Roel van Duijn - Page 2

Commentaar Roel van Duijn: Angst en waanzin in het Witte Huis

Zal Trump onder het uitroepen van de noodtoestand de toegang tot het Witte Huis voor Joe Biden blokkeren? Roel van Duijn over de strapatsen van een kat in het nauw, en de overeenkomsten tussen Trump en Silvio Berlusconi.

 

Tekst: Roel van Duijn

 

Hoe kan Donald Trump zijn tegenstander zo lang mogelijk uit het Witte Huis houden?

Allereerst probeert hij dat op magische wijze, door zijn aanhang op te zwepen met schokkende beweringen. Allemaal variaties op de bezwering  dat hij de eigenlijke winnaar is en Biden de  zwendelende verliezer. Door dit vele malen daags te herhalen laat hij zijn miljoenenaanhang  popelen om hem recht te doen.

De meeste leiders van de  Republikeinen ondersteunen deze propaganda zwijgend. Minstens tot 6 januari. Op die dag bepalen de uiterst belangrijke verkiezingen in de staat  Georgia of hun partij de baas blijft in de Senaat.

Verliezen zij in Georgia, dan drijft dit kat Trump verder in het nauw en stuwt dit zijn angst en  waanzin nog opwaarts.

De officier van Justitie van het district Manhattan, Cyrus R. Vance jr.,  verheugt zich op de dag dat Trump niet langer de  presidentiële bescherming geniet die hij nu nog heeft. Hij wacht hem grijnzend op. Hij heeft Trump al twee jaar geleden gedagvaard wegens  misdadig financieel gedrag, dat toen nog door de beschuldigde, als  president, kon worden geblokkeerd. Dat weten niet alleen de lezers van de New York Times en dus dreigt er nu voor Trump wel degelijk de schande van een veroordeling en mogelijk zelfs gevangenisstraf.

30 processen

Er wachten hem dan ongeveer 30 processen vanwege  bank- en verzekeringsfraude, belastingontduiking en waarschijnlijk ook van verkrachte vrouwen, terwijl  zijn schuldeisers hem op de hielen zitten en bedragen in de orde van een miljard dollar van hem willen zien. Ook het Mueller-onderzoek over Trumps samenwerking met Rusland kan weer de kop opsteken.  Dit vooruitzicht maakt Trump nu nog onberekenbaarder dan  iemand die gewoon niet tegen zijn verlies kan.

Vertrouwend op de  enorme macht die hij  in deze laatste weken nog altijd heeft, zou Trump opnieuw zijn toevlucht kunnen nemen tot de National Emergenies Act van 1976, die een president in staat stelt de noodtoestand uit te roepen die hem de gewenste  bevoegdheden geeft. Trump heeft dat al eerder gedaan, toen hij zich op deze manier de macht gaf om een greep uit het defensiebudget te doen voor de bouw van zijn muur langs de zuidgrens. Hij heeft dat gedaan met een beroep op de nationale veiligheid, die volgens hem  in gevaar was.  Nu zou hij het kunnen doen in de aanloop naar de  twintigste januari, de onverbiddelijke dag van de installatie van Biden.

Door het gebruik van de noodwet kan hij enkele dagen een extreme spanning  oproepen, waardoor gewelddadigheden kunnen losbarsten. Dat geweld kan hij vervolgens ook weer in naam van de nationale veiligheid gebruiken voor een nieuwe greep naar de noodwet. Bijvoorbeeld om de transitieprocedure te blokkeren. Uiteindelijk zou het hooggerechtshof, bolwerk van Trump, het gebruik van de noodwet moeten rechtvaardigen. Maar als het zover zou komen zal ook het hooggerechtshof daarvoor niet genoeg argumenten kunnen vinden. Het kwaad is dan inmiddels wel geschied: de tegenstellingen tussen rood en blauw worden steeds moeilijker overbrugbaar.

Zakenimperium

Er is in de moderne  geschiedenis geen politicus met wie Trump zoveel gemeen heeft als de Italiaanse ex-premier Berlusconi. Rechts, populistisch en macho.  Lonkend naar racisten en fascisten.  Poetinvrienden. Berlusconi bestuurde Italië als een zakenimperium, precies zoals Trump dat met  de VS  heeft gedaan. Enig verschil is, dat Berlusconi een  vriendelijker karakter had en heel goed kon zingen.

Berlusconi wist zijn veroordeling wegens seksueel misbruik van een minderjarige meisje en omkoping, tot zeven jaar gevangenisstraf, nog terug te draaien tot een taakstraf. Zijn politieke macht had hij uiteindelijk moeten opgeven toen hij uit de  senaat werd gestemd om zijn veroordeling wegens belastingontduiking.  Maar dat nadat Berlusconi drie maal regeringsleider is geweest.

Geen taakstraf

Zal Trump  er in 2024 erin slagen om de regeringsmacht terug te winnen, net als de Italiaan  in 2001 en  2008? Hoezeer Trump ook op Berlusconi lijkt, zo maffioos als Italië is Amerika niet. Het is waar dat er in Italië sinds Berlusconi een sterk populisme heerst, met de Vijf Sterrenbeweging en de uiterst rechtse Salvini. Maar Italië heeft geen partij die zo sterk is als de democratische in Amerika en de rechterlijke  en ambtelijke macht staan daar, ondanks vier jaar Trump, toch sterker overeind. Trump zal er niet met een taakstraf van af komen.

Op de ranglijst van  corrupte landen van Transparency International staat de VS een stuk hoger dan Italië (plaats 22 resp.  52). De officier van justitie in Manhattan laat zich niet omkopen en de kritische media zullen niet zwijgen over Trumps frauduleuze  levenswandel.

Ook in 2024 zal de leugenaar niet terugkeren als president.

Maar zeker in de aanloop naar zijn  val  zal hij, al dan niet met  noodwet,  door wraakzuchtige complottheorieën de democratie nog gevaarlijk ondermijnen.

 

Roel van Duijn, 17/11/2020

 

Waardeer dit commentaar!

Als je dit commentaar waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je een onafhankelijk medium met een eigen geluid zich verder te ontwikkelen.

Mijn gekozen donatie € -

Column Roel van Duijn: Europa is een eiland

Tekst: Roel van Duijn, Amsterdam-Fulda

Waar vind je nog democratie?

Ik bedoel gewoon eerlijke verkiezingen, vrijheid om je mond open te doen en onafhankelijke rechters. Ik denk nu niet eens landen waar de monarchie is afgeschaft of de macht van het geld aan de ketting gelegd is (die laatsten bestaan nog niet). Maar toch: democratie. Nederland, Duitsland en Engeland bijvoorbeeld, waar je je voor goede zaken kunt inzetten zonder grote kans dat je in de gevangenis komt. Ook als zulke acties tegen de belangen van de regering ingaan.

Volgens het Handvest van de Verenigde Naties zouden overal in de wereld de mensenrechten moeten worden hoog gehouden. Dat hebben 51 landen in 1945 zo afgesproken en sindsdien is het door 193 landen ondertekend.

Driekwart eeuw hebben al die landen nu de kans gekregen democratie en mensenrechten alledaags te maken.

Maar waar is dat gelukt?

Eigenlijk alleen in Europa, waar zelfs viruswaanzinnige complotdenkers zich tegen logische maatregelen, om de gezondheid te beschermen, verzetten en hun gang mogen gaan. Ze leveren zelf het omgekeerde bewijs voor hun stelling dat wij in Europa in een dictatuur leven. Ze zijn de stem van Bolsonaro en Loekasjenko en andere virusontkenners, buiten Europa vaak aan de macht, maar hier klinkt diezelfde stem in de sektarische rand. Om zich thuis te voelen zouden ze beter in Brazilië, de USA of Turkmenistan kunnen wonen.

In Europa is de democratie intern begrensd, Polen en Hongarije hebben de onafhankelijke rechter gedumpt en het vrije woord aan de voetklem gelegd. Bulgarije, Roemenië en nog wat landen zijn zo corrupt dat steekpenningen het democratische systeem verminken.

Maar buiten Europa?

In Azië heerst de zwartste dictatuur sinds Hitler. China perfectioneert de onderdrukking van de mensenrechten tot in de puntjes. Vrijwel alle Aziatische staten hebben regeringen die hun eigen macht maximaal opblazen. Tot aan de grenzen van Europa toe.

Nu is het weer Wit-Rusland, waar de regeringsleider bij verkiezingen de uitslag verzint in plaats van de stemmen te tellen en daarvoor de felicitaties van Poetin krijgt. Linkse partijen in Europa, zoals de SP en Die Linke, die ondanks alles Rusland in bescherming nemen, vergeten dat daar een wodka-kapitalisme heerst dat wet en recht in een ijzeren greep heeft.

In Afrika is het niet anders, met dit verschil dat de staat er vaak nog gebrekkig is en minder vaak is uitgerust met een perfect onderdrukkingsapparaat. Zodat autoritair gezag er van tijd tot tijd plaats maakt voor burgeroorlog. Dat geldt ook voor Zuid-Amerika, waar lieden als Maduro in Venezuela en Bolsonaro in Brazilië nog steeds de bevelen uitdelen.

De USA dan?

Ja, non-conformistische Russen en Aziaten mogen nog altijd watertandend denken aan de burgerrechten die in de USA gelden. Trump is er niet in geslaagd de pijlers van de democratie te verwoesten. Maar hij heeft er wel zijn tanden in gezet. De kracht van democratisch gezinde media is verminderd door zijn systematische laster. En het blijft een vloek op de democratie dat een presidentskandidaat die de meeste stemmen van het gehele volk krijgt het toch aflegt tegen de kandidaat die de meeste kiesmannen verovert.

Racisme discrimineert en vreet als gif in de democratie van de USA. Maar waar in de wereld is er minder racisme?

Rollen omgekeerd

Is Rusland rijp voor een zwarte Kaukasiër als president?

Vergeet het maar, er is nu een nieuwe grondwet aangenomen die bepaalt dat Rusland een land eigendom is van het Russische volk, dus van witte mensen en niet van de ‘zwartkonten’, zoals ze genoemd worden. Zou in China een Oeigoer of een Tibetaan president kunnen worden? Je weet het antwoord. Kan in India een lid van de laagste kaste of een Islamiet staatshoofd worden? In die landen wordt geen opstand van de gediscrimineerde volken geduld en is er nauwelijks openbare discussie over hun politieke rechten.

Alleen in Europa is er minder racisme dan in de USA, is mijn stelling. Natuurlijk bestaat er hier discriminatie op de arbeidsmarkt en worden er aanslagen gepleegd op mensen met een andere huidskleur. Maar toch. Het lukt de voorhoede der gediscrimineerden hier en daar door te dringen tot hoopvolle posities en Zwarte Piet zwaait af. Europese regeringen nemen openlijk afstand van hun verleden als slavenhouders. Kritische geschiedschrijving is niet alleen toegestaan, maar wordt aangemoedigd. Dolle politiemachten, zoals Trump die afstuurt op demonstranten tegen racisme, heb ik de laatste tijd in Europa niet meer gesignaleerd.

Het racisme bestaat ook hier, maar het brokkelt af. Racistische groeperingen staan onder verdenking van de geheime diensten. Ook al zijn die zelf geïnfiltreerd door racisten, vergeleken met vroeger zijn de rollen omgekeerd. Het kernland van de Europese Unie, Duitsland, heeft bewust een ongekend aantal vluchtelingen opgenomen zonder op hun huidskleur te letten.

Angst en woede

Europa is temidden van een omsingeling van dictaturen, een eiland van democratie en mensenrechten.
Het worstelt met interne en externe bedreigingen. Europa vertegenwoordigt een slinkende 7 procent van de wereldbevolking. Vingers en vingertjes heeft de Europese Verlichtingsgeest nog bijna op de hele planeet. Ook economische, zoals de gaspijp die via de Oostzee Russisch gas aan Europa moet gaan leveren. Met ook Europees kapitaal, dus zulke projecten zijn machtsmiddelen die gebruikt zouden kunnen worden om democratische politiek te bevorderen.

