnold Schwarzenegger compares, shocked by its brutality, the storming of the Capitol to Kristallnacht in 1938. The night in which the Proud Boys of that time in Germany set the synagogues on fire. He calls both acts of violence attacks on democracy.

But democracy hadn’t existed in Germany for five years already on that terrible night, and it in spite of bad events it still does solidly exist in America.

The comparison which I think is applicable is the Hitler-putsch of 1923 in Munich. That also failed, just as January 6, 2021 in Washington was also a failed coup d’état. Both were enacted with the frustrated intent to destroy democracy and establish authoritarian rule.

The Hitler putsch was crushed the next day and nothing came of the planned march on Berlin. But Hitler’s name was on everyone’s lips. He stole the show in the criminal trial, and, in the eyes of his judges, he went from being defendant to prosecutor of the Democrats in Berlin. Now on his course, he focused on hollowing out democracy from within. Make Germany great again, he honked.

Two lies

Both attempts to pierce the heart of democracy were inspired by a lie. In Hitler’s case, the lie was that the German army was winning World War I until it was forced to surrender by the leftist and Jewish Democrats in Berlin. The whipped-up masses in front of the Capitol were also obsessed with an unbelievable lie. That Trump had been elected president but that the shady Democrats and officials stole his victory.

Why does this history repeat itself? Do they not realize that when the truth no longer matters, the way to fascism lies open?

You don’t have to ask this question of people who are die-hard followers of fascism. But you do have to ask it of the liars’ allies. In Germany, these were the Von Papens, the Von Schleichers, the Hugenbergs. In America, it’s Mitch McConnell, Pence, Murdoch, the majority of the Republican Party. All those who hitched a ride on the monster’s power.

Particularly striking is the climate of fear during both coup attempts. In Germany, confusion reigned from the military defeat, from the excessive demands of the war victors, from poverty and unemployment. And the extreme consequences of the Spanish flu. In America, fierce conflicts about racist murders, poverty, fears of being outperformed by China, and the explosion of COVID 19 dominate. A striking similarity is that in Germany groups of unemployed soldiers brandished weapons, while in America one extreme right group after another do target practice.

Fearful worlds in both cases, in which such a political lie is poison.

Hitler was not the inventor of the stab-in-the-back myth. That was General Erich Ludendorff, who, in the closing months of the First World War, transferred his absolute power to a parliamentary government of social-democrats in Berlin in order to cunningly blame it for the shame of defeat. But the one who was able to subsequently exploit Ludendorffs stab-in-the-back myth with great success was not he himself but his kindred spirit Hitler. When Trump will be stopped can we conclude that his role has been like the role Ludendorff played, not as the establisher of dictatorship, but that of the sly preparer who invented the fatal myth which paved the way into it.

That is why it is historically justified to make a disturbing prediction based on the similarity between the two coups d’état, that of today and that of a century ago.

Even when Trump has disappeared from the scene within a few years, there is a very real danger that a successor will still bring democracy down with the help of his myth of the Stolen Election Victory. Someone like Texas senator and lie repeater Ted Cruz or just Donald Trump Jr. will, if the social anxiety continues, then be able to bring Trump’s creepy legacy to full bloom.

Roel van Duijn is a former Dutch politician and elderman of Amsterdam (1943). In the Sixties he was the founder of the highly influential Provo-movement. Now historian and author of many books, of which the latest is  ‘A son for the Führer, the Nazi Utopia of Julia op ten Noort’ , Van Duijn  is living in Amsterdam and Fulda in Germany.

 

1 2 3