Maar ons continent is geïntimideerd. Het durft niet meer op te treden tegen de massale arrestaties door Erdogan, tegen de ontrechting van Hong Kong, tegen de Saoedische propaganda in Europese moskeeën, niet echt tegen afbraak van de rechtsstaat in Oost-Europese landen. Waarom zo weinig daadwerkelijke solidariteit met de vrijheidsstrijders in de verstikking om ons heen?

Omdat we bang zijn geen zaken meer te kunnen doen in de dictatuurstaten.

Europa is een eiland. Niet een fort, maar een havenrijk eiland dat in gevaar is. Het maakt mij treurig, maar het is tijd voor woede.

Tijd voor vurige en materiële steun aan de democratische oppositie in al die landen die door terroristische regiems worden beheerst. In China, ook al wordt daar dan geen Duitse auto meer verkocht. In Rusland, ook al sturen hun trollen dan nog meer fake nieuws. Steun aan individuen die voor burgerrechten vechten en daarom gevangen zitten, aan milieugroeperingen en historici die overal in de wereld ongewenste waarheid blootleggen en daarvoor gestraft worden.

Het is tijd voor actie voor individuele burgers van Europa om bondgenootschappen te sluiten met mensen in dictatoriale staten.

Svetlana Tichanovskaja, je denkt toch niet dat wij, nu je de verkiezingen in Wit-Rusland gewonnen hebt en je daarom onder chantage je land hebt moeten verlaten, jou en jouw mensen in de steek laten?

Hup Europa, laat je niet opsluiten op een eiland!

Roel van Duijn was mede-oprichter van Provo, de Kabouterpartij, de Oranje Vrijstaat, wethouder namens de PPR in Amsterdam, mede-oprichter van De Groenen en ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij is auteur van vele boeken, waarvan de jongst verschenen titel Een zoon voor de Führer, de nazi-utopie van Julia Op ten Noort is. Hij is vaste columnist van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap.

We waren gewaarschuwd

Roel van Duijn over de lakse politiek die waarschuwingen uit de wetenschap voor levensgevaarlijke virusaanvallen heeft genegeerd en de politieke munt die nu uit dit falen wordt geslagen door Trump, Poetin, Hsi Jinping en Orbán.

Roel van Duijn was o.m. oprichter van Provo en de Kabouters, was wethouder in Amsterdam namens de PPR, oprichter van De Groenen en werd in 2001 ook nog eens Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij is auteur van vele boeken, waarvan de laatst verschenen titel ‘Een zoon voor de Führer’ is, over de nazi-jonkvrouwe Julia op ten Noort (2018). Hij is vaste columnist van De Republikein.
Tekst: Roel van Duijn

Is de coronacrisis de stilstand van de geschiedenis?

Ik zit in een cirkel van anderhalve meter, die slechts betreden wordt door een driepotige kater die onder een auto gezeten heeft.

Nog een jaar? Nog twee jaar?

Spookbeelden rijzen op. Er worden vergelijkingen gemaakt met de Spaanse griep, die meer slachtoffers om zich heen gemaaid heeft dan de Eerste Wereldoorlog. In paniek grijpen we naar boeken over de middeleeuwse pest. Of over – wat het allerergste schijnt te zijn – een nieuwe economische recessie.

Onvoorbereid waren wij niet.

Ik herinner mij dat ik in 1970, een halve eeuw geleden, een boek gelezen en besproken heb waarin dringend is gewaarschuwd. Population, Environment, Resources van Paul R. Ehrlich en zijn vrouw Anne H. Ehrlich. Hij was hoogleraar biologie en ecologie aan de Universiteit van Stanford en het boek is verschenen in het land waar nu de meeste dodelijke slachtoffers vallen van de pandemie. Die zij zagen aankomen.

‘De mogelijkheid van een wereldwijde epidemie is nooit groter geweest, maar het menselijke besef van deze dreiging is waarschijnlijk nooit kleiner geweest’ (p. 149). Dat komt, weten zij dan al, omdat de mensen nog nooit zo mobiel zijn geweest, zij hoppen in een paar uur van het ene continent naar het andere.

Het spontane ontstaan van dodelijke virussen en hun aanval op de mensheid zijn extreem gevaarlijk, waarschuwen de twee. In 1970, meer dan dertig jaar voor de Sars-uitbraak van 2003.

Zij wijzen er op dat het massaal samenklitten van mensen in grote steden de ontwikkeling van een virusepidemie kan vergroten. ‘Als een speciaal heftige stam van een griepvirus de kop opsteekt is het hoogst twijfelachtig of de Verenigde Staten en andere ontwikkelde landen snel genoeg vaccin zullen kunnen produceren om de meeste mensen te kunnen redden’.

Daarmee hadden de auteurs al direct twee belangrijke oorzaken genoemd van de epidemische verspreiding van virusaanvallen. De uit de hand gelopen bewegelijkheid van mensen over de aardbol en het samenhokken in monsterlijk grote steden.

Was er op dat moment nog geen ervaring met griepepidemieën? In 1967 was er een griepepidemie in Amerika geweest. En toen de epidemie het volgende jaar terugkwam veroorzaakte die meer dan vier maal zo veel slachtoffers. Geleerd van de vorige epidemie had men niet.

Ook de achteloze omgang met opgehokte dieren noemen de schrijvers als oorzaak. In 1967 was er een uitbraak van een onbekende virusziekte onder fluweelapen in laboratoria in het Duitse Marburg. Dat veroorzaakte ziekte bij de laboranten, zeven medewerkers stierven. Volgens de schrijvers hebben we geluk gehad dat het virus uitbrak in een laboratorium, waar de oorzaak snel kon worden ontdekt.

Een andere verbazend actuele vraag van de vooruitziende schrijvers: ‘Wat zou er gebeuren als Amerika zou worden blootgesteld aan een virusepidemie die massa’s zieke arbeiders van hun werk zou houden en de niet-geïnfecteerden zou dwingen thuis te blijven, of de steden te ontvluchten?’

Dan zouden honger en winterkou de kop op kunnen gaan steken, als gevolg van het uitvallen van wezenlijke functies.

En dan stellen zij de laatste vermoedelijke oorzaak al aan de orde: klimaatverandering. ‘Verandering van het klimaat zou onvermijdelijk de ziektepatronen veranderen, want de lengte van de tijd dat virussen aanstekelijk zijn, hangt gedeeltelijk samen met de vochtigheidsgraad.’

Noch in Amerika, noch in Europa is er op deze wijze woorden gereageerd. Alle genoemde oorzaken van een virale pandemie zijn alleen nog bevorderd. Méér mobiliteit, nog grotere steden, nog intensievere veehouderij, en klimaatverandering. Economische groei bleef de onverbiddelijke prioriteit.

In Taiwan was men paraat toen onlangs de corona-epidemie in China uitbrak en Taiwan heeft het heelhuids overleefd. Daar was de boodschap van de Ehrlichs doorgedrongen.

De waarschuwing van de Ehrlichs hebben onze regeringen langs zich heen laten gaan, zelfs na de Sars-epedemie van 2003. En nadat deze waarschuwingen later door experts vele malen herhaald zijn.

Haaien onder het virus

Maar kijk eens wat er onder de verdoving van de paniek gebeurt.

Dictators ruiken hun kans. Orbán, de topaap in Hongarije, heeft voor onbepaalde tijd de macht gegrepen, met uitschakeling van het parlement. Dekmantel: nodig om corona te bestrijden. Net als Poetin heeft hij zichzelf de macht gegeven om journalisten die niet ‘correct’ bericht geven hard te straffen. Europa grijpt niet in. Het Europees gerechtshof zou deze Hongaarse wetgeving kunnen opschorten, maar dat is theorie. Het moet dan eerst worden aangespoord door de Europese Commissie. Maar de voorzitter daarvan, Von der Leyen, is gekozen met de steun van Hongarije en Polen en zij wil blijkbaar een harde botsing met die twee landen vermijden. Polen en Hongarije steunen elkaar in hun afbraak van de rechtsstaat en gezien de unanimiteitsregel voor de lidstaten, die in de EU geldt, maakt zo’n ingreep in Hongarije weinig kans. En wat zien we bij de verdeling van de coronagelden die nu aan de lidstaten worden uitgekeerd? Nota bene Hongarije krijgt van Von der Leyen ruim twee maal zoveel als Italië. 5, 6 miljard euro tegen 2,3 miljard euro en dit ondanks het feit dat Hongarije nauwelijks getroffen is door de pandemie.

Haai Trump grijpt zijn kans om eerst, bij de uitbraak, de verantwoordelijkheid van gouverneurs van de deelstaten te benadrukken en vervolgens, als hij het in z’n hoofd krijgt dat het beter gaat, probeert hij hen buiten spel te zetten. Door onberaden de economie weer in volle vaart te willen brengen.

De nationalisten in Europa winnen veld. Men scheldt dat de EU niets tegen corona doet, maar gaat daarbij voorbij aan het feit dat de EU op het gebied van gezondheid, evenmin als op het gebied van binnenlandse zaken van de lidstaten, geen bevoegdheden heeft.

Trump grijpt zijn kans om de grote bedrijven in zijn land op ongehoord hoge bedragen te trakteren. In Europa gebeurt hetzelfde. De Nederlandse luchtbaartmaatschappij KLM krijgt enorme staatssteun, terwijl het een van onze grootste vervuilers en klimaatverpesters is. Lufthansa wil graag dit voorbeeld volgen.

Achter het rookgordijn
En wat voor spel spelen China en Rusland achter het rookgordijn? De dictaturen verzwijgen hun eigen falen op coronagebied, maar proberen de pandemie wel propagandistisch te gebruiken. Vanuit Rusland is fake nieuws verspreid als zou de VS het virus als biologisch wapen in China hebben binnen gesmokkeld. Of dat het virus verspreid is door een samenzwering van westerse farmaceutische fabrieken die op deze manier hun zakken zouden willen vullen. Ook China laat ons er in tuinen. De ontdekker van het virus , dokter Li Wenliang, is door president Hsi Jinping als ‘geruchtenverspreider’ het zwijgen opgelegd en de Chinese getallen over doden en geïnfecteerden stellen de werkelijkheid mooier voor.

Ondertussen doen China en Rusland wat ze kunnen om door propagandistische hulp aan bedreigde landen hun greep op de wereld te versterken. China ‘helpt’ Servië. Maar in het oosten slaat het zijn slag en in Honkong arresteert het de leiders van de democratiebeweging en in de Zuid-Chinese Zee treedt het agressief op.

Rusland ‘helpt’ Italië en springt zelfs Amerika bij met materialen. Om van de sancties af te komen, sancties die terecht zijn opgelegd wegens oorlogsvoering tegen Oekraïne.

In Azië heeft Taiwan laten zien hoe een democratische samenleving de epidemie de baas kan blijven. Al direct na de eerste berichten uit de Chinese brandhaard Wuhan heeft het land alert gereageerd door de massa’s die van China naar Taiwan reisden bij de grens te controleren op 26 virussen. En op koorts.

Het land reageerde dus eerder op het naderend gevaar dan China zelf en met groot succes. Ze stonden klaar, met de thermometer in de hand. Met controlerende apps, met mondkapjes en testmateriaal. Op het moment dat ik dit schrijf zijn er op Taiwan nog maar zes doden gevallen. Snel en transparant reageren helpt dus geweldig. Dat maakt ook dat Duitsland het in Europa beter doet dan de andere ˜Europese landen. Wat Taiwan en trouwens ook Hongkong, Zuid-Korea en Singapore heeft geholpen is het snelle invoeren van het mondkapje, dat verspreiding tegengaat en ook een beetje bescherming biedt.

Nee, er is zeker geen stilstand in de geschiedenis. De haaien slaan toe om misbruik te maken van de verwarring. En wij zijn sloom en naïef geweest. Hadden we maar de oorzaken aangepakt en hadden we maar meteen de reizigers uit China, Italië, Oostenrijk, New York, etc. getest.

Hadden we maar naar Taiwan gekeken!

Dit artikel komt uit de speciale Corona-editie van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap, die 1 mei is verschenen. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Population, Environment, Resources van Paul R. Ehrlich en Anne H. Ehrlich.U itg W.H.Freeman & Company, San Francisco

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en dat wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je ons nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

Republiek Amsterdam contra het Oranje-huis

/

VERS VAN DE PERS

Blijf immuun voor het kroon-virus en lees het nieuwe nummer van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. Paul Damen schrijft over eeuwen strijd tussen Mokum en Oranje. Wat resteert veertig jaar na Geen Woning, Geen Kroning nog van de republiek Amsterdam? En wanneer krijgt Amsterdam het stadspaleis op de Dam terug?

Een verse column van Gerard Aalders over het gehossel met het regeringsvliegtuig door Willem Alexander en Rutte, die hun privéreis naar de Bilderberg in Montreux onterecht afschoven op de belastingbetaler. Ridder van Oranje Nassau Roel van Duijn schrijft over de geneugten van een lintje, kunstenaar Fredie Beckmans legt zijn paleisverbod uit, Thom de Lagh ontmoette ex-krakerskoning Rooie Pietje, die afscheid neemt van zijn stad. Ries Roowaan over de republikeinse inborst van Harry Mulisch, August Hans den Boef dook in het werk van Multatuli en trof daar tal van verwensingen aan het adres van het ‘wormstekige huis van Oranje’. Maurits van den Toorn over de mislukte aanslag op Amsterdam door stadhouder Willem II.
Manuel Kneepkens over de gevolgen van een niet-rechtszaak: het besluit van premier Den Uyl over Bernhard niet te laten vervolgen wegens de steekpenningen die hij van Lockheed en Northrop had aangenomen sloeg een gat in de rechtsstaat.
Anton van Hooff herschrijft de Grondwet op republikeinse leest.
Van het republikeins front: de geboorte van de Partij voor de Republiek.
Boekrecensie: Katholiek in de Republiek van Catarina Lenarduzzi.
Plus: Nationaal Monument op de Dam dubbel fout, Thomas von der Dunk over koninklijke inteelt en Ries Roowaan over Europa na de brexit.

Plus: de Blik van Joep Bertrams, illustraties van Gabriel Kousbroek.

Nr. 1/2020 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Podcast: Roel van Duijn over het Oranje-Comité De Parel van de Jordaan

/

In de nieuwe Podcast van tijdschrift De Republikein vertelt ex-Provo Roel van Duijn over de protesten in Amsterdam anno 1966 tegen het huwelijk van Beatrix met Claus, die door zijn verleden bij Wehrmacht en Hitler-Jugend niet geschikt werd geacht als gemaal van de toekomstige Nederlandse koningin. Het alternatieve Oranje-Comité De Parel van De Jordaan sprak een woordje mee in de wereldpers.

Voorbij Trump, met Sjoerd de Jong over Gonzo in het Witte Huis & Els de Groen over Europees Trumpisme

VERS VAN DE PERS

De Trump-special van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, recht & burgerschap. Over de nachtmerrie waarin de Amerikaanse politiek is beland, een verkenning van Trumpisme en narcistisch leiderschap in Europa en recepten tegen het extreem-rechtse reveil.

Sjoerd de Jong las het spraakmakende boek Freak Kingdom. Hunter S.Thompsons Manic Ten Year Crusade Against American Fascism, waarin Timothy Denevi de in 2005 overleden journalistieke outlaw Hunter S. Thompson neerzet als een profeet van het Trump-tijdperk en tegelijkertijd als degene die al dit onheil had kunnen voorkomen als hij niet voortijdig een eind aan zijn leven had gemaakt. ‘Stel dat de legendarische gonzo-journalist nog had kunnen twitteren’, aldus de Jong, ‘had hij dan met een stroom woeste berichten van 180 tekens, getikt in het holst van de nacht en in walmen van drank en hasj, kunnen voorkomen dat Donald Trump president was geworden? Was impeachment dan niet nodig geweest? Had het gekkenhuis waarin Amerika door toedoen van de maniak-president is beland, compleet met geraas en getier over landverraad, spionage en burgeroorlog, kunnen worden voorkomen?’ Timothy Denevi lijkt het te geloven, maar De Jong toont zich minder overtuigd. Er zat meer Trump in Thompson dan men zou hopen, en in feite deed met Donald Trump Gonzo zijn intrede in het Witte Huis. De Jong breekt een lans voor de klassieke onderzoeksjournalistiek: ´Feit is dat Thompson allang school heeft gemaakt, ook in Nederland. Kranten en sites staan bol van journalisten die hun ik beschouwen als het beste knaapje om hun bloedstollende verhaal aan op te hangen. Of die als mini-Thompsons de lezer vergasten op gesjochten ontboezemingen over hun seks, drank-en drugsleven – en over de prangende vraag wie ze een racist, fascist, Gutmensch of gewoon een lul vinden. Zet Twitter op een kier en het gebrul en gejank komt je tegemoet van bloggers die zich als bronstige bavianen op de borst staan te roffelen om zich dan weer jammerend eigenhandig aan het kruis van het vrije woord te spijkeren. Tourette is in die wereld geen aandoening, maar een diploma. Dus méér gonzo, tegen de Über-gonzo in het Witte Huis? Nee, dank u´.

Boris Johnson in het Verenigd Koninkrijk, Viktor Orbán in Hongarije, Bojko Borisov in Bulgarije, Thierry Baudet in Nederland en de rij gaat nog veel verder. Maakt het Trumpisme school in Europa? Ex-Europarlementariër en schrijfster Els de Groen ging op zoek naar de Trumpisten van Europa en doet tegelijkertijd een poging tot definitie van dit politieke fenomeen. Een Trumpist, aldus De Groen, is een narcist in een leidinggevende functie. `Zoals een populist de spreekbuis wordt van een groep en groepsbelangen nastreeft en een verlicht despoot het algemeen belang wil dienen door ieders spreekbuis te zijn, zo laat een Trumpist zich leiden door eigenbelang: het enige belang dat hij kent´. Maar een narcistische leider is een contradictio in terminis. ´Het gaat om mensen met een persoonlijkheidsstoornis die anderen manipuleren, maar die op hun beurt ook weer gemanipuleerd kunnen worden door krachten achter de schermen.´

De Italiaanse dichter en mensenrechtenactivist Roberto Malini legt uit wat de Italiaanse Trump-kloon Matteo Salvini, alias ´Selfini´, beweegt: tomeloze geldingsdrang van een lege persoonlijkheid. Salvini is zeker schatplichtig aan Mussolini, die net als hij gaarne zijn viriliteit tentoonstelde in zwembroek aan het strand. ´Ondanks de lessen van beide Wereldoorlogen is Europa nog steeds gevoelig voor de propaganda van narcisten in badkleding´, waarschuwt Malini. ´Net als Mussolini benadrukken populisten en nieuw rechts de waarden van vaderland en familie, nationale tradities en “heilige grenzen”. Ze presenteren zichzelf als de vertegenwoordigers van het gewone volk en in hun vaak schreeuwend voorgedragen speeches oreren zij over rechtvaardigheid, justitie en zelfs religie. Salvini kust publiekelijk de rozenkrans en smeekt de bescherming af van de heilige maagd voor zijn politieke programma’s. Moe van slechte politiek, corruptie, de crisis van de ideologieën en waarden, raakt een toenemend percentage van burgers in de ban van zulke verhalen, gebracht door iemand die zij zien als „een man uit één stuk“. Zo verandert narcisme van een individuele conditie in een algemene, collectieve toestand´.

Gijs Korevaar sprak met de Nederlandse politicoloog Cas Mudde, die doceert aan de Universiteit van Georgia, en onlangs zijn boek The far right today presenteerde, waarin hij methoden aandraagt om de overheersing van het extreem-rechtse discours in de huidige politieke verhoudingen te doorbreken. In de ogen van Mudde is het grootste probleem van deze tijd het ideologische vacuüm waarin de liberale democratie verkeert. Tegenover het rechts-radicale geluid staat nauwelijks een aanlokkelijk alternatief. Mudde betoogt ook dat Donald Trump veel minder de outsider is in zijn eigen Republikeinse Partij dan velen vermoeden. Mudde: ‘Het is absoluut niet waar dat Trump de Republikeinse partij heeft gekidnapt. Hij werkt precies de agenda van rechts af. Republikeinen storen zich misschien wel aan zijn tweets en aan zijn vulgaire taalgebruik, maar ze zijn het wel eens met wat hij doet.´

Maurits van den Toorn verdiept zich in het fenomeen van de impeachment in de VS. Impeachmentprocedures kunnen voor praktisch alle publieke ambten worden gevoerd, zowel op federaal als op staatsniveau. Dat heeft de afgelopen twee eeuwen enkele tientallen keren tot afzettingen van rechters, ministers en gouverneurs geleid. Zo heel uitzonderlijk is de procedure dus niet, maar er is nog nooit een Amerikaanse president door een impeachment afgezet. Van den Toorn: ´Tot dusverre is er ook nog maar vier keer een impeachmentprocedure tegen een president in gang gezet: tegen James Buchanan in 1860, tegen Andrew Johnson in 1868, tegen Richard Nixon in 1974 en tegen Bill Clinton 1998. Bij Buchanan werd in 1860 een onderzoek gestart, maar ondanks de corruptie in zijn regering werden geen impeachable offenses gevonden; er kwam dus geen formele impeachment. Bij Johnson gebeurde dat wel (wegens misbruik van het ambt), maar de benodigde twee derde meerderheid in Senaat werd nét niet gehaald. Bij Nixon liep het onderzoek naar impeachable offenses, maar voor een formeel besluit kon worden genomen om daadwerkelijk over te gaan tot impeachment, hield hij de eer aan zichzelf en stapte op. Clinton kreeg geen impeachmentprocedure aan de broek wegens zijn gerommel met stagiaire Monica Lewinsky, zoals vaak wordt gedacht – dat was vooral een kwestie van slechte smaak – maar omdat hij tijdens het onderzoek daarnaar onder ede had gelogen en de rechtsgang had belemmerd. Uiteindelijk haalde het voorstel in de Senaat niet eens een meerderheid. Als overigens één Amerikaanse president een impeachment had “verdiend”, dan is het wel Ronald Reagan vanwege de Iran-Contra-affaire´.

Jelle Jeensma las zes in Nederlandse vertaling verschenen boeken vol explosieve en meestal anonieme getuigenissen die samen een onthutsend beeld schetsen van de meest controversiële president in de geschiedenis van de Verenigde Staten. In de boeken van Michael Wolff, Bob Woodward, James Comey, Craig Unger en Luke Harding blijkt de Amerikaanse politiek in een nachtmerrie beland. Het Witte Huis is in de greep van sjoemelende sjacheraars, Russische maffiosi, uitgerangeerde generaals en een president die regelmatig in razernij vervalt. Boerenslim is Trump wel. Op een doortrapte manier speelt hij de kongsi’s in zijn omgeving uit. Verdeel en heers is zijn adagium. Woodward citeert een paar keer een uitspraak van Trump: ‘Echte macht is angst’. Als Michael Wolff tegen Trump’s gewezen vertrouweling Steve Bannon zegt dat Trump kwetsbaar was omdat hij veertig jaar de baas was geweest van wat steeds meer een semi-criminele onderneming bleek te zijn, zegt die grinnikend: ‘Ik denk dat we “semi” wel kunnen laten zitten´.

Waar Lyndon B. Johnson, Richard Nixon en vooral ook George W. Bush immer konden rekenen op harde protestsongs vanuit de Amerikaanse tegencultuur, blijft het bij Donald J. Trump tot nu toe beangstigend stil uit die hoek. August Hans den Boef schrijft over een mooie traditie waar de klad in kwam, en behandelt onder meer Country Joe & The Fish, The Fugs, Frank Zappa and The Mothers of Invention en Neil Young, die speciaal voor George W. Bush het lied Let´s Impeach The President schreef, maar in het geval van Donald Trump tot nu toe mysterieus stil bleef. Ligt dat wellicht aan het feit dat de Canadese bard enige jaren terug nog in zaken wilde gaan met zijn toenmalige fan Trump, die tijdens zijn rally´s ook nog eens Youngs Keep On Rocking In The Free World door de stadions laat galmen?

In een column buigt Ries Roowaan zich over de echte Amerikaanse nachtmerrie: het eten in hotels. ´Het ontbijt bestaat in de regel uit eieren in diverse schijngestalten, fruitsalade uit blik, ranzige bacon, cornflakes, wit toastbrood, slappe koffie, aardappelen, onduidelijke worstjes en nog wat culinaire wangedrochten – een ensemble dat zich het beste laat omschrijven als een parodie op het Engelse ontbijt. Het servies en de koffiekopjes zijn van piepschuim. Voor het snijden, lepelen en prikken is de hotelgast aangewezen op vliegtuigbestek en staat voor de uitdaging met een slap plastic mes gekoelde boter op gammel toastbrood te smeren. Het is wel makkelijk opruimen: alles gaat gewoon in de vuilnisbak. Afwassen drukt immers slechts op de winst´. En dan hebben die arme Amerikanen ook nog eens de duurste gezondheidszorg ter wereld.

Hoe krijg je een uiterst stabiel genie aan het wankelen, vraagt Ricus van der Kwast zich af. Hij vreest dat de obsessie van de kritische media voor Trump het omgekeerde effect heeft. Hoe meer hij wordt bespot, des te sterker hij wordt. En dus bepleit hij een andere aanpak. ‘Trump moet meer geprezen worden, juist door zijn tegenstanders. Niet overdreven, maar gemeend, want af en toe geeft een beslissing, een grap of een gebaar van hem daar best aanleiding toe. Het zal hem uit zijn evenwicht brengen. Nuances nemen de wind uit zijn zeilen. Zonder strijd, zonder wraakgevoelens, zonder media-aandacht is The Donald als een vis op het droge. Hij zal langzaam wegkwijnen. Misschien trekt hij zich zelfs eigener beweging terug‘.


EN VERDER IN DIT NUMMER

Is het haalbaar een oordeel van de rechter uit te lokken over de vraag of de Koning te veel (onverenigbare) bevoegdheden heeft? Die vraag legde het Republikeins Genootschap voor aan de jonge jurist Ewout Jansen, ex-adviseur van de Hoge Raad en ook bekend als cabaretier. Tegenover De Republikein licht Jansen zijn onderzoek toe. Hij wijst erop dat de Koning voorzitter is van de Raad van State, die de regering adviseert over wetgeving. Daarnaast staat de Koning aan het hoofd van de regering. Jansen: ‘Als voorzitter van de Raad van State adviseert de Koning dus zichzelf. Bovendien benoemt en ontslaat de Koning de leden van de regering. Ook alle rechters in Nederland moeten worden benoemd en ontslagen door de Koning. Daarnaast is de Raad van State – behalve een adviesorgaan over wetgeving – ook de hoogste bestuursrechter in Nederland’. Hij concludeert: ‘Wie niets weet van de theorie en de praktijk van Nederlandse staatsinrichting en enkel de Grondwet leest, kan niet anders dan concluderen dat de Koning de absolute macht heeft in Nederland´.

In zijn redactionele inleiding staat De Republikein-hoofdredacteur René Zwaap stil bij de indrukwekkende rede die hoogleraar vergelijkende wetenschapsgeschiedenis Wijnand W. Mijnhardt hield bij zijn afscheid van de Universiteit van Utrecht. Mijnhardt bepleitte bij die gelegenheid eerherstel voor de Bataafse Republiek en reanimatie van het republikeinse gedachtengoed in Nederland. Mijnhardt: ´Ik droom vaak hoe mooi het zou zijn ons opnieuw te laten inspireren door de rijkdom van een opgefrist laat achttiende-eeuws vaderlands republikanisme en het koekoeksjong van de liberale monarchie uit ons nest te verbannen. Behalve geraffineerde dynastieke politiek en eigenbaat, respectloze omgang met constituties en vluchtig, als nationale symboliek verpakt volksvermaak, heeft de Oranjemonarchie ons weinig gebracht en bij een sociaal republikanisme hebben we veel te winnen.’ Zo’n oproep mag niet onbeantwoord blijven, aldus Zwaap. ´Daarom zal De Republikein in de eerstvolgende editie een aanzet leveren tot zowel een republikeinse Grondwet als tot een beginselprogramma van een nieuwe republikeinse partij in de lijn van Mijnhardt. Mis het niet!´

In zijn vaste column voor De Republikein staat Roel van Duijn stil bij het 50-jarige jubileum van de Kabouterbeweging, die in Amsterdam met de Kabouterpartij in 1970 zijn intrede maakte in de gemeenteraad en ook de Oranjevrijstaat in het leven riep, vrij van koningshuis en consumptiemaatschappij. De boodschap van de Kabouters heeft niet aan zeggingskracht ingeboet en maakt anno 2019 internationaal school.

Incompetentie is de koning van de doofpot, aldus de analyse van onze huisjurist H.U. Jessurun d´Oliveira van de estafette van lek- en lakschandalen bij de diverse Haagse departementen, waar ambtenaren die uit de school klappen over misstanden op de ambtelijke werkvloer worden beschuldigd van schending van het ambtsgeheim en worden verketterd. Inmiddels haalde minister Grapperhaus van Justitie bakzeil met zijn voornemen om een ambtenaar die had gelekt over onrechtmatige beïnvloeding van het WODC te vervolgen. Jessurun d´Oliveira neemt het voor de klokkenluiders op. Sterker nog: ´Ambtenaren hebben soms de plicht aangifte te doen van ambtsmisdrijven‘. Hij gaat ook in op de schandalen rond de onrechtmatige stopzetting van kinderopvangtoelagen bij de Belastingdienst en bij de verdachte toestanden op Buitenlandse Zaken, waar ambtenaren weer niet genoeg weglakten uit WOB-documenten, zodat plotseling bekend werd dat het ministerie strijdgroepen in het buitenland ondersteunt die volgens het Openbaar Ministerie als terroristische organisaties worden gebrandmerkt.

In zijn vaste column voor De Republikein verdiept historicus Gerard Aalders zich ditmaal in de mededeling van de Rijksvoorlichtingsdienst dat de koning op buitenlandse handelsmissies de ene na de andere miljardenorder binnensleept voor het nationale bedrijfsleven.

Ries Roowaan schrijft over Nigel Farage, de Britse Trump-kloon die de Britten opscheepte met Brexit, maar wiens eigen politieke loopbaan dankzij het districtenstelsel nooit verder reikte dan het Europees Parlement.

Waarom hullen officieren van justitie, verdedigers en rechters zich nog steeds in middeleeuwse geleerdenkleding? ´Uit die toga´s!´, bepleit classicus Anton van Hooff. ´In de openbare ruimte dienen uniformen ter (h)erkenning van gezagsdragers, maar in de rechtszaal is geen misverstand mogelijk. Daar leiden de toga’s tot een misplaatst afdwingen van respect en het misverstand dat aanklagers en advocaten tot de rechterlijke macht behoren´.

In de rubriek Appeltjes van Oranje aandacht voor de erotische escapades van Prins Hendrik, de grootste schuinsmarcheerder die het Nederlandse koningshuis heeft voortgebracht. Het seksschandaal rond de Britse prins Andrew verbleekt bij de levenswandel van prins Hendrik, die zich niet alleen bediende van prostitue(e)s van beiderlei kunne, maar zich ook nog eens vergreep aan de jeugdige padvinders waar hij als erevoorzitter van de Nederlandse scouting makkelijk toegang toe had. ´Het leven van prins Hendrik was één groot seksschandaal´.

‘Impeach de koning!’ In zijn vaste column buigt Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen zich over de wenselijkheid dat de Nederlandse Grondwet zou voorzien in een afzetclausule voor de koning. Willem-Alexander voldoet royaal aan de voorwaarden: ´Hij vangt dubbele inkomsten voor zijn meubeltjes, declareert verkeerd, maakt misbruik van hem ter beschikking staande gebouwen en voertuigen, verkoopt staatseigendom voor eigen gewin, enzovoort. Iedere andere burger dan de koning zou voor dergelijke vergrijpen gegarandeerd voor schut gaan´.

Twee boekbesprekingen completeren dit nummer. Maurits van den Toorn bespreekt Mathijs van de Waardts biografie van Dirk Donker Curtius, De man van 1848. Donker Curtius (1792-1864) was zowel een politieke straatvechter als een heer, zowel een republikein als een vertrouweling van koning Willem II. Zijn bijdrage aan het slagen van de Grondwet van 1848, die de absolute monarchie aan banden legde, werd schromelijk onderschat ten gunste van de mythe rond Thorbecke, maar Van de Waardt vult deze lacune voorbeeldig op.

Paul Damen las Rutger Bregmans De meeste mensen deugen met stijgende ergernis. ´Bregmans boek doet nogal denken aan een aflevering van Discovery Channel´, merkt hij op. ´Na Bregmans boek is mij nog steeds niet duidelijk welke mensen deugen, en waarom. Alleen weet ik wél: dit boek deugt voor geen donder´.

Plus: de Blik van Joep Bertrams, illustraties van Gabriel Kousbroek en cartoons van Ardy Beld.

Nr. 4/2019 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Duitse demonen, de premature promotie van Ad van Liempt, Máxima contra de mensenrechten

Verrijkt met vaste columns van niemand minder dan historicus Gerard Aalders (uitverkozen tot Republikein van het Jaar 2018) en de legendarische politieke vernieuwer Roel van Duijn (oprichter van Provo, de Kabouters, Oranje Vrijstaat, De Groenen en auteur van een imposant oeuvre) presenteert kwartaaltijdschrift De Republikein – het snelst groeiende tijdschrift van Nederland – nr. 3 van alweer de 15e jaargang. Aalders behandelt de fiscale mores van de Oranje-clan en signaleert dat Máxima als grootgrondbezitter in Argentinië al behoorlijk is geïntegreerd bij haar zuinige schoonfamilie.

Veel aandacht deze keer voor Duitsland, het land dat als geen ander beslissend is voor de toekomst van Europa. Honderd jaar na de oprichting van de republiek van Weimar, tachtig jaar na het begin van de Tweede Wereldoorlog en dertig jaar na de Val van de Muur lijkt de politieke doos van Pandora weer te openen bij de oosterburen. Is de moord op CDU-politicus Walter Lübcke door een aanhanger van Alternative für Deutschland het startsein voor een nieuwe Duitse tragedie? Of weet het land zich ook na het vertrek van Angela Merkel te handhaven als de middelpuntvliedende kracht van een humanistisch en klimaatvriendelijk Europa? Dat zijn de vragen waar een keur van auteurs zich in dit nummer aan waagt.

De hechte band tussen het voormalige keizerlijke huis Hohenzollern en Hitler staat weer volop in de schijnwerpers met de claim die prins Georg van Pruisen van de Hohenzollern-clan legde op tal van paleizen en kunstvoorwerpen in bezit van de Duitse overheid. De Hohenzollerns eisen restitutie van door de DDR onteigend bezit. Zo vordert prins Georg eeuwig woonrecht voor zijn familie van het paleis Cecelienburg in Potsdam, het 174 kamers tellende slot waar in 1945 met de conferentie van Potsdam de toekomst van naoorlogs Duitsland werd bezegeld. De Duitse wet laat voor de claim echter geen ruimte als bewezen kan worden dat het Pruisische vorstengeslacht een vitale rol speelde in het Derde Rijk. Volgens de gerenommeerde Duitse historicus Stephan Malinowski, auteur van een standaardwerk over de samenwerking tussen de Duitse royalty en de NSDAP, leidt het geen twijfel dat de Hohenzollerns een belangrijke steunpilaar waren voor Hitler. De historicus werd echter door prins Georg, de achter-achter-kleinzoon van de laatste Duitse Kaiser Wilhelm II, voor de rechter gedaagd, net als de regering van de deelstaat Brandenburg, dat de eerste claim van de prins à raison van 1,2 miljoen euro had afgewezen. Beide processen moeten nog voor de rechter worden uitgevochten. Daarmee wordt de positie van de Duitse royalty in het Derde Rijk straks inzet van een grote juridische krachtmeting, schrijft hoofdredacteur René Zwaap van De Republikein. In hetzelfde artikel aandacht voor het huis van Lippe, het Duitse adellijke geslacht dat met 21 nazi’s in de gelederen gerust als Hitlers hofleverancier kan worden gezien. Een van hen was de latere prins der Nederlanden Bernhard zur Lippe-Biesterfeld, die volgens naspeuringen van auteur Albert van der Schoot nog lid was van de NSDAP toen hij op 5 januari 1937 in Den Haag in Den Haag zijn aanstaande huwelijk vierde met kroonprinses Juliana. Van der Schoot onderzocht in zijn boek Kapitein Walther Boer en het galaconcert hoe het toch mogelijk was dat tijdens deze plechtige viering het nazistische Horst Wessellied ten gehore kon worden gebracht door het Haagse Residentieorkest, terwijl de Duitse gasten de Hitler-groet brachten. Volgens Van der Schoot is er maar één conclusie mogelijk: het was koningin Wilhelmina zelf die het groene licht gaf voor deze Nederlandse knieval voor het Derde Rijk. Ook ontdekte Van der Schoot dat niet alleen dirigent Peter van Anrooy, maar ook Sam Swaap, de joodse concertmeester van het residentieorkest, openlijk heeft geprotesteerd tegen het spelen van het nazilied.

In zijn debuut als vaste columnist van De Republikein buigt Roel van Duijn zich over de mogelijkheid dat Duitsland straks een groene kanselier krijgt. ‘Het zou een wonder zijn als het in dit land lukt, maar alles wijst erop dat dit wonder dichterbij komt’, schrijft Van Duijn. Hij heeft ook een tip voor de persoon die Merkel namens de Grünen zou kunnen opvolgen: de trefzekere voorzitter van de fractie in de Bondsdag, Katrien Goering-Eckhardt.

De moord op CDU-politicus Walter Lübcke doet het ergste vrezen voor de status van naoorlogs Duitsland als humanitair en democratisch gidsland, schrijft voormalig europarlementariër en auteur Els de Groen. In Dresden en Chemnitz ontluikt een neofascisme dat de stabiele armoe van Honecker idealiseert. De Groen wijst op de gevaren van de ‘Ostalgie’ en staat stil bij de moord op Lübcke, die bekend stond om zijn ruimhartige houding jegens vluchtelingen. Els de Groen: ‘Het is de eerste naoorlogse politieke moord in Duitsland uit rechts-extreme motieven. Duitsland huivert. In het gepolariseerde klimaat – voor en tegen migratie – lopen de spanningen op. Eigenlijk is er sprake van een dubbele crisis. Klimaat als luchtgesteldheid lijdt onder overconsumptie door mensen die het goed hebben, terwijl het sociale klimaat te lijden heeft onder migratie van mensen die het slecht hebben. Het zijn kwesties die bij voorkeur samen opgelost moeten worden, maar dat vereist een Wende veel ingrijpender dan die uit 1989’.

In een kingsize verhaal van schrijfster Katarina Holländer wordt de lezer meegenomen naar begraafplaats Friedrichsruh in de gemeente Aumühle bij het Saksenwoud, alwaar het mausoleum van de ‘IJzeren Kanselier’ Otto von Bismarck dwars door de decennia heen een magische aantrekkingskracht heeft uitgeoefend op foute Duitsers. De begraafplaats blijkt de spiegel van een ganse natie. Hitlers opvolger admiraal Dönitz ligt hier begraven, als ook Georg Ritter von Schönerer, die als een van Hitlers grootste inspiratiebronnen geldt. De begraafplaats is daardoor veranderd in een bedevaartsoord voor neonazi’s en aanhangers van de AfD. Maar ook de RAF had op de begraafplaats een geheim wapendepot. Daarnaast blijkt de onder mysterieuze omstandigheden om het leven gekomen CDU-president van Sleewsijk Holstein Uwe Barschel in Aumühle innige banden te hebben onderhouden met admiraal Dönitz, die het laatste deel van zijn leven in Aumühle sleet, en was de laatste kampcommandant van Auschwitz jaren ondergedoken bij de Von Bismarcks op Friedrichsruh.

Roel van Duijn stuitte in Fulda, de kleine Duitse stad tussen Berlijn en Frankfurt am Main, op een monument voor de Nederlandse koning Willem I, voluit Willem Frederik van Oranien-Nassau (1772-1843), die na de vlucht van zijn vader stadhouder Willem V door Napoleon deze voormalige bisschopsstaat, een kleine vier jaar als compensatie had toegewezen gekregen, samen met Dortmund, Corvey en Weingarten. Een verzameling van kruimelstaatjes die tezamen de pompeuze titel Fürstentum Oranien-Nassau kregen. Een geschenk van de grote Bonaparte aan een verjaagde prins. ‘Waarom in hemelsnaam, kwam de almachtige Franse heerser van Europa op het idee de balling deze op het eerste gezicht bizarre geschenken te geven?’, vraagt Van Duijn zich af. Fulda blijkt de oefenschool van deze verlichte despoot geweest, maar daar, in dat gesloten katholieke staatje, heeft hij nu een aanmerkelijk positievere indruk achtergelaten dan in het huidige Nederland. ‘Ach, had hij maar in Fulda kunnen blijven’, verzucht Van Duijn.

Raymond van den Boogaard bekeek de Duitse superproductie Babylon Berlin, de duurste tv-serie ooit in Europa vervaardigd, waarin de republiek van Weimar met al zijn intriges en interne spanningen herrijst. Van den Boogaard vergelijkt de serie met Rainer Werner Fassbinders legendarische Berlin Alexanderplatz en ziet de opwindende serie als een vorm van postuum eerherstel voor Weimar. ‘Binnen deze nieuwe context wordt de Weimarrepubliek niet langer als een te mijden vreselijk voorbeeld gezien, maar meer als een democratisch Duits experiment dat misschien ook anders en beter had kunnen aflopen’.

Ries Roowaan schrijft over het succes van de Duitse vertaling van J.J. Voskuils ‘soap voor intellectuelen’ Het Bureau. Lang gold Het Bureau onder Duitse uitgevers als onvertaalbaar en te Nederlands. Vertaler Gerd Busse legde zich daar niet bij neer. Ook de oosterburen kunnen nu kennismaken met de ambivalente verhouding van Voskuil tot het Oranjehuis. Vooral een scène waarin toenmalig kroonprinses Beatrix als sekssymbool van een van de hoofdpersonages van het kantoordrama fungeert, werkt ook in het Duits hoogst intrigerend.

Lodewijk Brunt maakt in een lange bespreking korte metten met Ad van Liempt’s veelgeprezen biografie van kampcommandant Gemmeker van het kamp Westerbork. Van Liempt promoveerde bij de Rijksuniversiteit Groningen op dit boek, maar volgens emeritus hoogleraar Brunt heeft de universiteit zichzelf met de promotie danig voor schut gezet. Brunt over het proefschrift van Van Liempt: ‘Een promotiecommissie van enig niveau zou zijn werkstuk pertinent hebben geweigerd als dissertatie. Het project-Gemmeker is gebaseerd op een grote en grove leugen, namelijk dat Ad van Liempt de eerste zou zijn geweest die een biografie schreef over Gemmeker. Zijn voorgangers worden onder de grond geschoffeld, alsof ze nooit bestaan hebben. Hij beklaagt zich over het vele leeswerk dat hij heeft moeten verrichten voor zijn werkstuk, maar al dat leeswerk was al door anderen gedaan, hij heeft er niets inhoudelijks aan bijgedragen. Liefdeloos knip- en plakwerk. De dissertatie is onder de maat, in ieder denkbaar opzicht. Slordig en rommelig, zonder lijn of structuur, geen enkele originele gedachte. Alles wat hij te berde brengt over Gemmeker en het kamp Westerbork, vind je bij eerdere auteurs uitvoerig terug, maar stukken beter: beter geschreven, beter doordacht, beter gedocumenteerd’.

EN VERDER IN DIT NUMMER

Auteur August Hans den Boef buigt zich over drie recente gevallen van ‘Oranje onfatsoen’. De manier waarop koning Willem IV tegenover NOS-koninklijk huis-verslaggeefster Kysia Hekster het omstreden gesprek van Máxima met de Soedische kroonprins Mohamed Bin Salman verdedigde, maakte in de ogen van De Boef een klucht van de ministeriële verantwoordelijkheid. Gerard van der Zwan buigt zich over hetzelfde omstreden gesprek van Máxima en komt tot de conclusie dat Den Haag zijn campagne om uit te groeien tot de hoofdstad van het internationaal recht wel op de buik kan schrijven. ‘Het streven Nederland als rechtsstaat te positioneren en Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld verhoudt zich niet met pogingen tot het publicitair witwassen van foute regimes’.

Is in de ‘Minder Marokkanen’-zaak tegen Geert Wilders inderdaad de trias politica geschonden? Emiritus-hoogleraar H. U. Jessurun d’Oliveira maakt een eind aan een hardnekkig misverstand. ‘Het Openbaar Ministerie, dat beslist over het al dan niet vervolgen van zaken, is gewoon een orgaan van de uitvoerende macht. Weliswaar is het op een zekere afstand van de dagelijkse politiek van het ministerie gezet, maar het is de minister die verantwoordelijk is voor het OM. Daarom kan de minister ingrijpen en opdrachten geven’. Toch vermoedt hij dat er in de zaak koppen zullen rollen.

Tot 1970 bestond er in Nederland stemplicht. Anton van Hooff zou die graag heringevoerd zien, maar niet met boetesystemen of andere dwingelandij. Er zijn zoveel creatievere manieren om de burger naar het stemhokje te bewegen, meent hij.

Maurits van den Toorn bespreekt het boek Het verhaal van de grondwet; zoeken naar wij van de Leidse hoogleraar Staatsrecht Wim Voermans. 189 van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties beschikken inmiddels over een geschreven grondwet, maar een garantie voor democratie is dat niet. Ook Noord-Korea, China en andere landen van twijfelachtig democratisch allooi hebben er een. Het Verenigd Koninkrijk, ondanks alles toch een democratie, doet het juist zonder. Voermans schreef er een meeslepend boek over.

Het is voor aanhangers van de republikeinse gedachte in Nederland nog altijd onverteerbaar dat PvdA-premier Joop den Uyl in 1976 besloot prins Bernhard in het Lockheed-schandaal de hand boven het hoofd te houden. In de nieuwe Den Uyl-biografie De Gedrevene reconstrueert journalist en historicus Dik Verkuil de affaire die het koninkrijk op zijn grondvesten deed trillen. Gijs Korevaar sprak met hem. ‘Den Uyl was een beetje bang voor Bernhard’.

Voor zijn spektakelstuk Willem van Oranje trok theatermaker Ab Gietelink van het toneelgezelschap Nomade naar Dillenburg, het Duitse stamslot van de Vader des Vaderlands, en probeerde hij zich te verplaatsen in de volstrekte misère die De Zwijger daar na het aanvankelijke mislukken van de Opstand moet hebben ondergaan. Gietelink vindt de wijze waarop de Nederlandse politiek zich nu afkeert van het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven en het referendum in hoge mate in tegenspraak met alles waarvoor Willem van Oranje stond.

De column van Republikeins Genootschap-voorzitter Hans Maessen is dit keer gewijd aan de Queen en Brexit.

Illustraties van Joep, Fredie Beckmans en Gabriel Kousbroek

Nr. 3/2019 van ‘De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap’ is te koop bij de geselecteerde boekhandel of na te bestellen bij de uitgever via klantenservice@virtumedia.nl. Mis geen nummer meer van dit unieke kwartaaltijdschrift en neem een abonnement.

Roel van Duijn over Thierry Baudet: De grootste complotdenker van het land op weg naar de macht

Oud-gangmaker van Provo en de Kabouters Roel van Duijn buigt zich over het electorale succes van Thierry Baudet en signaleert alarmerende overeenkomsten tussen diens complottheorieën en de Dolkstootlegende die in het Duitsland van het Interbellum een extreemrechtse nachtmerrie tot leven wekte.

Tekst: Roel van Duijn

De zege van Thierry Baudet onthult dat Nederland minstens een-en-eenkwart miljoen kiezers heeft die gevoelig voor complottheorieën zijn. Complotfantasieën over de verborgen heerschappij van de Illuminaten, de Aliens, over de Twin Towers gieren als een orkaan door het internet. Op de vleugels van de internationale opkomst van deze glinsterende verzinzels vliegt Baudet hoog.

Eén ding hebben die legenden gemeen: een boosaardige elite vergrijpt zich heimelijk aan het onschuldige volk.
De belangrijkste thema’s van Baudets verkiezingscampagne waren de ‘klimaatwaanzin’ en ‘door het kartel bewust uitgelokte immigratie’. Twee politieke complottheorieën, die op diezelfde orkaan meevliegen:
1. Baudet gooit een uit de lucht gegrepen theorie tegen het klimaatprobleem, dat volgens vrijwel alle wetenschappers verslechtert door menselijk gedrag. Zijn anti-klimaat propaganda heeft geen andere onderbouwing dan indrukwekkende handgebaren en vage verwijzing naar onjuiste voorspellingen van andere rampen, zoals de zondvloed. Klimaatverandering is een linkse mythe die er volgens hem toe dient om mensen te laten betalen voor een onzinnige en peperdure energietransitie. Hij presenteert het als een links complot om gewone, onschuldige mensen geld uit de zak te kloppen.
Zijn ‘theorie’ bevordert een sfeer waarin loze geruchten kunnen bloeien, zoals dat het ijs op de polen juist gróeit.

Waarom trappen zoveel mensen in deze politieke complottheorie? Vermoedelijk uit weerzin tegen bijvoorbeeld de stijgende energiekosten, die inderdaad onrechtvaardig toegedeeld worden. Baudet beseft die zuigkracht en gebruikt deze irreële, maar zalvende complotmoes om er macht door te krijgen.
2. Zijn andere thema is de instroom van ‘honderdduizenden immigranten per jaar’, alweer een verzonnen getal. Hij voegt er een scheutje gifdrank aan toe, als zou de elite de immigratie bewust uitlokken ‘om de boreale beschaving te ondermijnen’. Is dit verhaal slechts een een boreaal borrelpraatje? Nee, ook dit boze sprookje van Baudet is een bewust gelanceerde complottheorie met aanspraak op de macht.
Dit nummer uit zijn campagne drijft op zijn verlangen naar de soevereine staat, met het eigen volk als drager van die soevereiniteit. Hij verlangt hij dat ieder volk op zijn eigen plek blijft en er nu weer naar terugkeert. Een onmogelijke ontmenging van volkeren in een wereld die snel naar vermenging tendeert. Baudet streeft met zijn complottheorie naar een onmogelijke utopie.
Waarom slaat dit verlangen naar het verleden, het lokkertje uit deze tweede complottheorie toch aan? Angst voor de vreemdeling en voor de nieuwe multiculturele realiteit doet wonderen. Die angst is ook de oorzaak voor de ontvankelijkheid voor spookachtige, onbewezen theorieën. Die angst, samen met de teleurstellingen over de achterblijvende lonen, verklaart waarom Baudet, met zijn veel wildere complottheorieën dan ooit die van Fortuyn of Wilders, zo hoog kan scoren.
Wat veel Baudetkiezers niet beseffen is dat hij deel uitmaakt van een wereldwijde beweging die overal schermt met deze complottheorieën, en daarbij graag samenwerkt met dictator Poetin. Mensen zoals de Duitse AfD-politicus Björn Höcke die evenals Baudet de mond vol heeft over ‘de renaissance’ van de ‘beschavingsfamilie’, en met dat laatste het witte ras bedoelen.

Baudet is geen Hitler, maar bedient zich van dezelfde intellectuele fraude

Wat niemand schijnt te zien is dat de FvD-leider zijn complottheorieën gebruikt om een manier die overeenkomst vertoont met de Dolkstoot-legende. Dat was de complottheorie waarmee de Duitse legerleiding en de jonge Hitlerbeweging na de Eerste Wereldoorlog de schuld voor de militaire nederlaag afschoven op de ‘dolkstoot in de rug’: van Joden en linksen. Ook die elites bezwendelden zogenaamd in het verborgene het gewone volk omwille van eigen gewin. In die dramatische dolkstootlegende is zowat het hele Duitse volk gestonken. Baudet is geen Hitler, maar zijn propagandatechniek bedient zich van dezelfde intellectuele fraude.
In hun onwetendheid over de ziekmakende verleiding van complottheorieën tonen de Forum-kiezers zich weerloos. Zolang deze gefrustreerde kiezers zijn complottheorieën niet doorzien ligt de weg naar de macht voor Thierry open.

Roel van Duijn is schrijver en ex-politicus. Zijn laatste boek is Een zoon voor de Führer, de nazi-utopie van Julia op ten Noort.

Dit artikel verscheen in aflevering 2 van jaar gang 15 van De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis en wetenschap. Voor de gehele inhoud van de betreffende editie volg deze link.

De ontvoering van Europa

In aflevering 2 van de 15e jaargang van kwartaaltijdschrift De Republikein staat het vizier vol op Europa. Zoals in de Griekse sage het Fenicische prinsesje Europa op de rug van een witte stier werd geschaakt door Zeus, zo dreigt de Europese Unie nu in handen te komen van populisten, neo-totalitaristen, proto-fascisten en ander politiek gespuis. In het redactioneel roept De Republikein-hoofdredacteur René Zwaap op tot de vorming van een progressieve, pro-Europese en pro-duurzame republikeinse partij in Nederland: ‘Juist in een tijd dat traditionele democratische waarden geen vanzelfsprekendheid meer zijn, en Vladimir Poetin ten bate van zijn ondermijningscampagne van de Europese Unie via zijn facebooktrollen kennelijk met succes verkiezingen weet te manipuleren in welke gevestigde westerse democratie dan ook, is het van het grootste belang te bewijzen hoe dynamisch en veerkrachtig die democratie in werkelijkheid is, zowel in Europees als in nationaal verband. Zolang het extreem-rechts is dat aan de haal kan gaan met de diepe maatschappelijke onvrede en het revolutionaire sentiment onder zowel boze vijftigers als de jeugd dreigen de Europeanen op de ruggen van white supremacy-voorvechters en ander politiek gespuis te worden meegesleept in een zee van woelingen en afbraak. Een radicale hervormingsagenda voor het hart van het Nederlandse staatsbestel zou heel goed een antiserum kunnen zijn tegen de onttakeling van de democratische rechtsstaat. Maar dan is het zaak zo’n hervorming te koppelen aan een breder politiek programma. Niet alleen het monopolie van de monarchie dient doorbroken, ook monopolies in macht, kennis en inkomen. De tijd is er rijp voor.’

‘De zege van Thierry Baudet onthult dat Nederland minstens een-en-eenkwart miljoen kiezers heeft die gevoelig voor complottheorieën zijn’, schrijft Roel van Duijn in een bijdrage die deze politieke groeimarkt in historisch perpectief zet. ‘Wat veel Baudetkiezers niet beseffen is dat hij deel uitmaakt van een wereldwijde beweging die overal schermt met deze complottheorieën, en daarbij graag samenwerkt met dictator Poetin. Mensen zoals de Duitse AfD-politicus Björn Höcke die evenals Baudet de mond vol heeft over “de renaissance” van de “beschavingsfamilie”, en met dat laatste het witte ras bedoele. Wat niemand schijnt te zien is dat de FvD-leider zijn complottheorieën gebruikt om een manier die overeenkomst vertoont met de Dolkstoot-legende. Dat was de complottheorie waarmee de Duitse legerleiding en de jonge Hitlerbeweging na de Eerste Wereldoorlog de schuld voor de militaire nederlaag afschoven op de ‘dolkstoot in de rug’: van Joden en linksen. Ook die elites bezwendelden zogenaamd in het verborgene het gewone volk omwille van eigen gewin. In die dramatische dolkstootlegende is zowat het hele Duitse volk gestonken. Baudet is geen Hitler, maar zijn propagandatechniek bedient zich van dezelfde intellectuele fraude’.

Gijs Korevaar en Thom deLagh interviewen Frits Bolkestein, die met zijn laatst verschenen boek Bij het scheiden van de markt zijn zwanenzang heeft gedaan. Het is zijn laatste boek, aldus Bolkestein. ‘Ik ben er klaar mee’. Nog een keet trekt hij ten strijde tegen de federalisering van de Europese Unie (‘Ik moet er niet aan denken dat we zouden moeten samenwerken met politici uit Italië’) en pleit het VVD-erelid het totale budget van Ontwikkelingssamenwerking te investeren in geboortebeperking in Afrika. De meest veelzeggende uitspraak van het liberale kopstuk troffen onze verslaggevers echter op een briefje hangen in diens toilet: ‘Wie de nieuwste speech van Trump wil horen, drukt op de knop’.

Het interviewduo DeLagh en Korevaar trok verder naar Laurens-Jan Brinkhorst, gewezen staatssecretaris Europese Zaken in het roemruchte kabinet Den Uyl (1973-1977), minister van landbouw in het tweede paarse kabinet (1998-2002) en minister van economische zaken in het tweede kabinet Balkenende (2003-2006). Met de naderende Europese verkiezingen wil hij graag nog eens zijn licht laten schijnen over de Europese ontwikkelingen en de krampachtige houding van Nederland in Europa. ‘Als ik voormalig VVD-leider Frits Bolkestein iets kwalijk neem, is het dat hij het anti-Europese sentiment in zijn partij heeft gebracht. Wij verzetten ons tegen de grote landen, verzetten ons krampachtig tegen politisering. Dat begint ons nu op te breken’, aldus Brinkhorst. De Europese verkiezingen zijn vooral door de Brexit-soap in Engeland van groot belang, weet Brinkhorst. ‘Er zijn partijen die terug willen naar de natiestaat. De Engelsen zijn gek geworden. Er is een weg gekozen die op zelfmoord lijkt. Zelfs Forum van Democratie van die geflopte intellectueel Thierry Baudet, trekt zich terug van zijn uitspraken over een Nexit. Engeland is nooit voorbereid op wat het betekende om de EU te verlaten.’

In 1993 noemde de Tsjechische president Václav Havel het lot van de Roma de lakmoesproef van Europa’s democratie. Voor die proef is Europa gezakt, zo oordeelt voormalig Europarlementariër Els de Groen,die veel deed om de erbarmelijke levensomstandigheden van de Roma op de Brusselse agenda te zetten. ‘Zolang de EU een optelsom van natiestaten blijft, blijft het Europese project op twee gedachten hinken’. Els de Groen meent dat de Europese Unie veel te naïef is geweest over de invloed van de machtskongsi’s tussen de voormalige geheime diensten en de politieke partijen in de post-communistische landen van het voormalige Oostblok. ‘Het is een grote fout geweest van de Europese Unie om niet zorgvuldiger te kijken naar de antecedenten van de politici met wie men in zee is gegaan in de nieuwe lidstaten. Het is een gotspe dat iemand als ex-agent Mantsjev van de voormalige Bulgaarse geheime dienst uit handen van René van der Linden een onderscheiding van de Raad van Europa kreeg uitgereikt voor zijn inzet voor de Europese Zaak. Ook in de NGO’s met wie Brussel samenwerkt in landen als Roemenië en Bulgarije zitten tal van vertegenwoordigers van het ancien regime, die niet alleen aan de haal gaan met de opbrengsten van de privatiseringen, maar ook met de Brusselse subsidiegelden die voor de Roma bestemd zijn.’

Solange Leibovici schrijft over het ‘Europa der Vaderlanden’: ‘Jean Monnet en Robert Schuman worden algemeen gezien als de vaders van de Europese gedachte en belangrijkste voorvechters van Europese eenwording. Zij waren echter niet de eersten die een verenigd Europa predikten. Tijdens het Interbellum werden veel Europese intellectuelen aangetrokken door de Europese gedachte, al werd dat door een ander motief ingegeven: het doemdenken over de kwetsbaarheid van Europese culturen, door Oswald Spengler beschreven in De ondergang van het avondland (1917). Gedreven door de angst voor een totale vernietiging van tradities, waarden en culturen, die verhevigd werd door de bloedbaden van de Eerste Wereldoorlog en de destructie van Europese steden, zou een aantal van hen snel belanden in rechtsextremisme of fascisme. Bij sommige denkers, onder wie Pierre Drieu la Rochelle, vervangt Europeïsme het nationalisme dat het politieke denken van rechtsextremisten tot de Eerste Wereldoorlog had gekenmerkt. De Europese gedachte zoekt haar oorsprong en legitimiteit in een gedeeld verleden dat bepaald is door het Katholieke geloof, door een gemeenschappelijke identiteit die zich baseert op ‘Indo-Europese’ wortels evenals een Europese cultuur die gevormd is door literatuur en kunst, en door het feit dat Europese naties een gemeenschappelijke toekomst wacht. Het grootse verleden wordt geïdealiseerd, het chaotische, decadente heden wordt verworpen, en de toekomst zal een terugkeer bewerkstelligen van wat ooit is geweest.’

De Europese Unie wordt van binnen uitgehold door eurosceptici en nationalisten en van buitenaf dwarsgezeten door Poetin en Trump. Alle reden om juist nu een streep te zetten achter wat misging en alles op alles te zetten op de vervolmaking van het grootste economische blok ter wereld, aldus Ricus van der Kwast in een essay dat bedoeld is om alle eurosceptici te helpen met afkicken.’Het EU-bouwwerk staat nog in de steigers, maar moet nu echt af, en snel ook. Het had allemaal sneller gemoeten, hier en daar ook langzamer, in elk geval beter en slimmer. Die discussie is vandaag niet meer belangrijk. Laten we die voorgeschiedenis maar zien als onvermijdelijke groeistuipen. Zo goed als we ons ook niet gek moeten laten maken door incidenten, hoe vervelend ook. Als we ons door de opvliegingen van Donald Trump, immigratiegolven of een tegenvallend loonstrookje in de armen van China of charlatans storten, of isolement verkiezen, zijn dat beslissingen die we de rest van deze eeuw zullen bezuren’.

Meindert Fennema voorziet dat het Old Boys Network van Eton zich zal vergalopperen aan het succes van hun uit de hand gelopen provocaties met een dreiging van Brexit. ‘De Etonians Boris Johnson en Jacob Rees-Mogg mogen in het Britse parlement moord en brand schreeuwen, dat kan niet verhullen dat hun acties het einde van het Old Boys-netwerk hebben ingeluid. Of de Brexit nu hard is of zacht, of misschien wel helemaal niet doorgaat: het resultaat zal niemand bevredigen en het Old Boys-netwerk zal niet ongeschonden uit de strijd komen. Zelfs niet als Boris Johnson er in slaagt om Theresa May tot aftreden te dwingen’.

Ries Roowaan schrijft over de politieke erfenis van Richard Coudenhove-Kalergi (1894-1972), die in het Interbellum de Paneuropese Unie stichtte, een internationale pressiegroep die zich inzette voor de vereniging van Europa. ‘Een aanzienlijk deel van de Europese intelligentsia was betoverd door Coudenhoves plan. Thomas Mann, Albert Einstein en Franz Werfel – om slechts enkelen te noemen –, maar ook aanstormende politici als Charles de Gaulle, Georges Pompidou en Bruno Kreisky waren lid van de Paneuropese Unie. Hetzelfde geldt voor Konrad Adenauer, de burgemeester van Keulen, die na de Tweede Wereldoorlog nog een belangrijke rol bij de Europese integratie zou spelen. Ook de Franse minister van Buitenlandse Zaken Aristide Briand was in de ban van Coudenhoves ideeën en stelde aan het eind van de jaren twintig zijn Europese collega’s een verregaande vorm van politieke samenwerking voor. Briand presenteerde zijn plan te laat. Achteraf bezien bleek de tweede helft van de jaren twintig slechts een kort interval van voorspoed te zijn geweest. In het anderhalve decennium daarna heerste het nationalisme in zijn meest giftige vorm: het was de tijd van economische misère, politiek extremisme en van een zes jaar durende totale oorlog.’

Met zijn Eurotopia-voorstel hield bierkoning Freddy Heineken een pleidooi voor de heropdeling van de lidstaten van de Europese Unie in 75 regio’s en de soevereiniteit volledig over te dragen aan de Europese bestuurslaag. Het was ook een werkgelegenheidsplan voor landloze royalty, schrijft Ries Roowaan. Maar er viel wat voor het plan te zeggen: ‘Met de implementatie van dit plan zou beduidend meer balans in de Europese Unie zitten dan nu het geval is. Er is sowieso veel te zeggen voor het idee: zo was het streven naar Catalaanse onafhankelijkheid nooit zo’n heet hangijzer geworden, domweg omdat de Spaanse centrale staat niet meer zou bestaan. De Brexit, die het Verenigd Koninkrijk politiek verscheurt en op het Europese vasteland voor gefronste voorhoofden zorgt, had nooit plaatsgevonden. Hooguit zou één of twee van de negen regio’s van Groot-Brittannië de Europese Unie verlaten, wat bij lange na niet zo’n impact zou hebben als het huidige politieke drama dat heeft’.

Prins Bernhard had niet alleen een zwak voor snelle auto’s en schimmige zakendeals, de prins-gemaal was ook een overtuigd Europeaan. In 1962 publiceerde Alden Hatch een geautoriseerde biografie – Prins Bernhard. Zijn plaats en functie in de moderne monarchieWer hat Angst vor Deutschland? Geschichte eines europäischen Problems schildert historicus Andreas Rödder de vrees voor Duitse suprematie door de eeuwen heen als een pan-Europees psychodrama. Raymond van den Boogaard over de comeback van de angst voor Duitsland. ‘Doordat Duitsland na de Tweede Wereldoorlog zijn lot heeft verbonden aan de andere landen van EU en Navo, hoeven andere landen niet meer bang te zijn voor Duitse kracht, en is Europese politiek niet langer een “zero sum game” tussen rivaliserende staten – zou je zeggen.
Maar zo langzamerhand, denkt Rödder, zijn de contouren weer zichtbaar van het “misverstand” dat vóór 1914 de Europese verhoudingen kenmerkte: de Duitse ontwikkeling wordt door de partnerlanden als een bedreiging opgevat, en waar de Duitsers menen dat zij met goed recht de vruchten plukken van eigen vlijt en andere goede eigenschappen, verdenkt de omgeving hen van machtslust.’

Classicus Anton van Hooff schrijft over Herodotos (ca – 485 tot – 425/420), vader van de geschiedschrijving en vader van Europa. Deze verdient in zijn ogen een standbeeld in Brussel.

Het begrip ‘Versailles’ roept tegenwoordig vooral de Engels/Franse wraakzucht na 1918 ten aanzien van Duitsland op. De gangbare opvatting is dat die wraakzucht regelrecht tot de volgende wereldoorlog leidde. Dat ligt wat genuanceerder, betoogt Margaret Macmillan in haar boek Vredestichters. In zijn bespreking van het boek
concludeert Maurits van den Toorn: ‘Het idee “Vrede van Versailles = opkomst van Hitler” is wat te kort door de bocht’.

En verder in dit nummer:

Slechts drie succesvol afgelegde tentamens tegenover tien eredoctoraten: de academische disbalans tussen daad en beloning schoot in het geval van Juliana ver door. Maar hoe zit het met de universitaire prestaties van de andere Oranjes? Paul Damen buigt zich in deel 2 van zijn serie van academische hermerlijnvlooien over de knieval van de universiteiten voor Oranje.

Manuel Kneepkens streek neer in het Adriaan Roland Holst-Huis in Bergen (N.H.) en schreef een portret van de Prins der Dichters Adriaan Roland Holst en diens voorliefde voor het autocratisch koningschap.

Anton van Hooff herschrijft het Wilhelmus, in de rubriek Appeltjes van Oranje gaat het om de ontwijding van de plechtigheden rondom het 400-sterfjaar van Johan van Oldenbarnevelt in Amersfoort en er zijn columns van Sarah Verroen (Koningsdag in Zeeland) en Hans Maessen (vver het snelle wegvallen van het draagvlak voor de monarchie onder de jeugd). De Republikein, tijdschrift voor politiek, cultuur, geschiedenis & burgerschap is verkrijgbaar bij de geselecteerde boekhandel of neem een abonnement via https://www.derepublikein.nl/abonneren/

De ontvoering van Roel van Duijn

De anno 2016 epidemisch om zich heen slaande golf van agressie en intimidatie versus politici en bestuurders moet hard worden aangepakt, is de nieuwe lijn in politiek Den Haag. Maar nadat in 1970 het Amsterdamse gemeenteraadslid Roel van Duijn werd ontvoerd, ondernamen politie en justitie helemaal niets.  Mogelijk gebeurde de ontvoering zelfs met medeweten van de staat. Van Duijn speurt nog altijd naar de ware toedracht.

Tekst: René Zwaap  

Het is 17 april 1970, kort voor de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam, wanneer Roel van Duijn, lijsttrekker van de lokale partij Amsterdam Kabouterstad – opvolger van het reeds ten grave gedragen Provo, waarvoor hij nog in dezelfde Raad zit – ’s avond in de Karthuizersstraat in de Jordaan naar huis loopt voor een afspraak met een hem onbekende vrouw. Deze ‘Maria’ heeft hem eerder voor advies gevraagd over het kraken van een woning. In plaats van haar treft hij een zware man in het portiek van zijn woning, die hem zegt dat Maria zich in een daar tegenover geparkeerde auto bevindt. Wanneer Van Duijn zich voorover bukt om in de auto te kijken, sleurt de man hem mee de auto in. Op de achterbank neemt zijn belager Van Duijn in een houdgreep, naast hem zit de vrouw die hem in deze valstrik heeft gelokt.

‘U bent de gevangene van Groep 7’, zegt de chauffeur van de auto. ‘Gedraagt u zich waardig als een diplomaat’.

De man achter het stuur komt Van Duijn bekend voor, schrijft hij in zijn in 2012 verschenen boek Diepvriesfiguur, autobiografie van PD 106043 in samenwerking met de AIVD, dat hij opstelde aan de hand van het vuistdikke dossier dat de BVD, de latere AIDV, dankzij de inzet van tal van spionnen en infiltranten van hem had opgesteld en dat de politicus/activist na slepende procedures uiteindelijk in handen kreeg (zij het nog steeds incompleet).

De chauffeur van de ontvoerders doet hem denken aan de echtgenoot van Jeanne Baank-Meijer, een vrouw die namens een extreemrechtse afsplitsing van de Boerenpartij collega-raadslid is van Van Duijn. Hij herinnert zich een foto die hij van deze man in de krant heeft gezien. Deze Joop Baank heeft net als de chauffeur blond achterovergolvend haar. Hij is een van de oprichters van de Partij voor Volkswil en Referendum, die in 1967 een vergeefse gooi naar een zetel in het parlement deed (hetzelfde parlement overigens dat deze splintergroepering beoogde af te schaffen).

Max Lewin, brein van de ontvoering

 

Max Lewin

In de tijd van de ontvoering is Joop Baank secretaris van de evenmin succesvolle partij Nieuw Rechts van de Amsterdamse ondernemer Max Lewin, een van de voorlopers van de latere Centrumpartij van Janmaat. Lewin was in 1960 oprichter van Radio Veronica en zat in de jaren ’70 in de redactie van De Vrije Pers, een blad dat fel gebeten was op de ‘gezagsondermijnende’ activiteiten van Van Duijn c.s. (PVV-Kamerlid Ronald van Roon, voorheen officier van Justitie in Zutphen en advocaat-generaal in Amsterdam, schreef overigens ook voor dat blad, dat het bijvoorbeeld enthousiast opnam voor het Griekse kolonelsregime).

Het echtpaar Baank is fel gebeten op Van Duijn, die door Joop Baank ‘de kwal der kwallen’ is genoemd. Weekblad Vrij Nederland dicht mevrouw Baank ‘een Salomé-complex’ toe ten aanzien van het hoofd van de oud-Provo.

Traumatiserende rit

Na een urenlange, traumatiserende rit, waarbij Van Duijn vergeefs op het autoraam klopt om de aandacht van omstanders te trekken, stopt de auto bij een donker weiland in de buurt van het Vlaamse Wuustwezel. De zware man naast hem opent de deur. De man achter het stuur steekt hem over zijn schouder een envelop toe. ‘U bent verbannen naar het buitenland’, zegt de chauffeur, ‘vanwege de oorlogsverklaring van de Kabouters aan de gemeente Amsterdam’.

Dan wordt Van Duijn de auto uitgesmeten. In het maanlicht leest hij de brief: ‘Ophouden met de Kabouteracties, zo niet….dan de dood. De door u veroorzaakte vijandelijkheden vormen een rechtstreekse bedreiging voor de democratische gang van zaken in de stad. Uw oorlogshandelingen zullen op passende wijze worden behandeld’.

Sabotagenota

Een paar maanden eerder had Van Duijn kwaad bloed gezet door als gemeenteraadslid de nota ‘Democratie als afschrikkingswapen’, beter bekend als de ‘Sabotagenota’, in te dienen. Die nota was ingegeven door de lectuur van Friedrich Weinreb’s mémoires Collaboratie en verzet, waarvan Van Duijn toen zeer onder de indruk was. Het was een pleidooi voor sabotage door burgers als alternatief voor klassieke militaire actie. Burgers zouden volgens deze nota bij wijze van oefening oorlogsschepen of de munitiefabriek Hembrug moeten saboteren, zodat ze die lessen in de praktijk konden brengen als het land weer door een vijandelijke bezetter zou worden geannexeerd. Het was overduidelijk een provocatie, maar burgemeester Samkalden van Amsterdam zat er maar mee in de maag en weigerde de nota te publiceren in het Gemeenteblad. Dat was de publiciteit alleen maar ten goede gekomen. Het idee was een geheel eigen leven gaan leiden toen Van Duijn op 5 februari 1970 in de Staatscourant (die van de Kabouterbeweging wel te verstaan) de ‘Oranjevrijstaat’ proclameerde, een vrijstaat binnen Amsterdam met een eigen economie en een eigen sabotageleger, ‘vrij van het Oranjehuis’. De ontvoering was kennelijk een reactie op die daad.

Groep 7

Middenin die nacht loopt Van Duijn terug, over de Nederlandse grens. In een café dat nog open is vertelt hij zojuist slachtoffer van een ontvoering te zijn geweest. De dronken cafégasten herkennen hem van tv en barsten in lachen uit, denken aan een grap. De volgende dag neemt hij de trein terug naar Amsterdam, waar zijn vriendin meldt dat er de dag daarvoor een anonieme melding is binnengekomen dat Van Duijn was ontvoerd door ‘Groep 7’. Zijn vriendin Carla heeft geprobeerd aangifte te doen bij de politie, maar die kreeg van de agenten aan de balie te horen dat zij ‘niet van Kaboutergrappen waren gediend’. Er blijkt een pamflet in de Jordaan huis aan huis te zijn bezorgd met daarop de tekst: ’10.000 gulden beloning voor het lijk van…R. van Duijn, staatsgevaarlijk saboteur-provocateur’. Bij dagblad Het Vrije Volk komt een – eveneens anoniem – persbericht binnen waarin ‘Groep 7’ de ontvoering opeist.

Tegenover de politie noemt Van Duijn zijn verdenking jegens Joop Baank. Van Duijn schrijft een brief over zijn ontvoering aan burgemeester Samkalden met het verzoek de daders op te sporen.  Maar de burgemeester – die, naar later blijkt, door de Binnenlandse Veiligheidsdienst minutieus op de hoogte wordt gesteld van het doen en laten van zijn kwelgeest in de Gemeenteraad – onderneemt geen stap, ondanks dat de zaak tot vragen in de Tweede Kamer heeft geleid.

Kort na de ontvoering verschijnt Max Lewin bij een Kabouterdemonstratie tegen de bouw van de Nederlandsche Bank op het Federiksplein met een sandwichbord om zijn nek gehangen: ‘Buro Ontvoeringen Kabouters (B.O.K.)’. Met daaronder: ‘Inl.: RVD, Groep 7’. ‘RVD’ staat in dit geval voor ‘Roel van Duijn’ en Lewin suggereert met deze actie dat Van Duijn zelf zijn ontvoering in scène heeft gezet. Lewin’s blad De Vrije Pers zou die theorie meerdere malen verkondigen. In januari 1973 schrijft Lewin over ‘de mini-stokebrand Roel van Duijn, die, om in het nieuws te komen, zijn eigen ontvoering ensceneerde, wat zijn Kabouterclub toch niet voor de afgang kon behoeden’.

De provocaties tegen de voormalige opperprovo houden aan. Jeanne Baank doet met zeven gelijkgestemde dames een – vergeefse – gooi naar een gemeenteraadszetel onder de partijnaam Groep 7, net als overigens de nieuwe splintergroepering van Max Lewin genaamd Christen-Democraten Unie. De telefonische bedreigingen namens ‘Groep 7’ aan het adres van Van Duijn en mede-Kabouters gaan onverdroten door, plechtig gevolgd door het schallen van het Wilhelmus door de hoorn. Van Duijn: ‘We lachten er onder elkaar maar om’.

‘In de jaren zestig en zeventig woedde een soort oorlog tussen rebellen en autoriteiten’, schrijft Van Duijn in Diepvriesfiguur. ‘Een met taboes, beledigingen, provocaties, hilarische lachaanvallen en verdachtmakingen gevoerde burgeroorlog. Door de intimidatie van de politie tegen de opstandelingen, die riepen om inspraak en directe democratie, had ik er in 1970 moeite mee bij de politie aan te kloppen om bescherming tegen rechtse fundamentalisten, van wie Baank deel uitmaakte’.

Roel van Duijn voert campagne voor Provo (Foto: Cor Jaring, overgenomen uit boek ‘Diepvriesfiguur’)

Bomaanslag op metro

Ondanks de druk vanuit de Tweede Kamer verzandt het onderzoek naar de ontvoering door de Amsterdamse politie al snel. Vijf jaar later, in 1975 (Van Duijn is inmiddels namens de PPR wethouder in Amsterdam), duiken Joop Baank en Max Lewin weer op in zijn leven. In de nacht van 13 op 14 februari dat jaar worden in de Venserpolder drie mannen met bivakmutsen gearresteerd in het bezit van zeven kilo gelatinedynamiet met een zeer geavanceerde (en zeer geheime) ontsteking van NAVO-herkomst, plus het nodige wapentuig. Het trio wilde een bomaanslag plegen op de metrowerken in de Bijlmermeer. In de Nieuwmarktbuurt had de aanleg van die metro geleid tot een ware opstand tegen het gemeentebestuur, dat een groot deel van de oude binnenstad tegen de vlakte had willen gooien voor die metrowerken. In het college van B en W van Amsterdam, waarvan Van Duijn deel uitmaakt, zijn burgemeester Samkalden en de wethouders Han Lammers (PvdA) en Harry Verheij (CPN) er als de kippen bij de voorgenomen aanslag in de schoenen te schuiven van de anarchistische actievoerders in de Nieuwmarktbuurt. Alleen wethouder Van Duijn weigert een verklaring in die richting te ondertekenen, en hij blijkt het gelijk aan zijn zijde te hebben. Onder de gearresteerde bommenleggers bevindt zich Joop Baank, de andere twee daders komen net als hij uit het milieu van de Amsterdamse schietverenigingen. De leverancier van de explosieven, Eric Mugge, blijkt werkzaam bij de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurkundig Onderzoek (TNO)-Rijksverdedigingsorganisatie, op een afdeling voor onderzoek naar raketbrandstof en explosieven. De betrokkenheid van Mugge is later aanleiding tot veel speculaties over de vraag of het gezelschap aspirant-bommenleggers wellicht connecties had in het netwerk van de Nederlandse afdeling van Gladio, het beruchte ondergrondse netwerk van (para)militaire krachten in NAVO-verband waarvan het bestaan in de jaren ’90 werd onthuld.

Ook Max Lewin wordt gearresteerd. Dertig man politie stormt zijn huis binnen, dat al lang blijkt te worden afgeluisterd. Hij zou het brein achter de actie zijn. Na ruim drie maanden voorarrest wordt Lewin wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. Baank verklaart tijdens zijn verhoor dat de bedoeling was geweest de protestbeweging in de Nieuwmarkt in diskrediet te brengen en het linkse verzet in Amsterdam te breken. Volgens documenten die Van Duijn later onder ogen kreeg dacht de BVD overigens dat Lewin de metroaanslag uitvoerde op instigatie van de Oost-Duitse Stasi, die hem zou chanteren met seksueel getint materiaal (daarom werd zijn woning ook afgeluisterd). Lewin op zijn beurt beweerde dat de BVD zijn Stasi-betrokkenheid uit de duim heeft gezogen en dat ‘Groep 7’ in werkelijkheid een cover was van de BVD zelf – dat mysterie duurt nog voort.

Aangifte

Een paar dagen na de mislukte bomaanslag doet Van Duijn nogmaals aangifte tegen Baank wegens ontvoering. Maar procureur Jan Frederik Hartsuiker is de oud-Provo verre van gunstig gezind en stopt de zaak weer verder in de doofpot. ‘Het onderzoek wordt voortgezet’, is de allerlaatste zin van het laatste politierapport ter zake uit 1977. Maar van dit verdere onderzoek ontbreekt ieder spoor. Had de politie er belang de zaak verder toe te dekken? Van Duijn ontvangt later signalen van mogelijke betrokkenheid van een of meerdere politie-infiltranten in de constellatie rond Lewin en Baank. Ook de BVD blijkt contacten met de twee te hebben onderhouden in verband met wapenhandel. De hele zaak is een ‘twilight zone’.

In 2005 besteedt het tv-programma Andere tijden aandacht aan de Amsterdamse metrobom van 1975 en daarin pocht Joop Baank triomfantelijk hoe hij in 1970 Van Duijn heeft ontvoerd. Daarop meldt zich ‘Maria’ bij Van Duijn, en zij onthult hem de naam van de andere dader – de man die Van Duijn in de auto dwong: Kick Koster, een huisvriend van Baank, inmiddels voorzitter van een internationale club van wapenverzamelaars, die op grond van laatstgenoemde werk in 2004 nog een onderscheiding kreeg opgespeld door toenmalig burgemeester Job Cohen. Ook Jeanne Baank benadert Van Duijn en vertelt hem hoe de vork in de steel zat. Haar inmiddels ex-echtgenoot meldt zich onder pseudoniem via e-mail bij Van Duijn en doet ook de nodige bekentenissen.

Eind 2012 krijgt Van Duijn stukken uit het Noord-Hollands Archief in handen waaruit zonneklaar blijkt dat de politie op de hoogte was van de relatie tussen de verdachten van de aanslag op de metro en die van zijn ontvoering. Lewin heeft dit zelf tijdens zijn verhoor in 1975 tegenover toenmalig politiecommissaris G.G.J. Peters zelf verklaard. Maar de aangifte die Van Duijn vier dagen na de bomaanslag tegen Baank indiende, werd nooit in behandeling genomen, zijn eerdere aangifte evenmin.

Excuusbrieven

Eerder dit jaar ontving Van Duijn, inmiddels auteur van vele boeken en zelfstandig ‘liefdesverdietconsulent’ te Amsterdam, twee excuusbrieven van het College van procureurs-generaal, maar die excuses gelden alleen maar dat hij niet adequaat op de hoogte is gebracht van het verloop van de zaak, niet dat de in het oog lopende dader nooit is vervolgd. Nog steeds is de mogelijkheid daar, dat hij indertijd niet ontvoerd is door een groepje losgeslagen extreemrechtse hardliners, maar in opdracht of met medeweten van de Staat zelf, zoals Max Lewin suggereerde. De ontvoering zelf en de negatieve rol van de overheid daarin hebben hem een levenslang trauma bezorgd. Om die reden wil van Duijn niet stoppen met zijn waarheidsvinding tot de laatste steen boven is. Zelf zegt hij daarover: ‘In Den Haag is er inmiddels brede overeenstemming dat geweld tegen politici en bestuurders hard moet worden bestreden. Vorig minister van Justitie Opstelten stelde zelfs voor dit soort misdrijven, die uiteindelijk het wezen van de democratie en de rechtsstaat treffen, niet meer te doen verjaren. In die zin is ook mijn ontvoering nog niet verjaard’.